China en de Verenigde Staten hebben een historisch akkoord bereikt, waarover ze verscheidene maanden in alle stilte hebben onderhandeld en dat China's eerste concrete stap vormt in de richting van internationale emissiedoelstellingen.

Het voornemen van China om tegen 2030 een aandeel van 20 procent groene energie te halen, klinkt misschien op het eerste gezicht niet al te ambitieus – maar toch is het dat wel. President Xi heeft meegedeeld dat China tegen 2030 tot 1000 GW energie zonder uitstoot wil produceren (bijna de omvang van de hele Amerikaanse elektriciteitssector). En rond het jaar 2030 zal de Chinese uitstoot een piek hebben bereikt en alweer aan het dalen zijn.

Dat is een stap vooruit ten opzichte van de Chinese verklaring tijdens de klimaattop in New York in september toen vicepremier Zhang Gaoli stelde dat China “zo snel mogelijk” van start zou gaan met het beperken van de uitstoot van broeikasgassen.

Dit is misschien het begin van het einde van China’s liefde voor steenkool, maar er gaapt nog altijd een kloof tussen de politiek en de wetenschap.

Als de wereld de meest schadelijke gevolgen van de wereldwijde klimaatverandering wil vermijden, kan en moet de Chinese emissiepiek er veel vroeger komen. Dit jaar alleen al is het steenkoolverbruik met 1 à 2% gedaald en de grote problemen met de luchtvervuiling in het land hebben al geleid tot een belangrijke economische herstructurering, die de uitstoot heeft teruggedrongen. China beschouwt vervuiling niet langer als een onzichtbare kost.

Windenergie in China

Onbeantwoorde vragen

Er zijn nog een paar essentiële vragen, die vooral te maken hebben met de post-2020 klimaatdoelstellingen van de VN die in maart volgend jaar moeten worden gehaald.

Volgens het tijdschema van de VN moeten landen hun "geplande nationaal vastgestelde bijdrage” voorstellen en we kunnen er min of meer van uitgaan dat de doelstelling van de VS om de uitstoot tegen 2025 met 28% te beperken centraal zal staan in wat de Amerikanen in maart zullen voorstellen.

Wat China betreft, is het ten eerste de vraag of het land zal werken met een absolute doelstelling. Waarschijnlijk zullen de Chinezen dat wel doen, omdat je berekeningen moet maken in absolute termen om een piekjaar te kunnen vaststellen.

Een andere vraag is het tijdschema voor die doelstelling – wordt het 2025 of 2030, of een combinatie van beide?

Een kortere verbintenisperiode van 2020 tot 2025 zou het perverse effect kunnen hebben dat China wordt vastgepind op een vrij hoog CO2-pad – waardoor er minder flexibiliteit is om de ambitie te verhogen.

Een akkoord is mogelijk

Op diplomatiek vlak is deze overeenkomst enorm bemoedigend: de twee landen met de grootste CO2-uitstoot hebben ingezien dat ze met elkaar verbonden zijn en samen actie moeten ondernemen.

Na uitvoerige geheime onderhandelingen geven zowel president Obama als president Xi uiteindelijk een signaal dat ze bereid zijn om enge economische belangen te overstijgen om hun gedeelde verantwoordelijkheid voor dit probleem te erkennen.

Dit is alvast een goed voorteken om te komen tot een wereldwijd klimaatakkoord tijdens de Top van Parijs van december 2015 – het is een teken dat dingen mogelijk zijn.

Daarom is dit akkoord echt belangrijk. De details zijn een begin – maar als beide landen de wetenschap van de klimaatverandering ernstig nemen, dan moet de aankondiging de bodem en niet het plafond vormen van de ambities voor klimaatactie.

- Li Shuo is beleidsmedewerker 'Klimaat en Energie' bij Greenpeace Oost-Azië.