Nieuwsartikel - 6 juli, 2006
Zestien top-designers, waaronder Carmen March, Antonia Pernas en Jocomomola hebben op initiatief van Greenpeace een modeshow georganiseerd. Ze toonden hun creaties, die ontworpen zijn om de giftige stoffen te vermijden die meestal in kleding gebruikt worden.
Gelukkig hoef je niet noodzakelijk haute couture te kopen om kleding zonder giftige stoffen te kunnen dragen. Modegiganten H&M, Marks en Spencer en Puma hadden zich al geangageerd om gevaarlijke stoffen uit hun kledinglijn te weren, en nu hebben ook Mango en Camper dat gedaan.
De modeshow is bedoeld om de politici wakker te schudden die later dit jaar zullen stemmen over de nieuwe wetgeving op chemische stoffen. In de herfst moet de Europese Unie immers beslissen over het lot van de nieuwe chemische wetgeving 'REACH'.
Centraal staat de vraag of de industrie gevaarlijke chemische stoffen systematisch zal moeten vervangen door veiliger alternatieven - of niet. Momenteel worden in consumptiegoederen duizenden chemische stoffen gebruikt waarvan men nauwelijks de veiligheids- of gezondheidsaspecten onderzocht heeft. Zo komt het dat een baby nog voor de geboorte al blootgesteld wordt aan zo'n honderd chemicaliën die door de mens gemaakt zijn.
De chemische industrie heeft een nooit geziene lobbycampagne opgezet om het wetsvoorstel zoveel mogelijk te ondermijnen. Dat terwijl veel andere bedrijven die chemische stoffen gebruiken, grote voordelen zien in de REACH-wetgeving. Het belang van REACH is groot, want hoewel het een Europese wet is, kan REACH snel een wereldwijde standaard worden. Europa is immers de grootste markt voor de chemische industrie wereldwijd.
De mooie kleren in Madrid tonen dat het mogelijk is stijlvol te zijn zonder daarvoor gevaarlijke chemische stoffen te gebruiken. Nu is het aan het Europese parlement om het heft in handen te nemen en voor het substitutieprincipe in REACH te stemmen. Pas dan kunnen we zeker zijn dat onze kleren en andere producten enkel die stoffen bevatten die zo ongevaarlijk mogelijk zijn.