Nieuwsartikel - 9 mei, 2013
Stel: de verongelukte trein in Wetteren vervoert geen chemicaliën maar hoogradioactief afval. En hij verongelukt in uw buurt. Ondenkbaar? Dat maken we onszelf graag wijs, maar niets garandeert dat een treinongeval met kernafval uitgesloten is. Of erger nog: dat een ongeluk in een kerncentrale in uw buurt uitgesloten is. Nu vraagt men zich in Wetteren af hoe giftig de sla is. Een vraag waarop in Tsjernobyl en Fukushima ooit een vreselijk antwoord kwam.
Het kan niet gebeuren. Het zal niet gebeuren. En dan gebeurt het toch. Wat blijkt: onze overheden en bevoegde instanties zijn hier niet voldoende op voorbereid. Op een chemische ramp, maar nog veel minder op de gevolgen van een nucleaire ramp. Toch denderen nucleaire transporten ’s nachts langs onze huizen en tuinen, terwijl wij rustig en onwetend liggen te slapen. En als we het weten, maken we er ons van af met: ‘Zoiets gebeurt hier niet, ergens anders misschien, maar niet hier.' Wie op voorhand aan de alarmbel trekt, zoals Greenpeace, is een doemdenker. Uit op sensatie.
Geen rampenplannen
De ramp in Wetteren toont op relatief beperkte schaal hoe onprofessioneel ons land met een ontspoord nucleair transport of een kernramp zou omgaan. Alleen zou er dan een veel groter gebied besmet geraken. Veel meer mensen zouden moeten worden geëvacueerd. En dit niet voor enkele weken, maar decennialang. Waar kan u terecht? Gaat u eerst uw kinderen van school halen? Er bestaan geen rampenplannen die naam waardig. En dat terwijl de ontsporing van een nucleair transport of een kernramp gevolgen kunnen hebben die vele malen ernstiger zijn dan de ramp in Wetteren. De hoeveelheid radioactiviteit van een transport van hoogradioactieve gebruikte kernbrandstof is vergelijkbaar met de vrijgekomen radioactiviteit bij de ramp in Tsjernobyl. Giftige sla zal dan slechts een van de ontelbare gevolgen zijn in een gebied waar honderdduizenden gezinnen wonen en werken. Het leven zoals we het nu kennen, zal niet meer zijn en economische activiteiten zullen lange tijd uitgesloten zijn.
Geen lessen
Of het nu om een chemische- of een kernramp gaat, de regering is verantwoordelijk voor de bescherming van haar bevolking. Een adequate en uitgebreide rampenplanning moet ingeoefend en geactualiseerd worden. Jarenlang heeft ze die opdracht verwaarloosd. Van de meeste provinciale nucleaire nood- en interventieplannen bestaan twee versies. Ten eerste een officieel door de regering bekrachtigd plan dat nog uit de vorige eeuw dateert. Ten tweede een nieuw plan, gebaseerd op de bepalingen van het in 2003 geactualiseerde federaal Nucleair en Radiologisch Noodplan voor het Belgisch Grondgebied. Hoewel 2003 ondertussen ook alweer tien jaar geleden is, zijn die nieuwe provinciale nood- en interventieplannen nog steeds niet officieel bekrachtigd door de regering. Sommige provincies hebben zelfs geen bijzonder nood- en interventieplan, omdat ze zogenaamd ver genoeg van een kerncentrale liggen. Dat getuigt van laksheid en nalatigheid.
Dagvaarding
“Een rampenplan kan niet alles voorzien”, zei Minister van Binnenlandse Zaken Joelle Milquet (CDH) eerder deze week. Als het klopt dat het onmogelijk is om een dichtbevolkt gebied als België effectief te beschermen tegen de impact van een ernstige kernramp, dan moeten we onze conclusies daaruit trekken. De verzekeringsmaatschappijen hebben dit alvast begrepen. Ze weigeren polissen aan te bieden die de totale kosten van een grote kernramp dekken.
Voor Greenpeace is het onaanvaardbaar dat er geen adequate noodplanning bestaat voor het geval dàt. Onder andere om die reden liet Greenpeace de regering officieel in gebreke stellen. Een maand en een giframp later, waarbij de tekortkomingen van onze niet bestaande noodplanning pijnlijk duidelijk worden, heeft de regering nog steeds niet gereageerd. Greenpeace start daarom de voorbereidingen om de regering officieel te dagvaarden. Niet omdat we uit zijn op sensatie, maar omdat we vinden dat zulke risico’s niet meer van deze tijd zijn.
Lees hier meer over onze officiële ingebrekestelling.