Deze week raakte bekend dat de Rondetafel voor Duurzame Palmolie (RSPO) de sancties tegen de Maleisische palmoliegroep IOI opheft. IOI  is wereldwijd een van de belangrijkste leveranciers van palmolie, die meer dan 300 bedrijven over de hele wereld voorziet van  olie die is gecertificeerd door de RSPO. In april werd IOI uit het certificeringsysteem gezet. Greenpeace roept de privésector op om die schorsing te handhaven.

Smoke rising from peatland at the border of the PT Berkat Nabati Sejahtera (IOI Group) oil palm concession in Ketapang, West Kalimantan.

Even terug in de tijd: in maart 2015 dient het consultancybedrijf Aidenvironment bij de RSPO een formele klacht in tegen IOI wegens ontbossing in concessies in de regio van Ketepang (Westelijk Kalimantan, Indonesië). Terwijl de klacht loopt, stelt Aidenvironment ook dat er nog veengebieden worden drooggelegd, wat in strijd is met het eigen beleid van IOI. In april 2016 schorst de RSPO de certificering van de hele IOI-groep, wegens ontbossing van veengebieden en handelingen zonder de juiste vergunning. Op die manier kan de groep zijn olie niet meer verkopen met het RSPO-label.

Nog in april deelt Greenpeace mee dat uit eigen onderzoek op het terrein blijkt dat IOI in zijn concessies nog altijd veengebied ontwatert, ondanks een verbod van de regering op het ontwikkelen van plantages in die heel kwetsbare gebieden, waar vorig jaar door verbranding nog ongeziene bosbranden waren ontstaan. Die bosbranden brachten het leven van meer dan 100 000 mensen in gevaar en veroorzaakten een reusachtige CO2-uitstoot.

In juni verschijnt een rapport van Greenpeace, dat ook wijst op nieuwe plantages in gebieden die recentelijk door de vlammen zijn verwoest. Die problemen zijn niet nieuw: in 2008 en in 2015 benadrukte Greenpeace ook al de gevolgen van de praktijken van IOI voor de verwoesting van het woud. Grote bedrijven uit de sector zoals Unilever, Kellogg’s, Mars, Nestlé of Ferrero delen vervolgens mee dat zij hun handelsbetrekkingen met IOI opschorten.

Een internationale ngo-coalitie, waartoe ook Greenpeace behoort, vraagt de handelspartners van IOI om hun betrekkingen met het bedrijf op te schorten tot er geloofwaardige maatregelen worden genomen om de situatie te verhelpen en alle problemen in de toekomst te vermijden.

IOI reageert daarop door een rechtszaak aan te spannen tegen de RSPO, maar ziet daar uiteindelijk van af.

Hoewel IOI nog altijd niet kan bewijzen dat het op verantwoorde wijze palmolie kan produceren en evenmin kan zeggen hoe het de bossen en veengebieden die het heeft beschadigd zal herstellen, heeft de RSPO uiteindelijk op 5 augustus beslist om de sancties met ingang van maandag 8 augustus op te schorten.

Zolang de aangekondigde maatregelen niet zijn gecontroleerd op het terrein, vindt Greenpeace deze beslissing riskant en contraproductief.

Hoewel IOI heeft meegedeeld dat het een nieuw beleid voert, heeft het bedrijf de verwoeste gebieden nog altijd niet hersteld of de lopende sociale conflicten opgelost. De ontwatering brengt nog altijd een enorm risico van bosbranden met zich mee. De RSPO stuurt de boodschap uit dat de ergste praktijken kunnen worden vergeven na een beperkte berisping. Deze zaak bewijst opnieuw hoe zwak de RSPO-standaarden wel zijn en laat vermoeden dat de organisatie het belangrijker vindt dat IOI weer zaken kan doen dan dat het bedrijf zijn praktijken ernstig hervormt. 

Een groot aantal klanten van IOI heeft meegedeeld dat ze geen palmolie van het bedrijf willen kopen tot er sprake is van een drastische verbetering van zijn aanpak voor de bescherming van het woud en de veengebieden.  Dat is een verstandige beslissing, aangezien het een riskante onderneming is om intussen opnieuw handelsrelaties met dit bedrijf aan te knopen.