Pagina - 5 november, 2007
Veerle in het Forest Defenders Camp in Indonesië
Het Forest Defenders Campvan Greenpeace bestaat nu al een paar
weken. Het is een hele klusgeweest om het kamp op te richten.
Vrijwilligers hebben wekenmeegeholpen om het longhouse te bouwen,
om een hut te voorzien voorde kookactiviteiten en een aantal hutten
voor was en plas. Ook werdeen kleine uitkijktoren gebouwd. Via de
uitkijktoren hebben we eengoed overzicht over de palmolieplantage
vlak achter het kamp engebieden die in de buurt in brand gestoken
worden.
Het waseen hele weg om naar het kamp te geraken. Via Pekanbaru
(de hoofdstadvan Riau) is het een paar uur met de wagen naar Rengat
en KualaCenako. Tijdens de rit naar Rengat krijg ik al een
triestigeinleiding: palmolieplantages volgen elkaar op.
Vrachtwagensvolgeladen met hout rijden richting Pekanbaru, wellicht
voor depapierindustrie.
In Kuala Cenako word ik begroet door dedorpschef. De afgelopen
weken zijn al heel wat 'bule' ( blankevreemdelingen) door zijn
gemeenschap gepasseerd. Hij houdt een oogjein het zeil en zorgt
voor een goede relatie tussen de bewoners enGreenpeace. De
betrokkenheid van de lokale gemeenschap in het werkdat we hier doen
is heel belangrijk. Het bedrijf Duta Palma heeft ookpalmoliebomen
aangeplant op het land dat door de lokale gemeenschapgeclaimd
wordt. Zij willen hun land terug; Greenpeace werkt samen methen in
deze regio.
In Kuala Cenako stappen we over in een kleineboot voor een trip
van 45 minuten. Ook al is in het gebied veel bosverdwenen, zie je
hier en daar een vogel of een zoogdier opduiken. Opweg naar het
kamp zien we een veelkleurige kingfisher en een
paarneushoornvogels. Eens in het kamp schrik ik van de
vernietigingrondom het kamp. Het bos rond het kamp is niet meer dan
nog een paarbomen, waarvan de meeste stervende zijn. Achter het
kamp ligt eenpalmolieplantage die er maar het afgelopen jaar is
aangelegd. Dezwartgeblakerde stompjes van bomen zijn nog over het
ganse terreinverspreid en herinneren aan het vuur dat een paar jaar
terug over hetterrein heeft geraasd. Het terrein is opgedeeld in
kleine percelendoor de irrigatiekanalen die zijn aangelegd. Het
water in de kanalenis zwartgekleurd door het veen in het
gebied.
Er zijn eenpaar tientallen mensen in het kamp. Uiteraard zijn er
een heleboelIndonesische Greenpeace medewerkers en vrijwilligers.
Hapsoro, mijnbossencollega van het Indonesisch Greenpeace kantoor,
maar er zijnook nog Geoff uit Australie, mijn collega Sergio uit
Italie, Jurrienuit Oostenrijk, Hayden uit de Verenigde Staten,
...
Deafgelopen weken zijn al een aantal activiteiten opgestart. Er
zijnmetingen geweest van de diepte van de nog resterende
veenlagen.Daaruit bleek dat de palmolieplantages hier niet
wettelijk zijn wantvolgens de Indonesische wetgeving mogen er in
veengebieden die dieperzijn dan 3 meter geen plantages komen, maar
deze regelgeving heeftmen hier duidelijk met de voeten
getreden.
Er werd heel watbeeldmateriaal geproduceerd van de vernietiging
in de omgeving. Eneen paar dagen geleden werd gestart met het
aanleggen van dammen omde irrigatie van water uit het gebied te
stoppen maar daarover in dekomende dagen meer nieuws.