Rio+20: Een niet te missen kans voor de oceanen en de bossen

© Rodrigo Baléia / Greenpeace

De Rainbow Warrior is in Brazilië voor de conferentie van de Verenigde Naties voor duurzame ontwikkeling (Rio+20). Krijgen we (eindelijk) een rechtvaardiger en milieuvriendelijker wereld? Eén ding is zeker: de uitdagingen zijn groot, zeker voor de bossen en de oceanen.

Na de beloften de daden? Lees meer rond Rio+20

Op weg naar “Nulontbossing”

Wat de bossen betreft, leggen we de focus op Brazilië, het gastland van de top. Brazilië kon zich onder andere profileren als een voorstander van duurzame ontwikkeling doordat het goede punten heeft gescoord op het vlak van ontbossing. Maar dat zou binnenkort wel eens drastisch kunnen veranderen.

Van Mato Grosso tot Para: de bevolking verdreven, de omgeving verwoest

In het noorden van de staat Mato Grosso wonen meer dan duizend Xavantes-indianen in een verwoeste omgeving. Zij worden verplicht om te wonen op een oppervlakte van amper 20% van de 165.000 hectaren die voor hen zijn voorbehouden. De overige 80% van de grond is in handen van grote ondernemers die er vooral vee op kweken. Om plaats te maken, hebben zij niet geaarzeld boom na boom om te leggen. De precaire levensomstandigheden van de indianen staan in schril contrast met die van de uitbaters: de dorpelingen hebben niet voldoende eten of drinkbaar water en kunnen niet meer vissen, omdat hun rivieren droog staan of vervuild zijn. Zij moeten kilometers verderop gaan om te vissen. Hetzelfde geldt voor hun huisvesting: doordat 85% van het woud rondom hen is gekapt, moet de plaatselijke bevolking elders hout gaan kopen om ermee te bouwen. En enkele kilometers verderop komen er steeds meer weiden om het vee te voeden...Dorpelingen in het Amazonewoud

 

De stad Porto de Moz in de staat Para ten noorden van Mato Grosso telt 22.000 inwoners. Meer dan de helft van die mensen woont in landelijk gebied. Zij leven al generaties lang van hun grond, maar tegenwoordig worden zij steeds vaker verdreven door gewapende mannen. Porto de Moz is een slagveld geworden. Aan de ene kant staan de mensen die in het bos wonen en aan de andere kant de bosbouwondernemingen en de boeren. Er heerst totale straffeloosheid en de wet wordt steeds vaker overtreden. Dit is nochtans de streek waar de Braziliaanse regering onder impuls van Greenpeace acht jaar geleden het reservaat ‘Verde Para Sempre’ heeft ingesteld, een beschermd gebied waar de bevolking die van oudsher in de streek woont, zorgt voor een duurzaam beheer van de natuurlijke rijkdommen.

De bescherming van het woud wordt in Brazilië onder andere gegarandeerd door de boswet. Onder druk van de landbouwlobby dreigt die wetgeving te worden afgezwakt. Om de bescherming van het woud veilig te stellen, ijvert Greenpeace samen met andere organisaties voor het invoeren van een wet voor 'nulontbossing'. Voor Greenpeace mag dit concept zich niet beperken tot dit deel van de wereld. Het moet ook gelden in de andere landen die te lijden hebben van ontbossing, als de Democratische Republiek Congo en Indonesië.

Op Rio+20 zal Greenpeace dan ook volop pleiten voor een totale ontbossingsstop, die van essentieel belang is voor de biodiversiteit en het klimaat en ook voor miljoenen mensen die voor hun overleven afhankelijk zijn van het woud.

 

Voor een netwerk van mariene reservaten

 Rio+20 zal ook ingaan op de problematiek van de overbevissing. Terecht: doordat de toekomst van de visvangst steeds onzekerder wordt, verlaten veel vissers hun land, vooral in West-Afrika. De Senegalees Aliou Faye was van plan om net als zijn vader visser te worden. Maar toen hij zag hoe zijn vader moest vechten om te overleven, besliste hij een beter bestaan te zoeken in Europa. De grote buitenlandse vissersvloten kapen alle vis weg. De kleine lokale vissers geen werk meer. Maar ondanks al zijn inspanningen is het Aliou niet gelukt om de overtocht te maken. Hij had geen andere keuze dan weer te gaan vissen: “Met wat ik vandaag meebreng na vijf of zes dagen vissen, heb ik amper voldoende om mijn gezin te voeden.”

Overal lijden de visvoorraden onder een schandalige overbevissing: langs de Afrikaanse kusten, in de Europese wateren en zelfs rond de Noordpool!

Net zoals de ontbossing hoeft ook de overbevissing niet onvermijdelijk te zijn. Op plaatsen waar er zeereservaten zijn ingesteld, wemelt het water nog van de vissen. Dat is het geval in bepaalde delen van de Stille Oceaan, ter hoogte van Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. In het noorden van Europa is een gebied tussen de Noordzee en de Oostzee afgesloten voor trawlers. Dankzij die eenvoudige maatregel konden de visbestanden zich al gedeeltelijk herstellen.

Op Rio+20 zal Greenpeace alles in het werk stellen om te komen tot een betere bescherming van onze oceanen.

 

Sofia Tsenikli is politiek adviseur voor Greenpeace
Sofia Tsenikli is politiek adviseur voor Greenpeace International. Zij volgt het dossier van Rio+20 op de voet en beseft dat er veel op het spel staat.

Wat verwacht Greenpeace vooral van Rio+20?

De bescherming van de oceanen staat centraal in onze verwachtingen. De wereldleiders krijgen een unieke kans om een eind te maken aan de anarchie die er heerst op de wereldzeeën. Het is de hoogste tijd om de oceanen te redden. Een verdrag van de Verenigde Naties zou een fantastische reddingsboei betekenen voor het leven in zee. Zo’n verdrag moet een wereldwijd netwerk van mariene reservaten instellen. Natuurlijk zijn er ook nog andere brandende thema’s, zoals het probleem van de ontbossing en de noodzaak van een grondige ommekeer op het vlak van energie.

Er bestaan oplossingen voor heel veel milieuproblemen, en toch leven wij nog altijd allerminst in een duurzame wereld. Hoe komt dat volgens u?

Regeringen pleiten voor duurzame ontwikkeling, maar bevorderen tegelijk de verwoesting van het milieu. Dat is bijvoorbeeld momenteel het geval in het Amazonegebied, waar de boswetgeving onder zware druk staat. Staten investeren duizenden miljarden als steun aan vervuilende of vernielende bedrijven. Die bedrijven krijgen het recht om de natuurlijke rijkdommen te plunderen, terwijl individuele mensen in de kou blijven staan, met moeite rondkomen of kampen met gezondheidsproblemen. De overheid biedt financiële steun aan de banken, maar aarzelt om de geldla open te trekken als het op oplossingen aankomt. Op dit moment slagen de wereldleiders er niet in om over te schakelen op transitie en verandering. Als het ons in Rio niet lukt om die koers om te buigen, zullen we de zoveelste mislukking moeten noteren.

De tijd dringt en de uitdagingen zijn groot

Denkt u dat de aanbevelingen van Greenpeace voor Rio+20 het mogelijk maken om de armoede in het Zuiden terug te dringen?

Absoluut! Het zijn de armste en meest achtergestelde mensen die het zwaarst te lijden hebben onder de overbevissing, de ontbossing en de klimaatverandering. Wij eisen een toekomst waarin elke mens recht heeft op een gezonde omgeving, een leefbare planeet en toegang tot essentiële zaken als voedsel, water en groene energie. Maar om dat te bereiken, moeten we ingaan tegen de hebzucht van al wie voordeel heeft bij de vervuiling en de uitputting van de rijkdommen van onze planeet.

Zal Greenpeace er ook bij zijn in juni op de top van Rio?

Ja, wij zullen de politici en de industrie onder druk zetten en de greenwashing van sommigen aanklagen. Een doorsneedag zal er ongeveer als volgt uitzien: vroeg uit de veren en coördinatievergadering tijdens het ontbijt. Daarna op weg naar het conferentiecentrum en pas ‘s avonds laat weer terug naar ‘de stal’. Overdag zullen wij de onderhandelingen volgen, ontmoetingen beleggen met regeringen, interviews geven aan de pers om verslag uit te brengen over de vorderingen in de debatten. En wij zullen vooral laten horen dat het de hoogste tijd is en dat er in Rio enorm veel op het spel staat...