Pagina - 19 november, 2007
Veerle aan het werk in het Forest Defenders Camp in Indonesië
Al dieverschillende
nationaliteiten hier in het kamp maken dat decommunicatie niet
altijd eenvoudig is. Bijna altijd is er vertalingvan Bahasa
(Indonesisch) naar het Engels en omgekeerd en dit leidtwel eens tot
misverstanden. Maar het leidt ook wel tot een groterecreativiteit
en hilariteit. Niet alleen zijn er discussies over hetmooiste
Indonesische woord - mijn voorkeur gaat nog altijd uit naarhet
woord 'pompong', de naam voor de lokale boot. Ook worden ernieuwe
woorden uitgevonden. Zo is het woord 'bengbeng' ondertussenbij
iedereen gekend. De bengbeng is een stuk stam van ongeveer
70centimeter met 2 handvatten en het wordt gebruikt om de houten
balkenvoor de dammen in de grond te slaan.
Gezien ik de afgelopendagen vooral geholpen heb met het bouwen
van dammen, bestaat mijn Indonesisch vocabularium vooral uit
technische termen zoals kaju(hout), paku (nagel), hati hati
(opgelet).
Elke ochtendworden we wakker gemaakt met 'Selamat pagi', wat
zoveel betekent als'goede morgen', maar gezien het dan meestal nog
maar 5 uur is, is dithet woord dat heel wat mensen ondertussen niet
zo graag meer horen.
En dan is er ook nog 'makan', het woord waar iedereen hard
ommoet lachen. Het betekent niets meer dan 'avondeten' maar gezien
onzeThaise collega Topsi dit op zo'n grappige manier over het
kampuitroept, is het een woord dat bij de meeste medewerkers nog
lang eenglimlach zal oproepen.