Voor de expansie van zijn palmolie- en papierimperium heeft Sinar Mas zijn oog laten vallen op miljoenen hectare in Indonesië. Daartoe behoren uitgestrekte bosgebieden en veenmoerassen in de provincie Papoea (westelijk deel van het eiland Nieuw-Guinea). Deze ontwikelingsprojecten staan in vertrouwelijke documenten van Sinar Mas die Greenpeace kon inkijken.
Sinar Mas beweert dat het zijn activiteiten niet zal uitbreiden ten koste van de veenbossen, en dat het kostbaar woud zal beschermen. Sinds het verschijnen van een eerste rapport in 2007 heeft het onderzoek van Greenpeace de voorbije jaren herhaaldelijk aangetoond dat de praktijken van de groep de verwoesting van veenbossen, vooral in gebieden waar tijgers en orang-oetans leven, tot gevolg hebben.
De nieuwe informatie die Greenpeace vandaag bekend maakt, bewijzen de verwoestende activiteiten van Sinar Mas in twee concessies op het eiland Borneo (in het district Ketapang, West-Kalimantan).
Voor de eerste concessie onthult Sinar Mas in een vertrouwelijk document dat bijna een derde van het gebied bestaat uit veenmoeras, en dat het merendeel van deze veenmoerassen dieper zijn dan drie meter. Nochtans verbiedt de Indonesische wet het kappen van dit soort diepe veenbossen. Op foto's van Greenpeace is te zien hoe medewerkers van het bedrijf een veengebied verwoesten.
Voor de tweede concessie tonen de foto's van Greenpeace recente ontbossing in bosgebieden die, zoals een studie van het VN-milieuprogramma (UNEP) aantoont, de habitat zijn van orang-oetans.
In beide gevallen werden de beelden geschoten door een Greenpeacefotograaf, in het gezelschap van journalisten van bekende persagentschappen als Reuters en AFP.
Met deze laatste onthullingen in de hand vraagt Greenpeace dat Sinar Mas schoon schip maakt en een kaart met al zijn grondbezit openbaar maakt. Zo kunnen we nagaan welke zones in het bijzonder belangrijk zijn voor het behoud van ons klimaat en de biodiversiteit. En we willen weten wat Sinar Mas precies van plan is met deze zones.
Audit
Sinar Mas werd op heterdaad betrapt, terwijl het tropische bossen van onschatbare waarde aan het vernietigen was. Aan de magere beloftes die het bedrijf deed, Sinar Mas verklaarde namelijk dat het zijn gedrag zou wijzigen, houdt het zich niet. Als we het Indonesische regenwoud willen behouden, moeten de activiteiten van de Sinar Mas groep aan banden worden gelegd.
Het verpletterende bewijsmateriaal verschijnt op dezelfde dag waarop de groep een audit zou bekendmaken van zijn activiteiten in enkele palmolieconcessies. Sinar Mas had hier zelf om verzocht. De bedoeling van de audit is niet om de praktijken van de groep in zijn geheel door te lichten, maar eerder om de beschuldigingen die Greenpeace in de afgelopen jaren deed, te onderzoeken. Het PR-bureau Bell Pottinger, dat de communicatie van de groep verzorgt, zou deze week met de resultaten van de audit uitpakken. Dit bureau behartigt trouwens ook de belangen van het olieconcern Trafigura, dat vorige week werd veroordeeld werd voor illegaal afvaltransport naar Afrika.
Verschillende multinationals – met name Unilever, Kraft en Nestlé – hebben in de voorbije maanden na de bewijzen van Greenpeace hun contracten met Sinar Mas opgezegd. Greenpeace roept andere industriële groepen zoals Cargill op snel actie te ondernemen opdat hun producten niet langer de verwoesting van regenwoud voor palmolieplantages tot gevolg hebben.