Brussel, hoofdstad van België en het hart van Europa, heeft een verandering ingezet die bepalend kan zijn voor onze gezondheid en de strijd tegen de klimaatopwarming. Het tijdperk van de oppermachtige automobiliteit, aangedreven door fossiele brandstoffen, lijkt voorgoed voorbij. Komt er eindelijk ruimte voor een meer diverse mobiliteit, waarin hernieuwbare energie en menselijke trapkracht de hoofdrol spelen?

Ik teken voor een betere mobiliteit

Vaarwel fossiele brandstoffen

Onlangs heeft de Brusselse regering haar Energie- en Klimaatplan goedgekeurd. Dat document bevestigde het verbod op dieselverkeer in de hoofdstad vanaf 2030 en van voertuigen op benzine en LPG vanaf 2035. Net als Leonardo DiCaprio waren we blij verrast met het nieuws, al stelden we wel vast dat Brussel niet dezelfde ambitie vertoont als andere Europese steden, zoals Parijs, waar dieselauto’s al in 2024 en benzineauto’s in 2030 verboden zullen zijn. In ieder geval past de Brusselse beslissing in een Europese beweging waarbij veel steden en landen in meer of mindere mate het verkeer van voertuigen met verbrandingsmotoren aan banden leggen. 

De aankondiging van het verbod van auto’s op diesel, benzine en gas, die gepaard ging met verklaringen over een mogelijke kilometerheffing en een herziening van de autofiscaliteit, is geen bevlieging van de overheid maar een noodzakelijke stap. Het autoverkeer is de tweede grootste bron van luchtvervuiling in Brussel, een vervuiling die ziekte en voortijdig overlijden veroorzaakt en vooral nefast is voor de zwaksten, zoals kinderen. Het bijzondere aan die vervuiling is dat zij heel dicht bij ons te vinden is (in het verkeer, via de uitlaatgassen), elke dag opnieuw en dat ze iedereen treft, ook de automobilisten zelf die zich beschermd wanen in hun auto. 

Bovendien draagt de vervoersector, en vooral die van het wegvervoer, als grote producent van broeikasgassen, een zware verantwoordelijkheid voor de klimaatopwarming die ons steeds harder treft.

Met paard en koets door Brussel?

Betekent een verbod op het verkeer van voertuigen met een verbrandingsmotor dat we ons over tien à vijftien jaar weer zullen verplaatsen zoals onze voorouders? Natuurlijk niet! Dit is vooral het einde van een mobiliteit die gericht is op de auto en afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Dat systeem van mobiliteit heeft veel aspecten van ons leven bepaald, en niet meteen op de beste manier: een ruimtelijke wanorde die steeds meer beton nodig heeft, een monopolisering van de ruimte, gebrek aan lichaamsbeweging, een groot aantal verkeersslachtoffers, luchtvervuiling en een ontregeling van het klimaat…

Onze samenleving heeft dus veel te winnen bij een mobiliteit die veel ruimte laat voor stappen, voor fietsen (mechanische en elektrische fietsen en ook speed pedelecs), voor micromobiliteit, voor het openbaar vervoer en voor gedeelde voertuigen met een elektrische motor, van een redelijke omvang en aangedreven door hernieuwbare energie. Die oplossingen lijken soms nog onrealistisch, omdat hun potentieel nog niet wordt benut door de overheid en omdat er ook veranderingen nodig zijn in andere domeinen, zoals het energiesysteem, de ruimtelijke ordening, de werktijden, enzovoort.

Die oplossingen worden vaak als ideaal voorgesteld voor de stad, maar als ze goed worden uitgedacht, zouden ze ook een grote impact kunnen hebben in de stedelijke rand en op het platteland. Dergelijke veranderingen betekenen zeker een uitdaging, maar ze vormen vooral ook een kans om dingen te verbeteren en om inclusiever te zijn. Ze bieden een kans om te kiezen voor een mobiliteit voor de mensen, en niet gericht op één vervoersmiddel: Koning Auto.

Ik teken voor een betere mobiliteit Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp
Facebook Facebook Instagram Instagram Twitter Twitter YouTube YouTube