In Indonesië worden al decennia lang hectaren bos in brand gestoken om plaats te maken voor plantages. Door de klimaatopwarming worden de effecten van natuurverschijnsel El Niño nog groter. Het gevolg: grote bosbranden die giftige rook veroorzaken, dorpen die verwoest worden en enorme hoeveelheden koolstof die vrijkomen. Vier manieren om de brand te blussen en de rook te doen optrekken. #StoptheHaze!

Een dertienjarig meisje houdt haar zeven maanden oude broertje vast. Hij lijdt aan een ziekte aan de ademhalingswegen.

Sommigen noemen het “een misdaad tegen de mensheid”, de “grootste milieumisdaad van de 21ste eeuw”  en zelfs de “ergste klimaatcrisis op dit moment in de wereld”. Wij becijferden dat producenten van palmolie die werken voor grote merken zoals Unilever, Mondelez en L’Oréal, sinds 2015 meer dan 130,000 hectares woud in Indonesië vernielden.

Enerzijds is er het fenomeen El Niño, een natuurverschijnsel waarbij koel zeewater opwarmt in de Grote Oceaan, dat het vuur nog opstookt. Daarnaast neemt ook de droogte toe, met als gevolg dat de rook bij bosbranden neerslaat en blijft hangen. Alsof het zo niet erg genoeg is, woedt de helft van de branden in Indonesische veengebieden, een belangrijke opslagplaats van koolstof op aarde. Op sommige dagen ligt de koolstofuitstoot als gevolg van de branden in Indonesië zelfs hoger dan die van de economie van de hele VS.

De branden en de rook zullen blijven opduiken zolang bedrijven het bos verwoesten en veengrond droogleggen, en de regering haar beleid te laks toepast. Het is nochtans perfect mogelijk om deze verwoestende ramp een halt toe te roepen, voor eens en voor altijd.

Militairen helpen het vuur blussen in een brandend veengebied.

1. Stop de houtkap

De verwoesting van het bos stoppen is een van de makkelijkste en goedkoopste manieren om een rampzalige klimaatverandering te voorkomen. Om je een idee te geven, alleen al de rook kostte de Indonesische economie zo’n 14 miljard dollar in één jaar tijd.

De richtlijnen voor het einde van de houtkap zijn eenvoudig, maar doortastend. Alle leveranciers van landbouwgrondstoffen moeten onmiddellijk stoppen met bos kappen, maar ook elke verdere ontwikkeling op veengrond staken. Daarnaast moeten de kapbedrijven gecontroleerd worden en aansprakelijk worden gesteld voor gevaarlijke en illegale activiteiten.

Een koppel bewaakt hun rubberplantage om ervoor te zorgen dat die geen vuur vat.

2. Veengebied herstellen en regenereren

Door kritieke veengebieden opnieuw onder water te zetten en er ook andere maatregelen op het vlak van waterbeheer uit te voeren, kan het brandrisico er sterk worden verminderd — een oplossing die Greenpeace al jaren voorstelt.

Op dat vlak is er ook goed nieuws. President Joko ‘Jokowi’ Widodo tekende in 2018 het langverwachte moratorium op het verlenen van vergunningen voor concessies op veengrond. Dat had hij al beloofd in 2015, nadat ten minste tien mensen om het leven kwamen door ademhalingsaandoeningen als gevolg van de rook.

Maar er is nog werk aan de winkel. Het Indonesische Forum voor het Milieu (Wahlhi) wijst erop dat er nog valkuilen zijn. Het moratorium is maar drie jaar geldig en momenteel is er geen gerechtelijke vervolging voor bedrijven die de regels overtreden.

Brandbestrijders blussen het vuur in brandend veengebied.

3. Breng de concessies in kaart

Onderzoekers van Greenpeace onderzochten 112.000 brandhaarden die werden geregistreerd tussen 1 augustus tot 26 oktober 2015. Daaruit bleek dat bijna 40% van de branden voorkwam in concessies die in kaart waren gebracht. Lees: op grond die de Indonesische regering had toegewezen aan bedrijven om er hout te hakken of plantages aan te leggen.

De kaart toont aan dat veel brandhaarden zich in concessies bevinden, maar uit ons onderzoek blijkt ook dat er een verband is tussen de meeste brandhaarden en één bedrijf: Asia Pulp & Paper. Dat is geen verrassing. Ten eerste is dit de grootste concessiehouder in Indonesië, die een lange geschiedenis heeft op vlak van ontbossing. Ten tweede is dit het enige bedrijf dat nauwkeurige kaarten heeft vrijgegeven die aantonen waar hun concessies zich bevinden, maar ook die van hun leveranciers.

De regering weigerde in te gaan op het verzoek van Greenpeace om de meest recente kaart met concessies bekend te maken, zodat we die zouden kunnen analyseren. Andere bedrijven zijn erg karig met informatie over hun grondeigendom en de concessies die hen bevoorraden. Je vraagt je af wat ze te verbergen hebben.

Een neushoornvogel is nog net zichtbaar in een boom in de dikke rook.

4. Vuur bestrijden door samen te werken

Eén ding is duidelijk: niemand krijgt het in zijn eentje voor elkaar om de bosbranden te stoppen. Als we impact willen creëren, hebben we de grote jongens nodig. Daarom roept Greenpeace de palmolie- en papierbedrijven op om de krachten te bundelen en een totaalverbod op het vrijhakken van woud en ontwikkeling op veengrond in Indonesië af te dwingen. Bedrijven moeten dat kunnen. Want als bedrijven in staat zijn om de bossen op aarde te verwoesten, dan moeten ze toch ook de macht hebben om die te helpen redden?

– Bustar Maitar is campagneleider voor de Indonesische bossen bij Greenpeace Zuidoost-Azië