Vrijdag 2 november 2007

Pagina - 5 november, 2007

Veerle in het Forest Defenders Camp in Indonesië

Het Forest Defenders Campvan Greenpeace bestaat nu al een paar weken. Het is een hele klusgeweest om het kamp op te richten. Vrijwilligers hebben wekenmeegeholpen om het longhouse te bouwen, om een hut te voorzien voorde kookactiviteiten en een aantal hutten voor was en plas. Ook werdeen kleine uitkijktoren gebouwd. Via de uitkijktoren hebben we eengoed overzicht over de palmolieplantage vlak achter het kamp engebieden die in de buurt in brand gestoken worden.

Het waseen hele weg om naar het kamp te geraken. Via Pekanbaru (de hoofdstadvan Riau) is het een paar uur met de wagen naar Rengat en KualaCenako. Tijdens de rit naar Rengat krijg ik al een triestigeinleiding: palmolieplantages volgen elkaar op. Vrachtwagensvolgeladen met hout rijden richting Pekanbaru, wellicht voor depapierindustrie.

In Kuala Cenako word ik begroet door dedorpschef. De afgelopen weken zijn al heel wat 'bule' ( blankevreemdelingen) door zijn gemeenschap gepasseerd. Hij houdt een oogjein het zeil en zorgt voor een goede relatie tussen de bewoners enGreenpeace. De betrokkenheid van de lokale gemeenschap in het werkdat we hier doen is heel belangrijk. Het bedrijf Duta Palma heeft ookpalmoliebomen aangeplant op het land dat door de lokale gemeenschapgeclaimd wordt. Zij willen hun land terug; Greenpeace werkt samen methen in deze regio.

In Kuala Cenako stappen we over in een kleineboot voor een trip van 45 minuten. Ook al is in het gebied veel bosverdwenen, zie je hier en daar een vogel of een zoogdier opduiken. Opweg naar het kamp zien we een veelkleurige kingfisher en een paarneushoornvogels. Eens in het kamp schrik ik van de vernietigingrondom het kamp. Het bos rond het kamp is niet meer dan nog een paarbomen, waarvan de meeste stervende zijn. Achter het kamp ligt eenpalmolieplantage die er maar het afgelopen jaar is aangelegd. Dezwartgeblakerde stompjes van bomen zijn nog over het ganse terreinverspreid en herinneren aan het vuur dat een paar jaar terug over hetterrein heeft geraasd. Het terrein is opgedeeld in kleine percelendoor de irrigatiekanalen die zijn aangelegd. Het water in de kanalenis zwartgekleurd door het veen in het gebied.

Er zijn eenpaar tientallen mensen in het kamp. Uiteraard zijn er een heleboelIndonesische Greenpeace medewerkers en vrijwilligers. Hapsoro, mijnbossencollega van het Indonesisch Greenpeace kantoor, maar er zijnook nog Geoff uit Australie, mijn collega Sergio uit Italie, Jurrienuit Oostenrijk, Hayden uit de Verenigde Staten, ...

Deafgelopen weken zijn al een aantal activiteiten opgestart. Er zijnmetingen geweest van de diepte van de nog resterende veenlagen.Daaruit bleek dat de palmolieplantages hier niet wettelijk zijn wantvolgens de Indonesische wetgeving mogen er in veengebieden die dieperzijn dan 3 meter geen plantages komen, maar deze regelgeving heeftmen hier duidelijk met de voeten getreden.

Er werd heel watbeeldmateriaal geproduceerd van de vernietiging in de omgeving. Eneen paar dagen geleden werd gestart met het aanleggen van dammen omde irrigatie van water uit het gebied te stoppen maar daarover in dekomende dagen meer nieuws.

Onderwerpen