Forest Defenders Camp Indonesië

Pagina - 6 november, 2007
Greenpeace heeft een Forest Defenders Camp opgericht in Riau in Indonesie. Het kamp werd gebouwd in een gebied waar recentelijk veenmoerasbos voorkwam. Riau is een provincie in Sumatra (westelijk eiland van Indonesie) waar ontbossing een schrijnend probleem is. De bossen worden niet alleen gekapt voor de hout- en papierindustrie; op dit moment is palmolie een belangrijke motor achter de grootschalige bosvernietiging. Het kamp maakt deel uit van een campagne van Greenpeace om de massale vernietiging van onder meer veenmoerasbossen in Indonesie en de impact van deze bosvernietiging op het klimaat onder de aandacht te brengen.

De opening van het Forest Defender Camp in Kuala Cenaku, Riau provincie (Indonesië), op 09 oktober 2007. Meer dan 60% van de wouden in Riau zijn al verdwenen door ontbossing. Volgens experts van meer dan 6 miljoen hectare in 1984 naar 2,7 hectare in 2006.

Bossen zijn wereldwijd belangrijk voor behoud van biodiversiteit, voor het levensonderhoud van miljoenen mensen, maar ook voor het behoud van het klimaatevenwicht. In Indonesie komen 10 tot 15 % van alle gekende planten, zoogdieren en vogelsoorten ter wereld voor maar door de enorme bosvernietiging zijn heel wat soorten bedreigd zoals de Sumatraanse tijger en de orang oetan.

In Indonesie bestaat een belangrijk deel van de tropische regenwouden uit veenmoerasbossen (peat swamp forests). De veenlagen in deze bossen zijn vaak meters diep en hebben zich gedurende duizenden jaren opgestapeld.  Het is een van de belangrijke koolstofopslagplaatsen in de wereld. De vernietiging van de veenmoerasbossen in Indonesie begint met het kappen van de economisch interessante bomen. Er worden kanaaltjes gegraven die zich snel met water vullen, waarlangs de stammen uit het gebied worden gehaald. Via deze kanaaltjes worden de veengebieden gedraineerd en drogen ze uit. De overblijvende vegetatie wordt vervolgens afgebrand (om achterblijvend houtig materiaal te verwijderen en om de bodem beter geschikt te maken voor gewassen zoals palmolie). De enorme hoeveelheid koolstof die in veen is opgeslagen wordt daardoor vrijgegeven. De vernietiging van veenmoerasbossen draagt in Indonesie dus heel sterk bij aan de emissie van broeikasgassen. 

Wereldwijd draagt ontbossing bij tot een vijfde van de uitstoot van broeikasgassen. Indonesie is de derde grootste uitstoter van broeikasgassen in de wereld en meer dan 80 % van de emissies in Indonesie is te wijten aan ontbossing.Veertig procent van de bossen in indonesie zijn al vernietigd en daarnaast zijn heel wat van de intacte bosgebieden gedegradeerd.

Greenpeace vraagt de Indonesische overheid dat ze op korte termijn werk maakt van een actieplan tegen bosbranden, een moratorium op het omzetten van veenmoerasbossen in palmolieplantages en een pakket van maatregelen dat moet leiden tot verminderde ontbossing.

In December 2007 vinden in Bali terug klimaatonderhandelingen plaats. Greenpeace vraagt dat de partijen zich daar bereid verklaren om verder te onderhandelen over concrete stappen die na 2012 moeten leiden tot verdere vermindering van emissies veroorzaakt door industrielanden. Daarnaast vraagt greenpeace ook dat de partijen zich akkoord verklaren voor de oprichting van een nieuw internationaal mechanisme dat voorziet in een drastische vermindering van emissies die veroorzaakt worden door ontbossing.

Onderwerpen