Persbericht - 19 juni, 2007
De Commissie Energie 2030 overhandigde vandaag haar aanbevelingen aan minister Verwilghen. De studie waarop deze zijn gebaseerd kreeg begin dit jaar fundamentele kritiek te verwerken van instellingen als de Nationale Bank, de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, de Creg, de gewesten. Blijkbaar vond de Commissie het niet nodig met deze kritieken rekening te houden. Het eindrapport bevat vooral meer uitleg… Daarmee veroordeelt de Commissie haar eigen rapport en aanbevelingen definitief naar de prullenmand. Dit rapport heeft geen geloofwaardigheid, en mist elke beleidsrelevantie.
De belangrijkste kritieken op hetontwerprapport waren dat het
zowel de sociaal-economische aspectenvan het energiebeleid als de
ecologische gevolgen ervan te weinigonderzocht. Het rapport focust
zich te eenzijdig op deelektriciteitssector, terwijl ook verwarming
en transport moestenworden geanalyseerd. De Nationale Bank
formuleerde het als volgt:"Het voorlopige verslag is niet conform
de omschrevendoelstellingen." De methode van de Commissie Energie
2030 wasonvoldoende gemotiveerd, de studie houdt geen rekening met
andereenergievormen dan elektriciteit, en gaat niet genoeg in op
desociaal-economische aspecten van mogelijke beleidskeuzes. Ten
slottezei de CE2030 in haar ontwerprapport ook te weinig over
kernafval. DeBank bevestigde daarmee de kritiek die eerder door de
milieubewegingen de vakbonden werd gegeven. In de Creg klonk luid
en duidelijk deoproep voor bijkomend onderzoek, om beter
onderbouwde beleidskeuzeste kunnen maken.
Dergelijke kritieken kan je nietopvangen door enkel wat meer
uitleg te geven. We kunnen het rapportdan ook onmogelijk
wetenschappelijk verantwoord noemen. En dus kanhet rapport niet
dienen als basis voor de beslissingen die de nieuweregering zal
moeten nemen voor onze energietoekomst.
Deze beslissingen zijn nochtans meerdan nodig. De
milieubewegingen roepen de nieuwe regering op om nuernstig werk te
maken van minder CO2, en meer energiezekerheid voorBelgië. De
eerste gelegenheid die zich daarvoor aandient is hetnieuwe
programma voor de elektriciteitproductie (1), dat in 2008
moetworden opgesteld. Dat moet ons eindelijk op weg zetten
naarenergiebesparing en hernieuwbare energie.
Notes: (1) “Indicatief programma van de productiemiddelen voor elektriciteit”, wettelijke verplichting om tweejaarlijks de elektriciteitvoorziening te analyseren.