Op het ogenblik dat zogenaamde ecorealisten pleiten om de klimaatopwarming te lijf te gaan met meer kerncentrales, publiceert Greenpeace een analyse van de wereldwijde onopgeloste kernafvalcrisis.

Vanaf het begin van het nucleaire tijdperk, zo’n 70 jaar geleden, werden grote hoeveelheden gevaarlijk radioactief afval geproduceerd. Niet enkel tijdens het kernsplijtingsproces in een kerncentrale, maar reeds vooraf bij het ontginnen van uraniummijnen en de aanmaak van kernbrandstof worden bevolkingsgroepen blootgesteld aan de risico’s van deze radiotoxische stoffen.

Wanneer ecorealisten het hebben over “schone kernenergie”, verzwijgen ze de gevaarlijke erfenis die de miljoenen tonnen radioactief stof uit uraniummijnen nalaat voor de volgende duizenden generaties. Evenmin hebben ze het over de meest risicovolle vorm van kernafval: de gebruikte kernbrandstof uit kerncentrales. Een persoon die op amper één meter afstand van een onbeschermd spijtstofelement staat dat een jaar eerder uit een kernreactor werd ontladen, krijgt in minder dan een minuut een dodelijke stralingsdosis. Vandaag bestaat er nergens ter wereld een aanvaardbare lange-termijnoplossing voor het veilig beheer van dit hoogradioactief afval dat langer van de biosfeer moet worden geïsoleerd dan de periode dat de mens rondloopt op deze planeet.

Dertig jaar geleden garandeerden ingenieurs ons dat het dumpen van kernafval in zee de best mogelijke optie was. Vandaag suggereren ze dat het dumpen in diepe geologische lagen een goede definitieve oplossing is voor dit eeuwig stralende afval. De optie van geologische berging is evenwel nog nergens operationeel en kent een heleboel onvolmaaktheden en risico's die maken dat dit voor ons geen aanvaardbare optie is, laat staan een oplossing. Ook Finland, dat vaak wordt voorgesteld als een land waar de geologische bergingsoptie het verst is gevorderd, staat in wezen nog nergens.

Dit blijkt duidelijk uit de analyse die experten maakten in het rapport “The global crisis of nuclear waste”. Daarom pleiten we er voor om voorlopig (gedurende alvast 100 jaar of meer) het afval op te slaan in verbeterde interim-opslagfaciliteiten. Ondertussen kan/moet het onderzoek naar een meer aanvaardbare lange-termijnoptie worden opgedreven.

Prof. Bertrand Thuillier analyseert in het rapport de Belgische optie om dit eeuwig stralend afval definitief in de ondergrondse kleilagen te dumpen. Hij komt tot de conclusie dat de optie van ondergrondse berging in klei – los van het feit of het om de Boomse of Ieperse kleiformaties gaat - meerdere risico’s inhoudt, niet enkel op de lange en zeer lange termijn, maar zelfs tijdens de exploitatiefase tijdens dewelke de ondergrondse site gebouwd wordt en het kernafval er wordt ingebracht.

De kerncentrales van Doel en Tihange hebben één generatie Belgen van stroom voorzien, maar de kernafvalcrisis die ze hebben voortgebracht zal honderdduizenden jaren lang het welzijn van toekomstige beschavingen hypothekeren. Is dit de toekomst die we de wereld  willen nalaten? Laat ons daarom, in de hoop dat er ooit een aanvaardbare beheersoptie voor de lange termijn ontwikkeld wordt, alvast stoppen met de productie van nog meer problematisch kernafval.