Vanaf donderdag is het weer filerijden geblazen richting... het Autosalon op de Heizel. Honderdduizenden zullen zich er vergapen aan de nieuwste modellen op de automarkt. Sinds enkele jaren pakken heel wat autobouwers op het Salon ook uit hun nieuwste ecologische ontwikkelingen. Zo wordt de elektrische auto al een tijd naar voor geschoven als dé oplossing om de milieu-impact van het autoverkeer terug te dringen.

Ook elders, op mobiliteitsdebatten of op de kabinetten van onze ministers, weerklinkt dezelfde boodschap: met de elektrificatie van het verkeer kunnen we de klimaatimpact en luchtvervuiling van auto's en vrachtwagens bijna tot nul herleiden.

Maar klopt dat wel? Onze collega's van Inter-Environnement Wallonie (IEW) plaatsen daar in hun nieuwe campagne terecht enkele kanttekeningen bij. Hebben we de elektrische auto nodig om het klimaatprobleem aan te pakken? Ja, natuurlijk. Maar gaat hij alle problemen in één klap en tijdig oplossen? Helaas.

Om van de elektrische auto een echt duurzaam alternatief te maken, is het natuurlijk cruciaal welke energiemix hem zal aandrijven. Daar is ook in ons land nog erg veel werk aan de winkel, en op basis van de huidige mix (met nog heel wat steenkool en kernenergie) scoort de elektrische auto niet zoveel beter dan de klassieke auto met ontploffingsmotor.

Bovendien heeft de bouw van de elektrische auto, en niet in het minst de batterij, eveneens een aanzienlijke milieu-impact. Belangrijke grondstoffen zoals lithium (voor de lithiumbatterijen) wegen op het milieu bij de ontginning, én zullen in de zeer nabije toekomst erg schaars worden. Dit wijst op het belang van een gesloten recyclagecyclus van deze kostbare materialen, maar daar staan we vandaag helaas nog nergens.

Als we bovendien naar de prognoses kijken hoe langzaam de elektrische auto ingang zal vinden op de automarkt, dan is het duidelijk dat hij niet dé mirakeloplossing is voor het klimaatprobleem. Die is namelijk een pak acuter, en vergt een trendbreuk in onze emissies - ook die van het verkeer - in de komende 5 à 10 jaar. Zo niet krijgen de volgende generaties de rekening gepresenteerd van een op hol geslagen klimaatverandering.

Dus de elektrische auto mag geen droombeeld zijn, geen alibi dat ons afleidt van de werkelijke uitdagingen om de klimaatimpact van ons verkeer terug te dringen. Hoe we onze auto's in de toekomst ook zullen aandrijven, grondstoffen (en ook hernieuwbare energie) zullen verstandig moeten worden ingezet. Dat betekent dat het huidige groeidogma, in onze economie maar ook in onze mobiliteit, niet langer te rijmen valt met de klimaatuitdaging. Steeds meer kilometers kan in de strikte zin misschien goed zijn voor de "economie", maar de maatschappelijke kost en de impact op het klimaat zijn niet meer houdbaar.

We zien in ons land nog te weinig structurele veranderingen in de manier waarop we ons (of onze goederen) verplaatsen. Het aantal afgelegde kilometers moet resoluut naar beneden, of moet op een milieuvriendelijkere manier bv. via het spoor of het water. De inplanting van woningen, bedrijven en - om maar iets te zeggen - shoppingcentra gebeurt nog al te vaak even rampzalig en ad hoc als twintig jaar geleden. Dat maakt een kwalitatief openbaar vervoer natuurlijk bij voorbaat heel erg moeilijk. Mensen worden door een pervers fiscaal stelsel nog steeds in de bedrijfswagen geduwd, om dan allemaal naast mekaar staan aan te schuiven in de file.

We zullen de elektrische auto nodig hebben om de grote uitstootreducties te realiseren die nodig zijn op langere termijn. Maar op korte termijn hebben we vooral - en snel - nood aan een andere mobiliteit, waarin die elektrische auto dan een duurzame plaats kan krijgen. En daar hebben we moedige beleidsmakers voor nodig. Maar ook het besef bij ieder van ons dat het anders moet. En daarvoor zullen de bezoekers op het Autosalon helaas niet zo veel inspiratie kunnen opdoen...