Wordt het klimaat gered in 2015?

400.000 mensen kwamen in september in New York op straat voor het klimaat.

400.000 mensen kwamen in september in New York op straat voor het klimaat.

© Davison/Greenpeace

In politieke kringen duikt steeds vaker een cruciale deadline voor het klimaat op: december 2015. Dan heeft in Parijs een nieuwe klimaatconferentie plaats, georganiseerd door de Verenigde Naties. Een zoveelste nutteloze conferentie, net als die van vijf jaar geleden in Kopenhagen?   

Vijf jaar geleden, in Kopenhagen, was de ontgoocheling groot: de wereldleiders kwamen op het allerlaatste moment aangevlogen om een akkoord te fabriceren waarmee ze zich, zonder meer details te geven, ertoe verbonden de opwarming van de aarde tegen 2050 te beperken tot 2°C. Meteen daarna waren ze weer vertrokken, hun verbintenissen achterlatend. Niets, of bijna niets, was voorbereid. Niets, of bijna niets, is ervan gekomen. Een totale flop, dus.

In actie voor het klimaat

 

Natalie Eggermont, een jonge arts van 26 jaar, organiseert de ‘climate express’, een trein die duizenden mensen naar de klimaatconferentie in Parijs moet brengen.

 

Natalie Eggermont

Waar komt dat idee vandaan?

Het idee van een trein is niet nieuw hoor. Er waren ook al dergelijke initiatieven in 2009 en in 2013, respectievelijk voor de conferenties van Kopenhagen en Warschau. Het is intussen een beetje een traditie, ook al zijn we nu voor Parijs duidelijk veel ambitieuzer: we willen 10.000 mensen mobiliseren, dat is tien keer meer dan voor Kopenhagen! De voorbereiding loopt al… als een trein. En deze keer is het mogelijk om met de fiets, de bus, de trein of zelfs met de elektrische scooter naar Parijs te gaan! Kortom, ieder kan zijn geliefde transportmiddel kiezen. En één enkele trein zal ook niet volstaan om al dat schoon volk te vervoeren.

 

Wat willen jullie met dit initiatief bereiken?
Ik zou eerst willen verduidelijken dat ons werk niet ophoudt met de ‘climate express’. We willen onder andere meer zichtbaarheid geven aan lokale alternatieven, zowel op het vlak van energie als van voeding, … Veel mensen leven al op een andere manier en dat kan inspiratie bieden voor anderen.

Om die plaatselijke initiatieven de kans te geven om zich te ontwikkelen, is een sterk politiek kader nodig. Maar de huidige klimaatambities zijn te zwak. Daarom is het zo belangrijk dat de bevolking druk uitoefent om de keuzes van de politici te beïnvloeden en een ambitieus en eerlijk internationaal akkoord eist. De geschiedenis leert ons dat grote veranderingen vaak tot stand zijn gekomen wanneer de mensen massaal op straat kwamen.

 

Welke impact hopen jullie te hebben in Parijs?

Het is nog te vroeg om te weten of wij echt impact zullen hebben. Maar het is de bedoeling om te bouwen aan een grote burgerbeweging, die in 2009 in Kopenhagen van start is gegaan en die nog veel groter moet worden, ook na Parijs. Met andere woorden: het is van essentieel belang dat de mobilisatie na Parijs niet stilvalt.

 

Hoe kunnen we daaraan meewerken?

De inschrijvingen voor de ‘climate express’ zullen in het voorjaar van 2015 van start gaan. Maar iedereen kan nu al intekenen op de nieuwsbrief van onze organisatie of via Greenwire. Op die manier ontvang je op tijd de nodige informatie. En mensen die willen meehelpen bij de uitvoering van het project, kunnen ook lid worden van een van onze werkgroepen.

 

Wat wens je voor Parijs?

Het is belangrijk dat de mensen die naar Parijs gaan, daarna naar huis terugkeren met tien keer meer energie, met de wil om het engagement dat ze in Parijs zijn aangegaan voort te zetten. En de politici moeten begrijpen dat de bevolking het meent als ze verandering wil. En tot slot moeten we komaf maken met de illusie dat er geen alternatieven bestaan voor het huidige economische systeem. Die bestaan wel degelijk, ze moeten alleen voldoende kansen krijgen…

Zal dit veelbesproken internationale akkoord nu eindelijk tot stand komen in Parijs, zoals onze leiders na Kopenhagen hebben beloofd? Eén ding is zeker – de tijd dringt.

Klimaat op hol

De vaststelling van het IPCC, het intergouvernementeel panel over de klimaatverandering, laat er geen twijfel over bestaan: als we de opwarming willen beperken tot 2 °C, moet de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 40 tot 70% dalen in vergelijking met 2010. En daarna moet die emissie tegen het einde van de eeuw vrijwel volledig verdwijnen. Qua uitdaging kan dat tellen.

Een eerste bewustwording?

De Verenigde Naties, onder leiding van Ban Ki-moon, zetten alles op alles om de staatshoofden achter dit doel te scharen en de onderhandelingen voor de hoogmis van Parijs opnieuw op te starten. En dat is al enigszins gelukt, want tijdens een klimaattop van de VN in september in New York lieten sommige belangrijke leiders vrij ongewone taal horen.

Zo beloofde Barack Obama dat de Verenigde Staten, die een zware verantwoordelijkheid dragen op het vlak van uitstoot van broeikasgassen, hun deel van de last zouden dragen om de dringende en groeiende dreiging van de klimaatverandering tegen te gaan.

Ook de vertegenwoordiger van China toonde zich bereid “om samen met anderen te werken aan een betere toekomst”. En Europa? Frankrijk kondigde aan dat het een miljard dollar wil investeren in het Groene Klimaatfonds, dat in 2009 is opgericht om de ontwikkelingslanden te helpen om zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering. Daarmee sluit het zich aan bij Duitsland, tot nu toe het enige land dat al een aanzienlijke bijdrage aan het fonds heeft geleverd, en ook een miljard dollar zal neertellen.

Niet genoeg

Mooie woorden zijn echter lang niet voldoende om de klimaatverandering tegen te gaan. Dat hebben we te danken aan de sector van de fossiele brandstoffen, die bang is om haar overvloedige winst te verliezen en druk lobbyt bij politici om de huidige revolutie af te remmen. En het werkt, want over de hele wereld betalen regeringen nog altijd astronomisch hoge subsidies aan de olie-, steenkool- en gasindustrie met het geld van de belastingbetalers. Voor alle duidelijkheid: als dezelfde sommen zouden worden geïnjecteerd in hernieuwbare energie, zouden onze economie, onze werkgelegenheid en ons leefmilieu er veel beter aan toe zijn.

Steeds meer stemmen voor verandering

De wereldleiders mogen niet meer dansen naar de pijpen van de industrielobby, maar moeten meer dan ooit luisteren naar wat de wetenschap hen voorschrijft. Ze moeten ook luisteren naar de stemmen voor verandering die overal opgaan. Zo stelt het Internationaal Energieagentschap, dat bekend staat om zijn klassieke standpunten, dat minstens twee derde van de bekende voorraden fossiele brandstoffen in de bodem moeten blijven om een verhoging van de temperatuur op aarde met meer dan 2°C te vermijden. Bedrijven als Apple, Google of Facebook promoten op actieve wijze het idee van een 100% hernieuwbaar energiesysteem.

En dan zijn er nog de miljoenen mensen over de hele wereld die sterke klimaatmaatregelen willen. Herinner je de 400.000 mensen die in september in New York op straat kwamen voor het klimaat: zoiets was nooit eerder gebeurd. Zullen al die stemmen worden gehoord op de klimaatconferentie in Parijs?

 

Wat verwacht Greenpeace van Parijs?

We stelden de vraag aan vier mensen die de klimaatonderhandelingen op de voet volgen: Martin Kaiser, aan het hoofd van de cel Internationaal Klimaatbeleid bij Greenpeace International; Kaisa Kosonen, verantwoordelijke Klimaat en Energie bij Greenpeace Finland; Joeri Thijs, die deze problematiek volgt voor Greenpeace België en An Lambrechts, ook van Greenpeace België, die de onderhandelingen volgt vanuit het oogpunt van de bossen, omdat de strijd tegen de klimaatverandering ook de bescherming van de laatste groene longen van de planeet inhoudt.

Visie op lange termijn

Martin beschouwt het bereiken van een ambitieus klimaatakkoord in december 2015 als een verantwoordelijkheid van de hele wereld: “Alle aanwezige landen moeten het eens worden over een langetermijnvisie om te kiezen voor een systeem van 100% hernieuwbare energie, voor iedereen.

Kaisa: “Een bindend akkoord zou ideaal zijn, maar wat ook telt is het nationale engagement van elk land afzonderlijk om in eerste instantie zijn uitstoot te beperken en op langere termijn volledig stop te zetten.

Joeri: “Dergelijke hoogmissen zijn belangrijk, maar we mogen niet hopen dat de conferentie van Parijs dé oplossing voor de klimaatproblemen zal brengen. Het is vooral belangrijk dat die conferenties een dynamiek in gang zetten. Het is de bedoeling dat de landen vanaf maart 2015 hun engagementen op tafel leggen, zodat er tijd is om die te analyseren en nog vóór Parijs de koers bij te stellen.”

Alle neuzen in dezelfde richting

Kaisa pikt daarop in: “Iedereen zal moeten ‘meespelen’. Dat vereist dat de landen de violen gelijk stemmen, want we kunnen niet van iedereen dezelfde mate van engagement verwachten. Je kunt een land als de Verenigde Staten moeilijk vergelijken met India, waar 300 miljoen mensen geen toegang tot elektriciteit hebben. Momenteel zeggen landen als de VS en China dat ze acties willen ondernemen. Dat is een eerste stap, maar ze hebben nog niets concreet gemaakt. President Obama lijkt vrij vastberaden, maar hij moet het hoofd bieden aan de Republikeinse oppositie. China levert heel wat inspanningen binnen de eigen grenzen, maar het valt nog te bezien of het land bereid is zijn nationale maatregelen in een internationaal akkoord te gieten. Als dat inderdaad het geval zou zijn, kan dit het politieke proces echt stimuleren, en Parijs zou daarin dan een orgelpunt kunnen zijn. China zou ook het standpunt van Europa kunnen oppeppen, want dat is momenteel te weinig ambitieus.”

Voor een ambitieuzer Europa

De experts zijn unaniem over het weinig ambitieuze standpunt van Europa. “Enkele jaren geleden nam de EU een vrij progressief standpunt in. Zij was trouwens de eerste om normen vast te leggen om haar uitstoot tegen 2020 te verminderen. Maar die zijn nu volledig voorbijgestreefd”, vervolgt Joeri. “Vandaag zet Europa een uitstootbeperking van 40% tegen 2030 voorop. Maar als de EU een geloofwaardige partner wil zijn en een eerlijke bijdrage wil leveren aan de oplossing van het probleem waarvoor zij in grote mate verantwoordelijk is, moet zij haar uitstoot tegen 2030 met ten minste 55% verminderen!

Ontwikkelingslanden helpen

Martin komt terug op de situatie in de ontwikkelingslanden: “Voor een klimaatevenwicht is het ondenkbaar dat die landen een economisch systeem ontwikkelen dat draait op fossiele brandstoffen, zoals wij vroeger hebben gedaan. Zij dragen geen zware verantwoordelijkheid voor de klimaatproblematiek, maar dat wil niet zeggen dat zij zomaar de kop in het zand mogen steken. De vraag is dus: hoe organiseren we concreet de steun aan landen die niet over voldoende middelen beschikken om een duurzaam energiesysteem te financieren? Zo moeten de rijkere landen bijvoorbeeld dwingende maatregelen nemen om die ontwikkeling te financieren…

Geld voor bosrijke landen

An besluit: “De aanwezige partijen in Parijs moeten het ook hebben over de financiering voor landen met bossen op hun grondgebied, om hun oerwouden te beschermen – want dat zijn echte bolwerken tegen de klimaatverandering. Het is de hoogste tijd dat de ontwikkelde landen hun engagementen uit het verleden concreet maken. Het is gewoon dringend nodig om in actie te komen als we de laatste oerbossen willen behouden.