Hoe doen ze het in Scandinavië?

Confrontatie in de Barentszzee met Rosneft, een Russische oliereus.

Confrontatie in de Barentszzee met Rosneft, een Russische oliereus.

Rose/Greenpeace

Birgitte Lesanner, 37 jaar, is hoofd van de communicatiedienst van Greenpeace Nordic. We hebben met haar gesproken.

kom op voor de Noordpool

Hoe werkt Greenpeace Nordic?

Wij hebben kantoren in Noorwegen, Finland, Denemarken en Zweden. Voor al die kantoren hebben wij één algemeen directeur, één financieel directeur, één ITafdeling, … De campagneverantwoordelijken zijn wel aanwezig in alle landen, ook al is er slechts één coördinator per campagne. Zo zit de coördinator van de Noordpoolcampagne in Finland en zijn collega voor de Klimaatcampagne in Zweden. Ik leid dan weer de communicatiedienst vanuit Denemarken. Natuurlijk vergt dat aanzienlijke inspanningen, zo moeten we
bijvoorbeeld heel regelmatig overleg plegen met elkaar.

Birgitte Lesanner

Naam:

Birgitte Lesanner

Leeftijd:

37 jaar

Functie:

Hoofd van de communicatiedienst van Greenpeace Nordic

En werkt die structuur?

Ja, op die manier kunnen we heel wat besparen, waardoor we dus meer geld kunnen inzetten voor onze campagnes. Het is vooral ook een logische keuze, want onze landen hebben zo veel gemeenschappelijk: we kunnen onze krachten bundelen voor de bescherming van de Noordpool; samen strijden tegen de overbevissing in de zeeën en oceanen die ons omgeven; Finland en Zweden kunnen met vereende krachten de strijd aanbinden tegen kernenergie, enzovoort. En natuurlijk komen wij ook in actie in Groenland en IJsland als dat nodig is voor het milieu.

Wat zijn de belangrijkste milieuproblemen in de Scandinavische landen?

De Noordpool, natuurlijk! Die regio heeft het heel zwaar te verduren door de klimaatverandering. 75% van het pakijs is al verdwenen. Dat is een enorm probleem
voor alle leven aan de Noordpool, zowel voor de dieren als voor de plaatselijke bevolking. Een ander belangrijk probleem is onze verslaving aan fossiele brandstoffen. Denemarken en Noorwegen zijn landen die grote hoeveelheden aardolie ontginnen, vooral uit de Noordzee. Zweden en Finland hebben dan weer hun oog laten vallen op kernenergie en plannen de bouw van nieuwe centrales.

Jullie liggen natuurlijk heel dicht bij de Noordpool, heeft dat ook invloed op jullie aanpak?

Ja, wij zijn vooral actief in Groenland, ook al hebben we daar geen kantoor. Met 56.000 inwoners is dit het dunstbevolkte land ter wereld. Dat verklaart wellicht waarom in
Groenland dezelfde politici verantwoordelijk zijn voor het aantrekken van de olie-industrie en het uitwerken van de milieuwetgeving. Dat is totaal zinloos en het is ons gelukt om de
regering die twee functies te laten scheiden. Laten we hopen dat oliemaatschappijen als Shell het daardoor wat moeilijker zullen krijgen. Zij zijn dan wel nog niet naar olie
aan het boren, maar ze zijn toch al bezig het terrein voor te bereiden. In Noorwegen, Finland, Zweden en Denemarken verrichten wij belangrijk lobbywerk, aangezien wij vier van de acht lidstaten van de Arctische Raad vertegenwoordigen, een orgaan dat ijvert voor een betere bescherming van het milieu aan de Noordpool. Voor het overige is ons werk vergelijkbaar met wat jullie bijvoorbeeld in België doen. We sensibiliseren de bevolking en voeren actie tegen oliemaatschappijen.

 

Onze prioriteit? De Noordpool beschermen!

Wat is het imago van Greenpeace bij de Scandinavische bevolking?

Heel goed! Wij zijn trouwens de best bekende ngo in de regio. Uit een recente opiniepeiling
blijkt dat 50% van de bevolking bereid zou zijn ons te steunen. Meer dan 80% staat positief tegenover de ontwikkeling van hernieuwbare energie, de oprichting van mariene reservaten, de bescherming van het woud, enzovoort. Wij hebben vandaag 150.000 donateurs. Dat is een goede zaak, vooral ook omdat die mensen ons vaak al lang steunen en omdat velen ook rechtstreeks meewerken aan onze campagnes, door bijvoorbeeld onze petities te ondertekenen. Maar we willen ons aantal donateurs in de toekomst zeker nog verder uitbreiden. Want om diepgaande veranderingen te eisen, is het uiteraard van wezenlijk belang dat onze eisen worden gesteund en verdedigd door een groot aantal burgers. Kijk maar naar kernenenergie in Zweden. Niet zo lang geleden stonden de Zweden veeleer gunstig tegenover die vorm van energie. Het was moeilijk om campagne te voeren zonder de massale steun van de bevolking. Vandaag liggen de kaarten anders en menen veel Zweden dat kernenergie gevaarlijk is. Die ommekeer zal heel goed zijn voor onze campagnes.