We waren naar deze klimaatconferentie getrokken met een absoluut minimum aan eisen. Het zal niet in Warschau zijn dat de grote economieën uit hun schulp komen, dat hadden we al op voorhand in de gaten. Maar een geloofwaardige agenda voor de aanloop naar de top in Parijs over twee jaar en voor het akkoord dat daar uit de bus moet komen, leek niet te veel gevraagd. Zeker niet gezien de huidige klimaaturgentie.

Maar met nog een dag te gaan waren we heel ver verwijderd van die doelstelling, die op zich al helemaal niet ambitieus is. In het enorme voetbalstadium in Warschau waar de conferentie plaats had, reden de 179 betrokkenen meer dan ooit voor eigen rekening. Aan de ene kant deden landen als Australië er alles aan om een goede afloop onmogelijk te maken. Aan de andere kant van de tafel toonden bepaalde landen uit het Zuiden zich tevreden met de weinige vooruitgang die hier werd geboekt. Ze leken meer begaan met hun politieke agenda’s dan met het lot van hun bevolkingen. In die omstandigheden zaten we er als ngo’s voor spek en bonen bij...

Laatste kans

En dus stonden we gezamenlijk op om het stadium te verlaten. Rondom ons keken de delegatieleden van de verschillende landen ons aan met een perplexe blik – het was ook de eerste keer in de geschiedenis dat we de zaal verlieten terwijl de conferentie nog aan de gang was – maar ook met enige twijfel: “Wat doen ze nu weer?”. Met deze tekst hoop ik hen van antwoord te dienen.

Het is niet zo dat we de top in Warschau hebben verlaten omdat we niet meer zouden geloven dat deze VN-klimaatconferenties de klimaatcrisis zullen oplossen. Meer dan ooit is dit circus noodzakelijk. Hier moet de coördinatie gebeuren van de klimaatinspanningen in de verschillende landen, met een akkoord dat alle landen bindt en de coherentie verzekert in de wereldwijde klimaatactie. Het is dus niet zo dat we de klimaatconferenties definitief de rug toekeren, dat is namelijk geen optie.

Maar de boodschap die we willen geven aan de delegatieleden en dus aan alle regeringen, is duidelijk. Als ze geen gepaste nationale klimaatmaatregelen nemen in de komende jaren, door hoognodige reductiedoelstellingen aan te kondigen die volgend jaar al van kracht moeten gaan, zullen we er zeker niet in slagen om de temperatuurstijging onder de 2 °C te houden. De toekomstige wereldleiders zullen dan alleen nog maar aan damage control kunnen doen, en hopen dat het wel zal meevallen met die hongersnoden en vluchtelingenstromen.

“We’ll be back!”

Die uitkomst kunnen we niet aanvaarden, en daarom zijn we opgestapt bij deze klimaattop, de COP19. We hadden weinig andere keuze dan de conferentie op te geven, omdat de industrie van fossiele brandstoffen en de belangen op korte termijn er regeerden. Het was onze plicht, als vertegenwoordigers van het middenveld en het algemene belang, om een krachtig signaal te geven.

Maar wie hoopt dat de ngo’s voortaan zullen wegblijven uit de klimaatconferenties, en rustig zullen toekijken hoe de planeet traag maar zeker naar de knoppen wordt geholpen, mag niet te vroeg juichen. Want bij het verlaten van de conferentie en Warschau toonden we onze T-shirt met het opschrift “We’ll be back”.