Greenpeace voerde actie op de Noordzee en in Antwerpen voor het Congolees regenwoud

Nieuwe Belgische regering moet van Afrikaans regenwoud een prioriteit maken

Persbericht - 23 juni, 2007
Greenpeace heeft haar actie in de haven van Antwerpen afgesloten. De actie was vanmorgen begonnen in de Noordzee. Vandaar werd de Ceynowa, de boot die verdacht hout van Sodefor uit Congo transporteert, gevolgd tot in de haven van Antwerpen. Door de kranen blokkeren hebben de actievoerders voor vertraging van het lossen van de boot gezorgd.

We zijn ervan overtuigd dat we met deze actie die tien uur duurde onze politieke boodschap duidelijk hebben overgebracht. De industriële houtkap in Congo verloopt momenteel zonder enig respect voor het milieu en de plaatselijke bevolking. Nochtans zijn de bossen van levensbelang voor 40 miljoen Congolezen en vormen ze een belangrijke buffer tegen de klimaatverandering. Daarom vraagt Greenpeace aan de regering om de bescherming van de Congolese bossen als actiepunt in de regeringsverklaring op te nemen.

Tijdens de vorige legislatuur hebben de Kamer en de ministers bevoegd voorontwikkelingssamenwerking en financiën hun bezorgdheid geuit voor de Congolese bossen. Die bezorgdheid zou nu vertaald moeten worden in reële engagementen in de regeringsverklaring, met name de Congolese bossen vrijwaren van verdere vernietiging. De bossen behoren tot het 2de grootste regenwoud ter wereld. Ze zijn niet alleen van belang op het vlak van biodiversiteit,  maar voorzien ook in het levensonderhoud van 40 miljoen Congolezen. Bovendien vormen ze een belangrijke buffer tegen de klimaatverandering (1). De commerciële houtkap maakt momenteel tabula rasa van die rijkdom en is enkel uit op snel gewin.

"België moet er bij de andere donoren op aandringen om op het vlak van houtkap andere pistes te bewandelen. De huidige manier van industriële houtkap moet in ieder geval omgevormd worden", licht Veerle Dossche, campagneverantwoordelijke bossen bij Greenpeace toe. "Er moet vooral werk gemaakt worden van goed bestuur. Zo moet een deel van de belastingen die de Congolese overheid van de houtbedrijven ontvangt, terugvloeien naar de lokale gemeenschappen. En de houtsector moet verplicht worden de boswetgeving na te leven."

Op dit moment kan de administratie in Congo onmogelijk de houtsector op een efficiënte manier controleren. Het gebrek aan middelen is daarvoor te groot. Onder impuls van de Wereldbank werd de uitreiking van nieuwe kapvergunningen al in 2002 opgeschort. Maar ondanks deze maatregel werden er toch nog een 100-tal vergunningen afgeleverd, goed voor miljoenen hectare bos.

Het hout op de boot die door Greenpeace werd gevolgd, werd door Sodefor gekapt. Sodefor behoort tot de NST-groep (Nord Sud Timber) die na 2002 alsnog kapvergunningen heeft gekregen, voor maar liefst 3 miljoen hectaren of ongeveer de oppervlakte van België. Een groot deel van de vergunningen gaat over zones van hoge ecologische waarde. De vergunningen zijn niet alleen afgeleverd op een moment dat er een algemene stop was uitgeroepen door de Wereldbank, ze zijn eveneens in strijd met de Congolese boswetgeving uitgereikt. Zo heeft Sodefor nu veel meer hectaren in handen dan de wettelijk voorziene 500.000 ha per bedrijf.

Eenmaal een houtbedrijf een vergunning in handen heeft, onderhandelen ze contracten met de plaatselijke bevolking. In die contracten wordt vaak afgesproken dat er projecten (zoals de bouw van een school of een polikliniek) of goederen in natura zullen gegeven worden in ruil voor toegang tot het bos. Uit een van de Sodefor contracten blijkt dat de plaatselijke bevolking werd gesust met een paar zakken suiker en zout, een aalmoes in vergelijking met de waarde van het hout. De beloofde bouwprojecten werden niet of in slechte kwaliteit afgeleverd. En Sodefor dwong bovendien af dat er geen sociale protestacties georganiseerd mochten worden.

"Sodefor is jammer genoeg niet het enige houtkapbedrijf dat er bedenkelijke praktijken op nahoudt. Daarom is het belangrijk dat donorlanden als België hun leidersrol opnemen. Onze nieuwe regering moet er in overleg met de Congolese autoriteiten voor zorgen dat de bossen niet langer in de uitverkoop staan. De opschorting van de uitreiking van vergunningen moet rigoureus gerespecteerd worden en de Congolese administratie moet meer middelen krijgen zodat naleving van de wetgeving kan afgedwongen worden," zegt Veerle Dossche. "Daarnaast moet er ook verder nagedacht worden over alternatieve inkomstenbronnen. Zo kunnen er bijvoorbeeld gebieden vastgelegd worden voor natuurbehoud die in concessie gegeven worden aan milieuverenigingen. En het beheer van bepaalde bossen kan in handen gegeven worden van de lokale gemeenschappen."

Meer info over de Congolese bossen www.greenpeace.org/congobekken

Notes: (1) Indien al de koolstof die de bossen van Congo herbergen in de atmosfeer zou vrijgelaten worden, zou dit equivalent zijn aan ongeveer twee keer de huidige jaarlijkse menselijke CO2-uitstoot voor de hele planeet. Zie Hoare Alison L., Clouds on the Horizon: The Congo Basin‚s Forests and Climate Change, Rainforest Foundation, February 2007

Onderwerpen
Tags