Beslissingen over kernenergie zijn te belangrijk om enkel over te laten aan nucleaire experten en politici. In het verleden hebben ze de bal al vaak misgeslagen. Niet zolang geleden verzekerden de meest ervaren deskundigen ons nog dat de opeenvolgende veiligheidsbuffers in Westerse kernreactoren verhinderen dat bij een ongeluk radioactieve stoffen in de omgeving kunnen vrijkomen. Beleidsmakers zijn hen daar blindelings in gevolgd. In Fukushima faalden die veiligheidsystemen niet in één, maar in drie reactoren.  

De impact van een kernramp

Donderdag presenteerde Greenpeace de resultaten van een onderzoek naar de socio-economische impact van een kernramp in Doel. Het resultaat is hallucinant. De kostprijs wordt op minstens 742 miljard euro geschat, meer dan twee keer het BBP van België. Met andere woorden, een ernstige kernramp in Doel betekent het virtueel failliet van ons land. En wie draait er voor op? Alvast niet GDF-Suez/Electrabel, want de aansprakelijkheid van deze kernenergie-exploitant is wettelijk begrensd tot een schamele 1,2 miljard euro. Het zijn de slachtoffers van een kernramp, de burgers, die voor de schade zullen opdraaien. Is het dan ook niet meer dan normaal dat die burgers een zeg moeten hebben over belangrijke beslissingen zoals de levensduurverlenging van oude kernreactoren?

 

Het Verdrag van Espoo

Greenpeace vindt alvast van wel en we staan daarin niet alleen. Het Verdrag van Espoo dat door België ondertekend werd, stelt ondubbelzinnig dat een levensduurverlenging van kernreactoren moet worden voorafgegaan door een alomvattende milieueffectenprocedure, met een milieueffectenrapport en een consultatie van de bevolking. Deze publieke participatie moet bovendien niet enkel georganiseerd worden in het land waar de kerncentrale staat, maar ook in de landen waar een mogelijke milieu-impact kan verwacht worden. Op 5 juni 2014 bevestigde de vergadering van partijen die aangesloten zijn bij het Verdrag van Espoo dat Oekraïne in de fout ging door de levensduurverlenging van twee reactoren van de kerncentrale van Rivne te verlengen, zonder een MER op te stellen en zonder de burgers in Oëkraïne, Polen en Wit-Rusland inspraak te verschaffen. Dat is een belangrijk precedent.

Publiek consultatieproces

De regering Michel en minister Marghem in het bijzonder zijn dus gewaarschuwd. De levensduurverlenging van Tihange 1 met tien jaar werd door de vorige regering beklonken. Ze zou normaal gezien ingaan op 1 oktober 2015 en moet voorafgegaan worden door een MER en een publiek consultatieproces in België en onze buurlanden. Indien de regering eerdaags zou beslissen om ook de levensduur van Doel 1 (loopt af op 15 februari 2015) en Doel 2 (loop af op 1 december 2015) te verlengen, dan geldt hiervoor hetzelfde. 

Dagvaarding

Burgers hebben het recht om mee te beslissen over de kerncentrales. Greenpeace zal er op toezien dat dit recht hen niet ontzegd wordt en stapt daarom naar de rechter. België moet zijn internationale verplichtingen in het kader van het Verdrag van Espoo nakomen. We vragen aan de rechter om de regering een dwangsom op te leggen en de beslissing over de levensduurverlenging van Tihange 1 ongeldig te verklaren, zolang er geen MER werd opgesteld en zolang de burgers in ons land en in onze buurlanden niet betrokken werden in een publieke consultatie. 

Lees hier onze briefing.