Kumi Naidoo, directeur van Greenpeace International, schreef deze blogtekst naar aanleiding van de internationale dag van de vrede.

Ik was 22 jaar toen ik mijn thuisland Zuid-Afrika moest verlaten. Ik had geen keuze. Ik woonde toen intussen al een jaar ondergronds, om niet te worden gearresteerd. Het was 1987, midden in één van de bloedigste en gewelddadigste periodes in de geschiedenis van Zuid-Afrika onder de Apartheid. De groene vredige straten van Oxford, waar ik het geluk had terecht te komen, deden me aan een tekenfilm denken. Ze leken me onecht en het geweld dat ik achter mij had gelaten leek heel realistisch en dichtbij. ’s Nachts lag ik wakker en dacht aan de vrienden en verwanten die ik had moeten achterlaten.

Ik herinner mij die gevoelens nu telkens wanneer ik de hartverscheurende beelden zie van mensen die op de vlucht zijn voor vernieling – of dat nu de overstromingen in Bangladesh of de oorlog in Syrië is. De beelden van vertwijfelde ouders die hun kinderen vastklampen en hen proberen door afsluitingen van prikkeldraad heen te krijgen of van kleine opblaasbare bootjes. Als ik hen zie, denk ik aan mijn eigen dochter. Hoe zou ik me voelen als ik een van die ouders was? Toen ik vluchtte, hoefde ik alleen maar voor mezelf te zorgen.

'Niemand verlaat zijn thuis’ zo schrijft de in Kenya geboren Somalische dichter Warsan Shire, 'tenzij thuis de muil van een haai is'. 'Niemand stopt zijn kinderen in een boot tenzij het water veiliger is dan het land’.

21 september is de Internationale Dag van de Vrede. En dit jaar valt er alweer niet zoveel vrede te vieren.

Alleen al in Syrië is – volgens sommige ramingen – één op de twee Syriërs sinds het begin van de oorlog overleden of gevlucht. Volgens de VN zijn 7,6 miljoen Syriërs op de vlucht in eigen land en zijn er 4,1 miljoen Syrische vluchtelingen in het buitenland. De meesten in buurlanden van Syrië. Sommigen zoeken een veilige toevlucht in Europa.

Er zijn momenten waarop we niet langer grenzen mogen trekken tussen landen, mensen, tussen het beleid en de omgeving. Er komt een tijd dat het enige wat telt menselijkheid en solidariteit is. Dit is zo’n moment. Ik vind de daden van moed en medeleven van zo veel personen en gemeenschappen over heel Europa enorm inspirerend.

Veel van mijn collega’s bij Greenpeace proberen zich ook open te stellen en steun te bieden aan vluchtelingen. In Hongarije en Kroatië sluiten vrijwilligers zich aan bij de humanitaire inspanningen, zij helpen onder andere mee bij praktische zaken als het opzetten van een laadstation op zonne-energie op warme plekken, zodat de mensen hun telefoon kunnen opladen en toegang hebben tot WiFi. In Griekenland heeft ons kantoor nauwe contacten met de internationale niet-gouvernementele hulporganisaties om hen te steunen bij hun werk. Het kantoor werkt ook samen met lokale groepen om hulpgoederen in te zamelen en naar de eilanden te sturen waar veel vluchtelingen gestrand zijn.

Ik wil iedereen die de hand uitsteekt om hulp te bieden, persoonlijk bedanken. In deze ontroerende oceaan van solidariteit telt elke druppel. We moeten allemaal de handen in elkaar slaan en luid en duidelijk zeggen: #Refugeeswelcome!

Morgen reis ik naar New York om de VN-Top over de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen bij te wonen. Het wordt geen gemakkelijke reis, maar ik zal denken aan de tijd dat mijn reizen ook reizen van angst waren. Ik zal denken aan de mensen die dagen, maanden en jaren van aanhoudend, levensbedreigende reizen tegemoet zien, zonder dat er aan het eind veiligheid verzekerd is.

Als medemensen zijn we het aan hen verplicht om onze stem te laten horen, om ons solidair op te stellen en de basisoorzaken van de wereldwijde onveiligheid aan te pakken. We moeten aandringen op het zoeken naar echte oplossingen – waaronder het afstappen van fossiele brandstoffen. Conflicten zijn altijd complex. Maar als we kijken naar de huidige conflicten, van Irak over Oekraïne, Soedan, de Zuid-Chinese Zee tot Nigeria, is het duidelijk dat de toegang, het transport en dus de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen zeker een rol spelen.

"Grondstoffenoorlogen" zijn niet nieuw. Maar vandaag kunnen we die overwinnen. In New York zal ik pleiten voor een wereld die tegen 2050 draait op hernieuwbare energie voor iedereen. Die wereld ligt binnen handbereik, ons meest recente scenario voor een Energie[R]evolutie laat daar geen enkele twijfel over bestaan. Het is ook die wereld die we moeten kiezen als we vrede willen. Windturbines, fotovoltaïsche systemen, isolatiemateriaal of ramen met dubbel glas zijn de "wapens" die we moeten inzetten om een veiliger wereld te helpen opbouwen.

Ik heb het grote geluk gehad dat ik mocht meemaken dat er een paar jaar nadat ik Zuid-Afrika gedwongen moest verlaten een eind kwam aan de Apartheid, dankzij de macht van het volk en de internationale solidariteit. Apartheid werd afgeschaft en ik ben nu vrij om terug te keren. Zullen de ontheemde mensen van vandaag ooit dat voorrecht hebben? Ik weet het niet. Maar we moeten ons inzetten voor de vreedzame, veilige wereld voor iedereen, die dit mogelijk zou maken.