Persbericht - 10 juni, 2004
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil haar Kyoto-doelstellingen halen via de aankoop van uitgestrekte gronden voor herbebossing in de Democratische Republiek Congo. Brussel zou er beter aan doen zich toe te spitsen op de mobiliteitskwestie en een pro-actief energiebeleid uitstippelen dat rekening houdt met energiebesparing en energie-efficiëntie. Zo'n beleid kan tegelijk ook veel jobs opleveren. De Brusselse leefmilieuorganisaties Inter-Environnement Bruxelles (IEB), Bral en Greenpeace hopen dat het 'koolstofput'-project van Didier Gosuin, Brussels Minister voor Leefmilieu, na de verkiezingen sneuvelt.
Bosbeheer in Afrika moet hervormd worden.
De energie(R)evolutie moet in de
eerste plaats gevoerd worden op Belgische bodem.
Na jarenlang talmen is België erin geslaagd om de eerste
engagementen die voortvloeien uit het Kyoto-protocol te verdelen
tussen de Federale Staat en de gewesten. Ter herinnering: de
onderlinge verdeling slaat slechts op een eerste reeks korte
termijn doelstellingen waarvan we nu al weten dat ze ontoereikend
zullen zijn om op drastische wijze het hoofd te bieden aan
klimaatveranderingen1. Gelet op haar specifieke situatie heeft
Brussel van de federale regering hulp gekregen want ze heeft de
toelating om haar uitstoot van broeikasgassen met 3,475% te
verhogen in vergelijking met het referentiejaar 1990. Ondanks deze
(spijtige) voorkeursbehandeling lijkt Brussel terughoudend om op
haar grondgebied hervormingen door te voeren die nochtans vele jobs
zouden kunnen opleveren en die haar inwoners een duurzame toekomst
verzekeren. Brussel kiest gemakkelijkheidhalve voor de
'koolstofput'-benadering door aankoop van uitgestrekte gronden voor
herbebossing in Congo2.
Hoewel de 'koolstofputten' een van de instrumenten is binnen het
Kyoto-pakket is het contraproductief op lange termijn. Zolang naar
inspanningen wordt gezocht in het buitenland, komen er geen
structurele maatregelen in het binnenland. Nochtans heeft Brussels
er alle baat bij nu al naar oplossingen te zoeken die ze vroeg of
laat toch zal moeten hard maken. "Die oplossingen zullen de
bewoners een betere levenskwaliteit garanderen", vervolledigt
Anne-France Rihoux van Inter-Environnement Bruxelles. "Op vlak van
mobiliteit moet er nog zoveel gebeuren. De aanleg van eigen
beddingen voor openbaar vervoer bv. en een beter parkeerbeleid
kunnen ertoe leiden dat de uitstoot van broeikasgassen in Brussel
afneemt."
Peter Mortier van Bral zegt: "We moeten huishoudens en bedrijven
aansporen om energie te besparen. Het is spijtig te moeten
vaststellen dat we Brussel daartoe niet kunnen bewegen in het kader
van de Kyoto-akkoorden en dat we de naleving van de Europese
regelgeving moeten uitspelen, bv. via het vereiste
energie-efficiëntie certificaat voor elk gebouw."
"Investeren in koolstofputten is een dubbel gemiste kans want
alles wijst erop dat op termijn de CO2 niet kan opgeslagen blijven
in artificieel aangeplante bossen." Tot die conclusie komt
Jean-François Fauconnier van Greenpeace. "Vanuit een
klimaatstandpunt zal Brussel er niets bij gewonnen hebben en hoe
langer we wachten hoe zwaarder het op te hoesten bedrag op de
factuur zal zijn."
Minister Gosuin schijnt gewonnen voor de 'koolstofput' idee
d.m.v. aanschaf van terreinen om te herbebossen in Congo maar deze
optie brengt nog andere problemen mee. "Vele eensgezinde experts
veroordelen dit soort instrumenten waartoe Brussel zijn toevlucht
zoekt omdat het op middenlange of lange termijn leidt tot een
verpaupering van de biodiversiteit in de niet geïndustrialiseerde
landen," zegt Filip Verbelen, die een Greenpeace specialist is van
Afrikaanse wouden. "Het is des te meer opletten geblazen met de
voorlopige keuze die Brussel heeft gemaakt omdat de vooropgestelde
partner op bedenkelijke manier tewerk gaat."
Momenteel is de bosbouwsector in de Democratische Republiek
Congo in volle hervorming. In mei 2002 stelde de huidige regering
een moratorium in op alle nieuwe concessies. Ze wilden immers de
hele sector saneren en een nieuw belastingsysteem toepassen. De
firma Sodefor, de vermoedelijke partner van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest die instaat voor het technisch beheer van de
koolstofputten, heeft met de Congolese regering een onderhands
contract bedongen dat hen in staat stelt deze belasting te omzeilen
waardoor de deur naar concurrentievervalsing op een kier komt te
staan. De vrees is terecht dat vele bosbouwbedrijven een contract
zullen afsluiten met Sodefor i.p.v. een wettelijke overeenkomst
(onderworpen aan belastinginning) af te sluiten met de overheid in
Congo. " Door voor haar herbebossingproject te kiezen voor Sodefor
als partner, eerlang actief in Congo, geeft het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest eigenlijk te kennen geen problemen te zien in
de illegaliteit van Sodefors concessies wat een totaal verkeerd
signaal is naar de Congolese overheid en de privé-sector. Alles
blijft spreekwoordelijk bij het oude. Het is nog steeds
cliëntelisme troef! Een noodzakelijke hervorming van duurzame
bosbouwpraktijken blijft uit!
Zowel Greenpeace als Inter-Environnement Bruxelles en Bral
vragen aan de volgende Brusselse regering die na 13 juni zal zijn
samengesteld om het 'koolstofput'-project in Congo te laten vallen.
Die volgende regering moet een doordacht energiebeleid uitstippelen
en moet het vraagstuk van de mobiliteit in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest aanpakken.