De Europese houtwet is nu twee jaar van kracht, maar reden tot feesten is er niet. Nog altijd belandt er illegaal gekapt hout op de markt bij ons, maar net zo goed in Frankrijk…

Tropische houtsoorten zoals afrormosia, ipé en iroko zijn alomtegenwoordig. Je vindt ze op het dak van de Gentse Stadshal, in de trappen van het Antwerps Gerechtsgebouw en in het straatmeubilair van de stad Brussel. Misschien heb je thuis ook wel terrasplanken of ramen uit tropisch hardhout, of ga je er binnenkort kopen? Dan wil je ongetwijfeld de garantie dat je aankoop niet bijdraagt tot illegale houtkap.

Niet zo eenvoudig, als je weet dat in de belangrijkste tropische productielanden 50 tot 90 procent van de houtproductie nog steeds afkomstig is van illegale kap. Een deel van dat illegaal hout belandt op de internationale markt, vaak met officiële papieren die netjes zijn afgeleverd door corrupte ambtenaren in de herkomstlanden.

Gelukkig is er sinds 3 maart 2013 een Europese wet die tot doel heeft de invoer van illegaal hout in de EU te elimineren. De zogenaamde Houtverordening van de Europese Unie (EUTR) bepaalt dat het verboden is om illegaal hout op de Europese markt te brengen.

Daarnaast verplicht deze wet houtinvoerders alles in het werk te stellen om het risico dat je illegaal hout in handen krijgt, te minimaliseren. Daarvoor moeten ze onder meer gedetailleerde informatie inwinnen over de herkomst van het hout en een risicobeoordeling maken. Gewoon zwaaien met officiële papieren, zou niet meer mogen volstaan.

En dan nu het slechte nieuws. Ondanks de nieuwe wet blijven Belgische houtinvoerders fout hout op de markt brengen, afkomstig van bedrijven die betrokken zijn bij de illegale houtkap. Dat hoeft niet te verbazen, want de federale regering voert een beleid van straffeloosheid op dit vlak. Het aantal controles dat in Belgie al heeft plaatsgevonden is op twee handen te tellen en bedrijven die na een controle EUTR-conform werden beschouwd, gaan gewoon door met de import van hoog risicohout.

In 2013 bijvoorbeeld liet onze overheid illegaal Congolees wengéhout ongehinderd naar Duitsland, Italië en Tsjechië doorreizen. Nog begin dit jaar konden enkele Belgische importeurs ongestraft ipé importeren van een Braziliaanse zagerij die illegaal hout verhandelt.

In Frankrijk is de situatie zo mogelijk nog erger. De minister van Ecologie, Ségolène Royal, heeft er nog niet eens de controleurs benoemd. Daarom dropten onze Franse collega’s woensdag een Congolese boomstam van 8,5 meter lang en 4 ton zwaar voor de deur van haar ministerie in Parijs.

De stam is afkomstig uit een concessie van het Congolees-Libanese bedrijf Cotrefor in Congo en werd op de markt gebracht door een Franse importeur. Cotrefor, vroeger bekend onder de naam Trans-M, is herhaaldelijk in opspraak gekomen wegens illegale praktijken. In oktober 2013 nog stelde de onafhankelijke waarnemer van de bosbouwsector in de DRC vast dat het bedrijf zich schuldig maakt aan exploitatie zonder vergunning, overexploitatie, geknoei met markeringen, kap van niet-vergunde soorten en niet-naleving van overeenkomsten met de lokale bevolking.

Ook in de haven van Antwerpen duikt regelmatig hout van Cotrefor op.

We hebben de Belgische houthandelaars eerder al geïnformeerd over Cotrefor, dat vroeger gekend was onder de naam Trans-M. Ondanks die verwittigingen, is ook nu weer een lading Congolees Cotrefor-hout op weg naar België, voor de Belgische houthandelaar Exott.

Zal de FOD Leefmilieu de betrokken bedrijven deze keer wel controleren? Of zal het opnieuw oordelen dat het risico verwaarloosbaar klein is en de de invoer van het hout EUTR-conform is? Greenpeace verwacht van de federale minister van Leefmilieu, Marie-Christine Marghem, dat ze het roer omgooit en consumenten geeft waar ze recht op hebben: hout zonder risico op illegaliteit.

De 4 ton zware Cotrefor-stam had net zo goed voor haar deur kunnen liggen….