De Democratische Republiek Congo stikt van de waardevolle materialen. Goud, diamant, uranium, maar ook dichtbegroeid oerwoud. Om die enorme jungle te beschermen voor industriële houtkap, werd in 2002 een moratorium ondertekend. In dat contract belooft Congo geen nieuwe kapvergunningen te zullen uitschrijven. In de praktijk wordt er echter druk gerooid in de Afrikaanse brousse.
via GIPHY

Om je even een beeld te geven van hoe bosrijk het gebied is: meer dan de helft van alle regenwouden in Centraal-Afrika ligt gedrapeerd over de heuvels van de DRC. Momenteel is een tiende van het intacte bos er toegewezen als kapgebied, een percentage dat vastgelegd werd in het moratorium. De Congolese overheid maakt evenwel aanstalten om nog meer industriële houtkap toe te staan. Als dat gebeurt, kan ruim 35% van de bossen verwoest worden.

Miljoenen euro’s voor de Congolese overheid

De Congolese regering ontvangt elk jaar miljoenen euro’s van buitenlandse donoren om de regenwouden goed te beheren. En toch zijn er binnen het Congolese politieke landschap er verschillende hooggeplaatste figuren die het moratorium liever zouden zien verdwijnen.

Bos kappen zou namelijk een economische motor kunnen zijn voor de lokale economie, klinkt het. Dat argument horen we ook bij sommige Europese geldschieters bij CAFI. Het Central African Forest Initiative is de belangrijkste donor van het programma voor bosbescherming. Het project wordt getrokken door Noorwegen, maar telt onder zijn leden ook Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland… Best absurd dat partners die hoge sommen bij elkaar schrapen om het woud een hand boven het hoofd te houden, plots hun kar keren en bijltjes willen uitdelen.

Eén ding is duidelijk: lang niet iedereen is dus blij met het moratorium. Het gevolg is dat Congolese ministers kapgebieden uitreiken en hun eigen wetten schenden. Onderzoek van Greenpeace Afrika wees uit dat er illegale houtkapconcessies werden uitgereikt voor honderdduizenden hectaren regenwoud, ondanks het moratorium.

De dupe? Okapi’s en de lokale bevolking

Economische ontwikkeling of niet, jungle omhakken heeft gevolgen. In het Congobekken leven duizenden planten en diersoorten, zoals bosolifanten, chimpansees en okapi’s. Veel van de soorten die er in het bos huizen, komen nergens anders ter wereld voor. Het moratorium tegen industriële houtkap beschermt momenteel dus ook het leefgebied van deze rijke fauna en flora.

De illegale houtkap leidt daarnaast ook tot conflicten tussen houthakkers en de bewoners van het regenwoud. Houtkapbedrijven beginnen vaak zonder enige aankondiging al met kappen. Lees: zonder dat de locals toestemming hebben gegeven, laat staan dat er goede afspraken zijn gemaakt over compensatie. Dat zorgt voor een hoop spanningen, aangezien de lokale bevolking van dat bos afhankelijk is voor voedsel, medicijnen en huisvesting.

Geef dat bos terug

Dat het moratorium nog steeds even noodzakelijk is als toen het in 2002 werd opgesteld, is wel duidelijk. Zo’n moratorium heeft als nadeel dat het per definitie tijdelijk is. Hoog tijd dus dat CAFI en de Congolose overheid werk maken van een strak systeem dat bepaalt hoe de bossen gebruikt en beschermd worden en alle houtkapbedrijven controleert. Enkel op die manier kunnen we naar een situatie waarin het moratorium overbodig wordt.

De industriële houtkap mag zich nu niet verder uitbreiden. Er zou juist geld geïnvesteerd moeten worden in de ondersteuning van de dorpsgemeenschappen die zelf hun bossen willen beheren. Gezonde bossen zijn voor ons allemaal belangrijk, maar voor de inwoners van de regenwouden nog het meest.