Vrijdag kreeg ik een dringende fax van Shell, het rijkste oliebedrijf ter wereld, waartegen Greenpeace vorige week in verschillende landen actie heeft gevoerd om de Noordpool te redden. Het was een streng bericht van Shells advocaten, die bezorgd zijn dat onze acties “ernstige risico’s hebben gevormd voor Shells tankstations... en voor het publiek”. De fax sluit af met de waarschuwing dat ze in de toekomst een proces zullen aanspannen tegen Greenpeace.

Volgens mij is er iets erg ironisch aan het feit dat we ervan beschuldigd worden het publiek in gevaar te brengen, dat Shell en zijn advocaten blijkbaar is ontgaan. Shell zelf verloor vorige week de controle over een enorm boorschip in Alaska. Het schip was op drift geraakt en strandde.    

Ook in de staat Washington hebben ingenieurs gezwoegd aan Shells sloep die een eventuele olielek moet indijken. De oude, roestige boot wordt geplaagd door tal van ernstige technische problemen, waardoor de Arctische plannen van de oliemaatschappij vertraging oplopen. Niet bepaald een toonbeeld van publieke veiligheid.

Shell in Nigeria
Na de ramp met de Deepwater Horizon in 2010 is “spill response” (wat te doen in geval van een olielek) een soort buzzword geworden. Shell is als bedrijf verantwoordelijk voor de grootste olielek in de recente geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk. Datzelfde Shell riskeert een boete van 5 miljard dollar omdat het in december 40.000 vaten ruwe olie heeft gelekt in Nigeriaanse wateren. Hoe zit het daar met de publieke veiligheid?

Terug naar Alaska. De Noble Discoverer, al is er niets ‘nobel’ aan zijn activiteiten of aan die van zijn bedrijf en bemanningsleden, is een schip dat dateert van 1966 en vorig jaar in Nieuw-Zeeland ook al op drift raakte. Het is dat schip dat nu in de extreme weersomstandigheden van het noordpoolgebied naar olie zal boren.  

Op dun ijs

En dan is Shell nog niet eens begonnen aan de ontginning van de Noordpool, een van de meest kwetsbare ecosystemen op aarde. In het gebied wonen inheemse volkeren die voor hun overleven afhankelijk zijn van een gezonde oceaan, net als poolvossen, narwallen en ijsberen. Het noordpoolgebied is grotendeels gespaard gebleven van industriële ontwikkeling, maar nu wil één van ’s werelds meest roekeloze bedrijven zoveel mogelijk oliebronnen boren voor het zee-ijs de regio opnieuw ontoegankelijk maakt in de winter.

Hun bespottelijke actieplan in geval van een ramp maakt gewag van honden om naar olie te speuren en bevat handgetekende schetsen waar een kind zich voor zou schamen. Shell begeeft zich dus op dun ijs.  

#TellShell
Intussen hebben actievoerders van Greenpeace wereldwijd vreedzaam geprotesteerd tegen Shells noordpoolplannen. Ze deden dat aan tankstations, in de hoofdzetel en op het internet. Van Londen tot Houston, Budapest tot Den Haag, hebben honderden geëngageerde mensen Shell duidelijk gemaakt dat het uit de Noordpool weg moeten blijven (#TellShell op Twitter).

Vrijdagavond hebben we de kaap van 1 miljoen handtekeningen gerond met onze petitie om de Noordpool te redden. Dat resultaat hebben we veel sneller gehaald dan verwacht, wat erop wijst dat steeds meer mensen de vernietiging van de planeet niet langer pikken.

Ongemakkelijke waarheid
Wat is dan de ware reden achter de agitatie van Shells advocaten? Misschien dat Greenpeace de ongemakkelijke waarheid aan het licht brengt over Shells competentie om naar olie te boren aan de Noordpool. Misschien zijn 1 miljoen supporters van onze noordpoolcampagne en wereldwijde aandacht voor activisme te zwaar om dragen voor de oliereus?

Of misschien zijn het wanhopige daden van een bedrijf dat in feite een traag zinkend schip is? Hun huidige businessstrategie blijkt beperkt, nu steeds meer mensen aan het muiten slaan omdat ze beseffen dat we niet langer met business as usual kunnen doorgaan als het gaat om het plunderen van de planeet.

- Kumi Naidoo is directeur van Greenpeace International