We zouden het bijna vergeten door de erg zwakke uitkomst op de top in Lima, maar 2014 was best een goed jaar voor het internationale klimaatdebat. De hoop op een waardige opvolger van het Kyotoprotocol is nog niet vervlogen. Bovendien groeit het besef dat klimaatactie nieuwe banen en economische opportuniteiten zal creëren.

Geen mentaliteitswijziging

Niet geheel onverwacht eindigde de klimaatconferentie in Lima vorige maand in mineur. De onderhandelaars zijn er niet in geslaagd om de positieve veranderingen in de wereld daarbuiten te vertalen in concrete resultaten.

De voortekenen waren nochtans gunstig. Aan de vooravond van de top sloten China en de VS een historische klimaatdeal. Gehoopt werd dat deze klimaatbeloften het internationale debat in Lima nieuw leven zouden inblazen. Natuurlijk zijn er meer inspanningen nodig van beide grootmachten, maar hun demarche leek op zijn minst een mentaliteitswijziging mogelijk te maken: van "doe jij maar eerst, jij vindt het klimaat belangrijk" naar "ik ben bereid actie te ondernemen, als jij dat ook doet". Daar viel helaas weinig van te merken.

Het was misschien ook naïef om dat te verwachten. In Warschau het jaar voordien waren regeringen overeengekomen om hun engagementen voor Parijs in 2015 pas op tafel te leggen ná Lima. Hoewel de doortocht van tyfoon Hagupit op de Filipijnen tijdens de onderhandelingen opnieuw pijnlijk de urgentie van probleem illustreerde, lieten de partijen rond de tafel zich niet opjagen. De VS, de EU en andere industrielanden benadrukten het belang om toekomstige uitstootreducties "realistisch" en "nationaal bepaald" te houden. Ze bleven ook schaamteloos op de rem staan voor meer actie inzake klimaatfinanciering en -adaptatie, in het bijzonder voor de meest kwetsbare landen. India en China van hun kant bundelden de krachten met de oliestaten in een poging zichzelf te beschermen tegen strengere en bindende uitstootreducties in de toekomst.

Niemand wou open kaart spelen in Lima. Het resultaat is zoals bekend een rommelig compromis dat geen gemeenschappelijk tijdskader schept voor toekomstige klimaatactie. Het akkoord verplicht landen wel om ruwe informatie in te dienen over de klimaatacties die zij in het Parijs-akkoord willen laten opnemen. Maar er is geen geloofwaardig mechanisme om te analyseren of al die nationale acties voldoende en eerlijk verdeeld zijn, laat staan dat er ruimte zou zijn om die engagementen zo nodig nog op te krikken, in lijn met de klimaatwetenschap. Bovendien zijn rijke landen niet verplicht om hun geplande klimaatfinanciering op te nemen in hun nationale engagementen voor Parijs. Lima heeft ook geen duidelijk plan opgeleverd om tegen 2020 de beloofde jaarlijkse 100 miljard dollar voor klimaatfinanciering bij elkaar te krijgen.

Globale klimaatbeweging

Akkoord, dit klinkt allemaal erg slecht. Maar de uitkomst in Lima mag ons niet doen vergeten dat 2014 in het algemeen wel degelijk een positief jaar was voor het klimaatdebat. En dat een betekenisvol akkoord in Parijs nog steeds tot de mogelijkheden behoort.

people climate march new york

In 2014 zagen we de wederopstanding van een globale klimaatbeweging. Mensen wereldwijd zetten de meest recente en angstaanjagende waarschuwingen van klimaatwetenschappers om in een boodschap van hoop. In New York kwamen bijna een half miljoen mensen op straat in september, en in Lima vond op 10 december de grootste klimaatbetoging ooit in Latijns-Amerika plaats. Het momentum groeit.

Ook al zagen we weinig verandering bij de Chinese onderhandelaars in Lima, het einde van de steenkoolgroei in China blijft een zeer goede en wereldwijd relevante ontwikkeling. Want het was precies die boom die het eerste decennium van deze eeuw tot het slechtste decennium voor het klimaat maakte. De huidige daling in het steenkoolverbruik kan er nog altijd toe leiden dat China ook in de klimaatonderhandelingen het geweer van schouder verandert in de aanloop naar Parijs.

Daarom blijf ik geloven dat terwijl de alarmbellen steeds luider klinken - 2014 is nu ook officieel het warmste jaar ooit gemeten - op nationaal niveau de bouwstenen langzaam maar zeker gelegd worden voor slagvaardigere klimaatactie.

Wereld zonder fossiele brandstoffen?

Zelfs in Lima waren overheden niet helemaal doof voor de groeiende publieke druk en het voortschrijdende inzicht dat klimaatactie nieuwe banen schept, economische opportuniteiten biedt en onze levenskwaliteit verhoogt. De officiële onderhandelingstekst voor Parijs bevat zelfs een passage over een volledige uitfasering van fossiele brandstoffen tegen het midden van deze eeuw. Natuurlijk is dat maar één van de pistes in de tekst. Maar het bewijst dat een toekomst zonder fossiele brandstoffen een reële optie is geworden, zelfs in de ogen van bureaucraten. Als dit engagement om tegen 2050 volledig af te stappen van fossiele brandstoffen (versterkt met de ambitie om voor 100% hernieuwbare energie te gaan) behouden blijft, zou Parijs weleens het einde van het fossiele tijdperk kunnen inluiden. Van een verrassing gesproken!

Natuurlijk mogen we de machtige lobby van de olie- en gassector niet onderschatten. Maar de urgentie van de klimaatwetenschap, de groeiende competitiviteit van hernieuwbare energie en de steeds luidere stem van de wereldwijde klimaatbeweging maken een doortastend klimaatbeleid stilaan onvermijdelijk. Onze overheden hebben getreuzeld in Lima, maar het momentum is gelukkig nog niet voorbij…