Dinsdag begint het ministeriële luik van de klimaatconferentie, en beetje bij beetje vallen de puzzelstukjes op hun plaats. We blijven het herhalen: er is politieke moed nodig in Cancún. De politici mogen dan wel binnensijpelen, het is nog onduidelijk of ze hun stoute schoenen hebben aangetrokken.

Het echte werk begint

Waar staan we nu? Na vandaag is het aan de ministers om de arena te betreden en de beslissing te forceren. Of iets anders te doen. Want voor alle duidelijkheid: alles ligt nog open. Het akkoord in Kopenhagen kwam op het laatste moment uit het niets, dus mogelijk worden we nog de dupe van een last minute akkoord.

Positief hier is de werksfeer. Uit de gesprekken met delegatieleden blijkt unaniem dat de flop van vorig jaar en de bedrukte sfeer in Kopenhagen niet meer aan de orde zijn. Hier is flexibiliteit troef. Er zijn blokkeringen, maar de discussie blijft open.

Maar er is ook slecht nieuws. Terwijl iedereen eigenlijk op zoek zou moeten zijn naar manieren om de uitstoot van broeikasgassen te doen dalen, of op zijn minst erkennen dat de beloofde inspanningen die op tafel liggen nog grotendeels onvoldoende blijven, krijgen we eerder de indruk dat sommigen naar manieren zoeken om hun werk niet te hoeven doen.

Begraaf de CO2 niet in het Zuiden

Een voorbeeld, zeg je? De landen kunnen toestaan dat Carbon Capture and Storage (CCS) in het Clean Development Mechanism (CDM) past. CCS in het CDM, klinkt dat dan in het jargon. Ik zal het eenvoudig uitleggen aan de hand van een voorbeeld. Met dit systeem kan de uitbater van een steenkoolcentrale in een ontwikkelingsland de CO2 die hij uitstoot in de grond stoppen, en de factuur naar de geïndustrialiseerde landen opsturen, die op hun beurt uitstootrechten krijgen voor een zelfde hoeveelheid broeikasgassen als er in het Zuiden werd begraven.

Op papier klinkt dat niet slecht. In de praktijk echter is het een ramp. De technologie staat nog niet op punt: ze is gevaarlijk. Bovendien komt de begraven CO2 ongetwijfeld na enige tijd weer vrij in de atmosfeer. De techniek is ook enorm duur, geld dat beter kan worden geïnvesteerd in technologie die zijn nut al heeft bewezen. Tot slot zal het systeem vooral landen die plaats hebben om koolstof ondergronds op te slaan ten goede komen, namelijk gas- en olierijke landen die “plaats” hebben gemaakt in hun bodem. Dit zijn niet echt de landen die het geld nodig hebben!

Alles of niets

De ministers moeten dus vanaf dinsdag beginnen onderhandelen. Hopelijk zijn de teksten waarover ze zich zullen buigen al zo veel mogelijk opgekuist. Op vele thema's is er nu nog geen overeenstemming mogelijk. Dat zal ongetwijfeld voor later zijn. Op andere vlakken (overdracht van technologie en kennis naar het Zuiden, geld voor ontwikkelingslanden om zich te wapenen tegen de klimaatverandering) liggen er duidelijke opties op tafel, dus die mogen geen probleem meer stellen. Hoewel sommige landen (zoals de VS) duidelijk hebben gesteld dat ze een “pakket” van beslissingen willen: anders gesteld, er zal een akkoord over alles zijn, of helemaal geen akkoord. Het zal dus niet makkelijk worden om de hele wereld op een lijn te krijgen, over alle kwesties dan nog wel.

Op dit moment stellen we een stilte vast voor de storm die de Mexicaanse “riviera” zal teisteren in de komende dagen. Maar vooral, vergeet niet dat optimisme de enige optie is. Ondanks de verwarring kan dit soort top goed aflopen. Het (relatieve) welslagen van de biodiversiteitstop in Nagoya enkele weken geleden is daar een voorbeeld van. En vooral, we zitten allemaal in dezelfde trein die tot elke prijs moeten vertragen: want het accident dreigt dodelijk te zijn voor wie voorin zit (de ontwikkelingslanden) en zal minstens heel pijnlijk zijn voor de bofkonten in de achterste treinstellen.

(Onze klimaatexpert Arnaud Collignon blogt vanuit Cancún)