“Op tv bleef men zeggen dat er geen gevaar was”

Schrijf een reactie
Nieuwsartikel - 7 maart, 2012
Makoto en zijn vrouw Akiko zijn twee slachtoffers van de ramp in Fukushima. Op bezoek bij Greenpeace vertellen ze hoe hun leven drastisch veranderde, van de kernramp tot de evacuatie.

Makoto en Akiko

Makoto: "Na de aardbeving deden zich twee explosies voor in de kerncentrale in Fukushima. Ik werkte destijds in een crèche in Fukushima-Stad, op 60 kilometer van de explosie. Na de aardbeving hadden we geen water, gas of elektriciteit meer. We moesten in de rij gaan staan om onze provisie te verzamelen. Op dit moment was de omgeving al besmet, maar we wisten van niets.

Op de televisie zei de overheid dat we ons niet te veel zorgen moesten maken: het risico om kanker te krijgen was te vergelijken met dat van roken! Er werd ons geadviseerd een beschermend masker, hoed en jas te dragen. Het was genoeg om daarna onze kleren uit te schudden en zo alle sporen van radioactiviteit te verwijderen."

Akiko: "Via een tussenpersoon kregen we een e-mail van iemand die in de kerncentrale van Fukushima werkt. Hij waarschuwde voor de gevolgen van de explosie en adviseerde om het gebied te verlaten. Ik vertelde mijn omgeving hierover, maar iedereen dacht dat ik gek was: op de televisie bleef men maar zeggen dat er geen groot risico was.”

Makoto: “Mijn vrouw wilde vluchten, maar ik twijfelde. Moeten we de informatie uit de e-mail of op de televisie geloven? Ik had het gevoel dat ik in de crèche moest blijven, om de kinderen te helpen. Wat het nog moeilijker maakte, is dat radioactiviteit onzichtbaar is. En niemand had  ook maar het minste symptoom van een mogelijke ziekte die kon ontstaan zijn door de straling ...

Op 6 mei kwam Jan Vande Putte van Greenpeace naar de crèche om de radioactiviteit op de speelplaats te meten. Ze bedroeg 15 microsievert per uur; op sommige plaatsen was het 90 microsievert per uur.

Het was als een interne explosie voor ons. We gingen eindelijk beseffen hoe erg onze directe omgeving besmet was. We zijn daarom begonnen met de plek te saneren. We moesten hiervoor de bovenste laag aarde wegschrapen. Hierdoor daalde de radioactiviteit van 15 tot 0,39 microsievert. We dachten dat we de situatie zo snel onder controle zouden krijgen. Maar toen de autoriteiten meer informatie vrijgaven, realiseerden we ons dat de situatie nog altijd dramatisch was: de radioactiviteit was overal, in de muren, in de daken, in onze landbouwgrond ... Aarde wegschrapen was duidelijk niet genoeg.

Meer en meer mensen begonnen te vluchten. Soms waren dat alleen vrouwen en kinderen, terwijl de mannen bleven om te werken. Akiko en ik wilden nog niet mee: we wilden met twee vertrekken, of blijven. Het was een moeilijke situatie: we hadden net een nieuw appartement gehuurd en hadden een goede baan. Ergens anders moesten we weer helemaal van nul beginnen. Maar een ding was zeker: we wilden niet dat onze toekomstige kinderen ons zouden verwijten dat we in besmet gebied waren blijven wonen. Toen hebben we besloten om te evacueren. We woonden wel niet in de verplichte evacuatiezone en daarom hadden we geen recht op financiële steun ...

Ik heb een kaart van Japan genomen en een gebied gekozen dat het verst mogelijk van alle 54 kernreactoren in het land lag. We zijn uiteindelijk in Okaido beland, op ongeveer 1.000 km van Fukushima. Helaas zijn onze ouders in het besmette gebied blijven wonen ...

Vandaag leven we in Okaido en hebben we opnieuw een baan gevonden. Wij zijn gelukkig. Met deze tournee wilden we vertellen wat we hebben doorgemaakt. Het is geen politieke boodschap, maar simpelweg een oproep voor een groenere wereld, voor ons en voor onze kinderen."

www.nuclearfreebelgium.be

Onderwerpen
Geen reacties Reageren

Schrijf een reactie 

Je moet aangemeld zijn om een reactie te publiceren.