Waarom nog wachten als we vandaag een belangrijk verschil kunnen maken? Die vraag heb ik me al vaak gesteld, zeker als het over glyfosaat gaat. De Wereldgezondheidsorganisatie bestempelt deze actieve stof in onder andere Roundup als waarschijnlijk kankerverwekkend. Toch blijven de Belgische winkelketens en de overheid onbeweeglijk zitten als konijnen voor een koplamp.

Er is blijkbaar meer nodig om hen te overtuigen om glyfosaat uit de rekken te halen en te kiezen voor echt duurzaam tuinieren.

Stickers zijn de volgende stap

Glyfosaat is het meest gebruikte herbicide ter wereld. We wisten al dat het schadelijk is voor het milieu, en sinds maart blijkt het zelfs waarschijnlijk kankerverwekkend. Al een half jaar vraagt Greenpeace de Belgische retail om glyfosaathoudende producten uit de rekken te nemen. Eerst in een brief, samen met andere belangenorganisaties, nadien in een petitie gericht aan de CEO’s van de 4 grootste doe-het-zelfketens van dit land: Brico, Gamma, Hubo en Aveve.

Nu hebben we iedereen die daarom vroeg stickers bezorgd met het opschrift: “Risico op kanker?” Ze kunnen deze kleven op verpakkingen die glyfosaat bevatten, zoals Roundup of Weedol. Het gaat om ongeveer duizend mensen, dus qua signaal kan dat tellen.

Niet wachten op beleid

Het argument bij uitstek van de winkelketens die geen maatregelen willen nemen, luidt: “We wachten op het beleid”. De overheid van haar kant wacht op de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) en die wordt gevoed door de industrie die natuurlijk haar meest winstgevende product wil blijven slijten.

Vandaag tonen we dat het beleid niet gemaakt wordt in een vacuüm, door verkozen politici, maar door ons allemaal: van opa die gisteren nog met Roundup in de weer was en vandaag heet water gebruikt, van zijn kleinkinderen die een sticker kleven op diezelfde Roundupfles in een doe-het-zelfzaak, tot en met de eerste Belgische keten die deze middelen niet meer te koop aanbiedt. Wij allemaal kunnen het signaal geven dat we geen vergif hoeven in onze tuin, dat nadien ook bodems en waterlopen vervuilt.

Zo kunnen we het beleid bewegen om de ‘wetenschappelijke onzekerheid’, waarop het zich zo graag beroept om apathisch te blijven, te overstijgen.

In Nederland, Duitsland en Zwitserland vonden vele winkelketens het niet nodig om te wachten op een verbod. Vanuit hun visie op maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben ze genoeg aan het oordeel de Wereldgezondheidsorganisatie om glyfosaat niet langer te verkopen. In België wachten ze liever af.

Wetenschappelijke onzekerheid?

De vraag of glyfosaat potentieel gevaarlijk is voor onze gezondheid is cruciaal. Het goedje is nu al overal terug te vinden. Friends of the Earth ontdekte het in de urine van boeren, in Argentinië vond men glyfosaat op tampons, in Vlaanderen is glyfosaat het meest aangetroffen residu in rioolwaterzuiveringsinstallaties.

Het IARC, dat is het Kankeronderzoekinstituut van de Wereldgezondheidsorganisatie, bood 17 wetenschappers de ruimte en de tijd (meer dan een jaar) om het risico op kanker bij blootstelling aan glyfosaat te onderzoeken. Na de analyse van publiek beschikbaar onderzoek vonden zij redenen genoeg om die stof als waarschijnlijk kankerverwekkend tin te schatten. Het wondermiddel dat in de jaren 1970 de hemel werd ingeprezen als onkruidbestrijder, laat nu zijn ware aard zien.

Toch blijven enkelen koppig volhouden dat er geen vuiltje aan de lucht is. Patrick Moore bijvoorbeeld vertelde een Franse journalist dat glyfosaat zelfs drinkbaar is. Daarnaast is er ook de Glyphosate Task Force, vol met bedrijven die glyfosaatproducten verkopen, die studies publiceert waaruit moet blijken dat glyfosaat geen enkel probleem vormt voor ons ecosysteem of de menselijke gezondheid.

Binnenkort is het aan EFSA om haar oordeel te vellen. Jammer genoeg is dat op voorhand al ongeloofwaardig, gezien de Europese waakhond zich in hoofdzaak baseert op samenvattingen van studies die uitgevoerd werden door de industrie zelf (EFSA heeft wel beloofd het IARC advies in te kijken). Greenpeace heeft daarover samen met 46 andere organisaties gisteren een open brief gestuurd naar de bevoegde commissaris.

Wat met mijn onkruid?

Allemaal goed en wel, maar wat nu gedaan met onkruid? Onkruid is misschien het verkeerde woord. Ook onkruid zijn gewoon planten en met sommige ‘onkruiden’ kan je best interessante dingen klaarmaken, zie bijvoorbeeld het Onkruidboek van Velt.

De meeste mensen willen natuurlijk gewoon een propere oprit of tuinpad. Er bestaan tegenwoordig heel wat alternatieven. Zo blijkt heet water bijzonder efficiënt tegen bepaalde onkruiden. Daarnaast kan je ook schoffelen of wieden. Het gemak van chemische bestrijdingsmiddelen wordt het dichtst benaderd door gasbranders of elektrische toestellen die vandaag al in de handel te koop zijn. Ook de website van de overheid – Zonder is Gezonder – beschrijft ook heel wat opties om onkruid te lijf te gaan.