Ook in internationale onderhandelingen is een kantelpunt vaak maar na verloop van tijd zichtbaar. En toch zijn er goeie aanwijzingen dat China’s recente klimaatengagement een beslissende impact zal hebben in deze laatste maanden tot de klimaattop in Parijs. Want wanneer de grootste uitstoter beslist om niet langer verstoppertje te spelen, kunnen ook andere landen niet anders dan uit hun schulp komen.

Opnieuw beweging in klimaatonderhandelingen

De politieke impact van de klimaatplannen die China vorige week indiende, kan moeilijk overschat worden. Tot voor kort gedroeg ’s werelds grootste uitstoter van CO2 zich steevast erg defensief op het internationale klimaattoneel. Het was volgens hen in de eerste plaats aan de industrielanden zoals de VS en de EU om actie te ondernemen, gezien hun grotere historische verantwoordelijkheid in het klimaatprobleem.

Die logica was al een tijdje problematisch, aangezien de Chinese uitstoot in de voorbije twee decennia exponentieel toenam. Zowas meer dan de helft van de globale groei van de CO2-emissies tussen 2003 en 2013 toe te schrijven aan het Chinese steenkoolverbruik (dat eindelijk op de terugweg is). Deze situatie zorgde de voorbije jaren voor een patstelling in de onderhandelingen: China kreeg de zwartepiet toegeschoven voor zijn huidige uitstoot en gebrek aan actie, en schoof die terug naar de EU en VS omwille van hun historisch hogere uitstoot.

Geen moment te vroeg

Die patstelling is met dit Chinese klimaatplan definitief doorbroken. De klimaatonderhandelingen kunnen nu voor het eerst naar een hoger niveau getild worden. Zo neemt bijvoorbeeld de druk op andere groeilanden, zoals Brazilië en India, toe. Ook zij moeten nu uit hun schulp komen. China’s engagement opent eindelijk de deur voor een opwaartse ambitiespiraal, in plaats van een race to the bottom.

Deze kentering zou overigens geen moment te vroeg komen. Want nu de drie grootste vervuilers (China, de VS en de EU) hun plannen voor Parijs op tafel hebben gelegd, wordt het duidelijk dat er meer inspanningen nodig zullen zijn om de opwarming (zo ver mogelijk) onder de 2°C te houden – laat staan onder de grens van 1,5°C zoals steeds vaker aangeraden door wetenschappers.

The sky is the limit

Een analyse van de Chinese doelstellingen laat echter zien dat er nog behoorlijk wat rek op zit. De doelstelling om tegen 2030 de economie 60-65% minder CO2-intensief te maken en de uitstoot te laten pieken, is niet alleen onvoldoende om onder de 2°C te blijven, maar zal hoogstwaarschijnlijk ingehaald worden door de hernieuwbare energierevolutie op het terrein.

Er resten nog enkele maanden om de ambities voor Parijs op te drijven, maar de eerste zet zal nu van de klassieke vervuilers zoals de EU en de VS moeten komen. Want ook de Europese doelen voor 2030 zijn niet in lijn met de 2°C-grens: in plaats van 40%, zou de uitstoot met 50-55% moeten zakken. Enkel door het stokje van China over te nemen en zelf ambitieuzere doelen voorop te stellen – en dan weer China aan zet te laten – kan de EU een voldoende sterk klimaatakkoord helpen realiseren.