Een lokale munt voor lokale transacties
Anders consumeren, dat is ook lokaal consumeren. En er bestaan vrij originele methodes om dat te doen, onder andere via… een lokale munt. Om daar meer over te weten, gingen we praten met Eric De Waele van Financité, een organisatie die groepen ondersteunt die met dergelijke burgerprojecten bezig zijn.
Kun je ons even uitleggen wat zo’n lokale munt precies inhoudt?
Er wordt inderdaad gesproken van een lokale munt of complementaire munt, maar ikzelf kies voor de benaming gemeenschapsmunt, want daar gaat het vooral om: geëngageerde burgers die zich organiseren, een vzw opzetten en in dat kader mogelijkheden voorzien om de lokale economie te ondersteunen. In aanvulling op de euro wel te verstaan.
Deze munt wil dus vooral korte ketens ondersteunen?
Ja, de betrokken burgers kiezen een aantal producenten, verwerkers, dienstverleners en verkopers bij hen in de buurt die ze willen steunen. Het kan gaan om een bakker, de persoon die de eieren levert aan die bakker, … Zij ruilen allemaal een deel van hun euro’s om in de gemeenschapsmunt (in de Gentse wijk Rabot- Blaisantvest bijvoorbeeld zijn 10 ‘torekes’ 1 euro waard) en het ‘spel’ kan beginnen!
Concreet gaat iemand boodschappen doen bij zijn bakker en betaalt hem in de gemeenschapsmunt. De bakker zal dat geld gebruiken om zijn leverancier te betalen die deel uitmaakt van het ‘circuit’. Die zal zijn vriendin mee uitvragen naar een restaurant dat de lokale munt aanvaardt… Op die manier wordt een soort kring gemaakt, in een bepaald ‘woonbekken’, met uitgekozen actoren.
Wat bedoel je met een woonbekken?
Dat is het gebied waarin een gemeenschapsmunt circuleert en kan worden geruild. Hoe sterker de stedelijke concentratie, hoe korter de afgelegde afstanden. Maar de ‘volti’ zal daarentegen zak gelden voor Ciney, Marche, Rochefort en Somme-Leuze. In dat geval, moet je je al een aantal kilometers verplaatsen om je lokale biljetten op te maken.
Een gemeenschapsmunt is een aanvulling op de euro
Voor dergelijke projecten heb je vrijwillige burgers nodig?
Ja, maar dat is niet het enige: er zijn ook alle economische dienstverleners (zoals de bakker) die erbij betrokken zijn en die creëren allemaal samen een plaatselijk leven. Je komt werkelijk los van de dynamiek van verkoper en koper, waarin de eerste iets zo duur mogelijk wil verkopen en de tweede iets zo goedkoop mogelijk wil aankopen.
Weet je op die manier dan ook beter waar je geld naartoe gaat?
Inderdaad, in zekere zin krijg je daar opnieuw meer greep op. Het is een manier om aankopen bij kleine handelaars om de hoek te bevorderen in plaats van in een supermarkt. Maar voor alle duidelijkheid: een gemeenschapsmunt maakt deel uit van de omzet van een handelaar. Die wisselt een deel van zijn euro’s in voor de lokale munt die werkelijk een betaalmiddel is zoals alle andere. De deelnemers aan het project ontduiken geen belastingen noch sociale bijdragen!
Bestaat dit echt al op veel plaatsen in België?
Als voorlichter bij het netwerk Financité voor Wallonië en Brussel weet ik dat er heel wat initiatieven bestaan in Franstalig België. Wat Vlaanderen betreft, zijn er zeker ook lokale munten, onder andere in Gent en in Antwerpen. Wereldwijd denk ik dat er tussen 12.000 en 15.000 gelijkaardige initiatieven moeten zijn. In alle continenten.
De gemeenschapsmunt, een middel om aankopen bij kleine handelaars in de buurt te bevorderen
Dit bevordert de lokale economie. Maar bevordert de complementaire munt ook de opkomst van milieuvriendelijke en duurzame producten?
Er bestaat geen label, maar er is wel een ‘referentiehandvest’ en respect voor het milieu staat daar uiteraard ook in. Dat merk je in de praktijk. Als bijvoorbeeld een café toetreedt tot het systeem, zal het worden aangemoedigd om een plaatselijk bier te verkopen dat moet worden betaald in gemeenschapsmunt. Het zal ook worden aangemoedigd om fairtradekoffie te schenken, ook al is dat niet verplicht. Maar het gemeenschapseffect speelt wel degelijk een rol en de caféhouder zal luisteren naar de groep die veeleer voorstander is van duurzame en eerlijke producten. En hij zal zeker ook vragen krijgen over de cacao die hij gebruikt.
Gebeurt het wel eens dat jongeren uit zichzelf het avontuur aangaan?
Ja, ik denk bijvoorbeeld aan twee jongeren die een bedrijf hebben opgestart dat biozeep produceert, in Luik. Zij wilden toetreden tot het systeem en vanaf nu wordt hun zeep ook verkocht bij kruideniers waar je kunt betalen met de valeureux (de lokale Luikse munt). Uiteindelijk wint iedereen: geëngageerde burgers, de plaatselijke economie en het milieu!
|