België importeert ‘bloedhout’ uit Amazonewoud

Braziliaanse zagerij gelinkt aan moord en terreur mag ongehinderd uitvoeren

Persbericht - 22 november, 2017
Terwijl minister Marghem vandaag in het parlement haar algemene beleidsnota presenteert, werpt een onderzoeksrapport van Greenpeace nieuw licht op de wijze waarop Belgische invoerders zich bevoorraden met illegaal hout dat een link heeft met de gruwelijke moord op negen mensen in het Amazonegebied. Wanneer neemt de minister eindelijk maatregelen?

Een nieuw rapport van Greenpeace [1] toont dat een Braziliaans houtkapbedrijf in de Amazonestaat Mato Grosso, waarvan de eigenaar wordt beschuldigd van de negenvoudige moord in april (zie video), ongestoord hout kan uitvoeren naar landen als de VS, Japan en ook België. Volgens de openbare aanklager zijn de moorden ingegeven door de hebzucht van de lokale houtkappers, die het vooral hebben gemunt op waardevolle soorten zoals ipê, jatobá, cumaru, en massaranduba – die gebruikt worden voor de productie van meubels en terrasplanken.

De beschuldigde houtexporteur, Valdelir João de Souza, bezit 2 bedrijven -  Madeireira Cedroarana (Rondônia) and G.A. Madeiras (Mato Grosso). G.A. Madeiras ligt in de gemeente Colniza, en staat in voor het bosbeheerplan naast de site waar de slachtpartij plaatsvond. 

Tussen 15 mei en eind september 2017, dus na de moorden, zijn er minstens 11 ladingen toegekomen in de VS en twee in Europa (in België en Frankrijk) met hout afkomstig van Cedroarana.

De Souza is momenteel op de vlucht voor de politie. Intussen blijft Cedroarana hout leveren aan de Braziliaanse en internationale markt. Voor de importeurs, waaronder de twee Belgische bedrijven Vogel en Vandecasteele, waren er nochtans duidelijke signalen dat het hout van Cedroarana illegaal is. Zo heeft deze zagerij sinds 2007 voor circa 150.000 euro aan onbetaalde boetes opgestapeld, voor het stockeren en verhandelen van illegaal hout. 

Laksheid bij Belgische autoriteiten

Onlangs werd België door de Europese Commissie op het matje geroepen vanwege zijn lakse optreden bij de controle naar de (illegale) herkomst van ingevoerd hout. Deze case is een nieuw bewijs van de dramatische gevolgen op het terrein die zo’n beleid kan hebben.

“De Belgische autoriteiten doen te weinig controles. Sinds het aantreden van de bevoegde minister, Marie-Christine Marghem, was slechts één halftijdse medewerker verantwoordelijk voor de doorlichting van alle Belgische houtimporteurs. Slechts na een ingebrekestelling door de Europese Commissie, kondigde de minister aan meer personeel in te zetten voor deze taak”, verklaart Jeroen Verhoeven, bossencampaigner bij Greenpeace België. 

Ter herinnering: bedrijven die exotische houtsoorten invoeren, zijn wettelijk verplicht (“due dilligence”) om alles in het werk te stellen om te garanderen dat hun hout een legale herkomst heeft. “In dit geval liep er duidelijk iets mis bij de bovengenoemde Belgische importeurs. Het is duidelijk dat Cedroarana niet beschouwd kan worden als een betrouwbare zagerij. Vandecasteele lijkt niet te geven om de moorden en het illegale hout, en zelfs bedrijven zoals Vogel - die hun “due diligence”-verplichting wél serieus nemen - maken foute inschattingen. Hoeveel mensenlevens en kostbare natuur moeten er nog verloren gaan, vooraleer er echt iets verandert?”, vindt Jeroen Verhoeven.  

Derde grootste misdaadmarkt

De handel in illegaal hout is volgens 
Global Financial Integrity de derde grootste misdaadmarkt ter wereld (na de drugshandel). Het nieuwe rapport van Greenpeace maakt de vreselijke gevolgen zichtbaar. “De straffeloosheid voor dit soort van misdaden en het feit dat Brazilië de strijd tegen illegale houtkap niet ernstig neemt, schept een klimaat waarin wetteloosheid kan tieren”, zegt Rômulo Batista van de Amazonecampagne bij Greenpeace Brazilië. “In deze omstandigheden is het onmogelijk om de oorsprong van het Braziliaanse hout te vertrouwen: de hele keten is besmet.”

Het rapport van Greenpeace illustreert hoe fraude in het Braziliaanse vergunningssysteem en bij monitoring het geweld aanvuurt op het platteland in het Amazonegebied. Het meeste illegale hout komt uit gebieden waar de kap niet toegelaten is, zoals natuurreservaten, gebieden van inheemse groepen en publieke gronden – en dat is precies de bron van het aan houtkap gelinkte geweld in plattelandsgemeenten.  

Vandaag is Brazilië de gevaarlijkste plek in de wereld om voor land- en milieubehoud te ijveren, aldus de internationale ngo Global Witness. Tegen eind september van dit jaar waren al 61 mensen vermoord bij landconflicten in Brazilië, evenveel als in heel 2016. 

Het nieuwe rapport bevat ook aanbevelingen voor de Braziliaanse regering en de Amazonestaten Pará, Rondônia en Mato Grosso. Hun bestuur en ordehandhaving moeten kunnen garanderen dat Amazonehout uitsluitend wordt ontgonnen in overeenstemming met de wet en met respect voor de rechten van de inheemse en lokale gemeenschappen omtrent bosgebruik en –bezit. Daarnaast moeten de autoriteiten in landen die het hout invoeren - zoals België – onderzoek doen naar gemelde bedrijven, en de nodige maatregelen treffen.   


Voetnoten:
[1] “Blood-Stained Timber - Rural violence and the theft of Amazon timber” maakt deel uit van een reeks rapporten die Greenpeace sinds 2014 publiceert onder de naam “Amazon Silent Crisis”.

[2] In 2016 en 2017 voerde het bedrijf ook duizenden kubieke meter Amazonehout uit naar de VS, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Denemarken, Italië, België en Japan, zo blijkt uit het onderzoek van Greenpeace.