De nucleaire ramp in Fukushima zeven jaar geleden heeft het leven van honderdduizenden mensen ontwricht. Sommigen werden verplicht geëvacueerd uit de meest besmette gebieden, anderen namen zelf het initiatief.

In maart 2011 waren het erg verwarrende tijden. Ik was er zelf getuige van toen we met het stralingsteam van Greenpeace er enkele dagen na de ramp arriveerden. Er was nauwelijks informatie van de overheid, mensen vluchtten weg in de verkeerde richting naar nog méér besmette gebieden. In de grote steden zoals Fukushima stad of Koryama, elk groter dan de stad Gent, werd niemand geëvacueerd ondanks de hoge besmetting in sommige wijken.

Heel wat moeders vluchtten weg met hun kinderen naar familie elders in het land. Families werden uit elkaar gerukt omdat de mannelijke en oudere bevolking vaak meer traditiegetrouw vertrouwen bleef hebben in de overheid, die beweerde dat er geen risico was. In Japan spreekt men van “genpatsu rikon” of atoomscheiding.

Vorig jaar publiceerde Greenpeace er een rapport over “Unequal Impacts” dat uitlegt hoe vrouwen en kinderen grote risico’s lopen tijdens een nucleaire ramp. Maar ook vandaag staan hun rechten zwaar onder druk. Dit komt door het beleid om geëvacueerden onder druk terug te laten keren naar hun huizen.

Na een beperkte “ontsmetting” van het radioactieve gebied stopt de overheid de compensatievergoedingen die nodig zijn om elders een huis te huren. Zo worden velen economisch gedwongen terug te keren, ook als ze dit niet willen. Vorige week publiceerden we nog een rapport waarin we op basis van eigen onderzoek aantonen dat de besmetting nog vele tientallen jaren te hoog zal blijven om terug te keren. We volgden ook mevrouw Kanno die voor het eerst terugkeerde naar haar huis.

Vorig jaar heeft Greenpeace zijn onderzoeksgegevens neergelegd bij de Raad voor Mensenrechten van de Verenigde Naties in Genève. Vier landen, waaronder Duitsland, hebben aanbevelingen geformuleerd om de rechten van de geëvacueerden te respecteren, onder andere door de maximaal toegelaten straling bij terugkeer met 20 keer te verlagen. Die aanbevelingen zijn in lijn met wat Greenpeace vraagt.

Hoe zal Japan reageren? De Japanse regering heeft al aangekondigd dat het alle aanbevelingen zal aanvaarden, wat een heel grote stap vooruit is. Maar er zal nog heel wat werk zijn om er voor te zorgen dat Japan zich aan zijn woord houdt en dit ook echt gaat toepassen.

Daarom zijn we nu samen met drie moeders uit Fukushima en hun kinderen in Genève. Een van hen is Akiko-san. Ze heeft vandaag het woord genomen in het plechtstatige Paleis der Naties en er voor de diplomaten getuigd van de immense impact van de nucleaire ramp voor haar gezin, het gebrek aan steun vanwege de overheid die nog steeds beweert dat de straling geen risico vormt voor haar kinderen.

Ik had het geluk haar eerder in maart te ontmoeten tijdens een persconferentie in Tokio. Haar speech was enorm krachtig en ik was erg onder de indruk van haar inzet voor de rechten van alle geëvacueerden. Die moeders uit Fukushima zijn een baken van hoop, van onverzettelijkheid om op te komen voor het welzijn van hun kinderen. Ik buig in diep respect.