Congolese oerbossen hebben sterkere bescherming nodig!

Nieuwsartikel - 20 januari, 2009
De Congolese regering heeft een door de Wereldbank gesponsorde herziening van de houtkapindustrie afgerond, met enkele positieve resultaten. Jammer genoeg heeft de overheid ook toestemming gegeven aan de industrie om bomen te kappen in meer dan dubbel van de aanbevolen oppervlakte.

Een pygmeeënkind in de Evenaarsprovincie in Congo. Welke toekomst heeft hij als de wouden verdwijnen?

De Congolese overheid verwierp 68 van de 87 bezwaren van houtkapbedrijven die hun contracten bedreigd zagen. Dat is een duidelijk teken dat de regering niet volledig gezwicht is onder de druk van de ondernemingen. Maar Greenpeace wijst op enkele belangrijke uitdagingen, die vooral te maken hebben met het zwakke bestuur in het land en het gebrekkige toezicht op de bosbouw in Congo. Het is niet duidelijk hoe de regering de opzegging van contracten op het terrein zal afdwingen.

De Congolese regering had een technische werkgroep aangesteld om alle bestaande boskapcontracten te herzien. Deze werkgroep adviseerde een vermindering tot 4,4 miljoen hectare van bosgebied dat gekapt mag worden. Maar de overheid heeft tegen dit advies in 65 contracten goedgekeurd, die betrekking hebben op bijna tien miljoen hectare.

Legale boskap?

Het proces van boskapherziening kreeg heel wat kritiek. Een onafhankelijk waarnemer die de regering op verzoek van de Wereldbank had aangesteld, heeft toegegeven dat essentiële wettelijke criteria niet zijn nagetrokken. Het moratorium op nieuwe houtkapvergunningen uit 2002 is massaal geschonden en de boswet die zes jaar geleden is ingevoerd, wordt nog altijd niet toegepast.

Buitenlandse houtbedrijven als de Zwitserse groep Danzer of de groep Nordsüdtimber, met zetel in Liechtenstein, konden honderdduizenden hectare bos verwerven onder het voorwendsel van een reorganisatie en relokalisatie van de oude kapvergunningen

Greenpeace dringt er bij de Congolese regering op aan om vast te houden aan het moratorium op de toewijzing van nieuwe boskapvergunningen tot een nationaal landbestemmingsplan is opgesteld met inspraak van de bevolking en tot een beter en zinvol bosbeheer mogelijk is.

Congolese overheid moet het been stijf houden

Het behoud van de Congolese bossen is van vitaal belang in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Als tweede grootste tropisch regenwoud vormen de bossen in het Congobekken immers een belangrijk reservoir voor de opslag van broeikasgassen. Tegelijkertijd is ontbossing wereldwijd verantwoordelijk voor 20 % van de CO2-uitstoot.

Greenpeace hoopt dat het afronden van de herziening en het opzeggen van bepaalde vergunningen,de weg kan openen voor een zoektocht naar alternatieven voor houtkap.

De Afrikanen dreigen het grootste slachtoffer te worden van de klimaatverandering. De regering moet de wouden beschermen, niet alleen voor hun rol in de stabilisering van het klimaat, maar vooral voor de Congolezen zelf, die van deze bossen afhankelijk zijn en die het meest te lijden hebben onder de voortdurende plundering.

Onderwerpen