De dag dat ik voet zette op Rongelap, een atol in de Stille Oceaan, was een sleutelmoment in mijn carrière én in mijn leven. Op die bewuste dag, 17 mei 1985, was ik 24 jaar. Op het eerste gezicht leek het wel een paradijs: prachtige stranden, kokospalmen en kristalblauw water.

De bewoners stonden ons op te wachten met bloemen. De vrouwen hielden een spandoek vast met het opschrift “We love the future of our children”. Met een team van Greenpeace kwamen we de bevolking evacueren.

Het eiland waarop ze woonden, maakte hen ziek. In maart 1954 kreeg het atol namelijk een grote dosis radioactieve straling te verwerken, als gevolg van de kernproef met de krachtigste atoombom die de VS ooit hebben gemaakt.

Dagenlang was er radioactief stof (fall-out) neergevallen op het eiland, die bodem en water had verontreinigd. In de nasleep van de kernproef piekte het aantal kankergevallen, en werden baby’s geboren met zware misvormingen.

De bevolking had geen andere keuze dan in ballingschap te gaan, met weinig hoop om ooit nog terug te keren…

Een dag om te herinneren

29 augustus is de internationale dag tegen kernproeven. Een mooie gelegenheid om ons te buigen over lessen uit het verleden. In 1996 hebben meer dan 70 landen het kernstopverdrag getekend, waaronder ook 5 van de 8 landen met atoomwapens. Hoewel het akkoord nooit in werking trad, heeft zijn aanname het aantal kernproeven drastisch verlaagd.

Het enige land dat in de 21ste eeuw nog kernproeven heeft gehouden, is Noord-Korea (met 5 tests in de afgelopen 11 jaar). Maar de actualiteit doet vrezen dat een nucleaire oorlog niet langer ondenkbaar is. Zo heeft Noord-Korea ermee gedreigd het eiland Guam, een afzonderlijk territorium van de VS en onderdeel van de regio Micronesië, aan te vallen. De Amerikaanse president, opperbevelhebber van het nucleaire arsenaal van de VS, beloofde om zo’n aanval met “vuur en furie” te beantwoorden.

Nucleaire aanvallen zijn een internationale pasmunt geworden, een bedreiging die met een schrikbarend gemak wordt geuit. De twee partijen spelen met vuur, waarbij onmogelijk te voorspellen is hoe het zal aflopen als een van de twee op de rode knop drukken. De enige oplossing voor de huidige crisis is evident: onderhandelingen en diplomatie.

Een nieuwe hoop

In juli hebben de Verenigde Naties een historische stap gezet. 122 landen zaten samen in New York en hebben ingestemd met een verbod op kernwapens. De ratificatie van dat verdrag begint in september. Landen met kernwapens en hun bondgenoten hebben alles gedaan om het proces te boycotten. Dat is niet gelukt, maar dat ze niet deelnemen is veelzeggend. Want als een land het verdrag niet ratificeert, hoeft het zich ook niet aan de bepalingen te houden.

En toch is het belang van deze tekst enorm. De pleitbezorgers van kernwapens zullen het moeilijker krijgen om deze als legitieme defensiemiddelen te omschrijven. Dankzij dit verdrag worden atoomwapens voortaan beschouwd als een bedreiging voor de veiligheid, en niet als een troef. In een wereld waarin oorlog opnieuw om de hoek schuilt, moeten regeringen terug tot hun zinnen komen en het momentum van dit verdrag aangrijpen om te ontwapenen.

- Bunny McDiarmid, co-directeur van Greenpeace International