De Belgische Alliantie voor Duurzame Palmolie is tevreden: naar eigen zeggen heeft ze haar doelstelling voor 2015 bereikt. Toch is er nog wat werk aan de winkel, want palmolie blijft ontbossing veroorzaken…

Woensdag nam ik in Brussel deel aan de jaarlijkse bijeenkomst van de Belgische Alliantie voor Duurzame Palmolie (BASP). Deze alliantie groepeert Belgische bedrijven en federaties met als doel: objectief en transparant communiceren over alle aspecten van palmolie, en de overgang naar een duurzame palmolie in de Belgische context mogelijk te maken.

Wat betekent duurzaamheid dan voor de leden van de Belgische Alliantie? Aan de ene kant willen zij dat tegen 2015 alle palmolie het label heeft van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO). Aan de andere kant willen ze tegen 2020 voldoen aan de criteria van hun handvest voor voedingsproducten die bestemd zijn voor de Belgische markt.

Dit handvest stelt bijkomende eisen met betrekking tot traceerbaarheid, nulontbossing, behoud van veengebieden, beperking van de CO2-uitstoot, respect voor de rechten van de plaatselijke gemeenschappen en van de arbeiders. Het wil daarnaast ook de ontwikkeling van kleine, onafhankelijke producenten bevorderen.

Philippe Thiry, voorzitter van de Belgische Alliantie, deelde mee dat de groepering haar doelstelling voor 2015 heeft bereikt. Dit is zeker een stap in de goede richting, maar de tijd dringt. Want de inspanningen van de privésector en de andere stakeholders hebben nog geen effect gehad op het terrein. Palmolie is nog altijd een belangrijke motor van ontbossing, vooral in Indonesië (de grootste producent ter wereld), waar de oliepalmconcessies tussen 2011 en 2013 tekenden voor een vijfde van alle ontbossing.

De decennialange ontbossing en drooglegging van veengebieden voor het uitbreiden van plantages vormde een belangrijke oorzaak  van de branden van een ongeziene omvang die Indonesië de laatste maanden hebben geteisterd. Die branden hebben het leefgebied van de orang-oetans drastisch aangetast en het leven in gevaar gebracht van honderdduizenden mensen, die nu kampen met ademhalingsaandoeningen).

De deelnemers aan de conferentie kwamen onder andere tot de conclusie dat het nodig is om alle actoren te betrekken en duidelijkere, strengere en coherente duurzaamheidsnormen te garanderen, onder andere om duurzame palmolie op lange termijn geloofwaardig te maken.

Voor Greenpeace moeten er snel criteria worden ingevoerd die verder gaan dan die van de RSPO, zoals bijvoorbeeld de maatregelen die de Palm Oil Innovation Group (POIG) voorstelt. Het handvest van de POIG, opgesteld door bedrijven en ngo’s, heeft oog voor het milieu (de bescherming van bossen en veengebieden, pesticidereductie en ggo-vrije teelt), stuurt aan op een samenwerking met de gemeenschappen en ijvert voor transparantie, traceerbaarheid en onafhankelijke controle.

Het belangrijkste is om de verandering op het terrein te versnellen. Daarvoor moet de sector de hervormingen van de Indonesische president steunen, en snel en eensgezind samenwerken om te komen tot meer transparantie (door concessiekaarten te publiceren) en controle van de activiteiten ter plaatse.