Nieuwsartikel - 2 mei, 2012
Vanochtend vroeg cirkelde een actievoerder van Greenpeace met een paramotor ongehinderd over de Franse kerncentrale van Bugey, zo'n 35 kilometer ten oosten van Lyon. Hij kon een rookbom op een reactorgebouw droppen en landde zelfs op de site. Het is duidelijk dat nucleaire installaties niet voorbereid zijn op een dreiging vanuit de lucht.
De stunt is relevant met het oog op de stresstests die momenteel in Europa worden uitgevoerd. Terwijl Duitsland bij zijn stresstests rekening hield met een neerstortend vliegtuig, weigert Frankrijk nog altijd dat risico te onderzoeken.
Op de grens
In België is de situatie niet beter. Vooral de kerncentrale van Doel is kwetsbaar door een gemakkelijke toegang via de Schelde. De centrale van Tihange ligt enigszins in een vallei en is op dat vlak iets beter beschermd. Ons land heeft beloofd ook de veiligheid in de Belgische kerncentrales na te gaan voor zaken van “kwaad opzet” (een stap verder dan wat de Europese stresstests voorstellen), maar de resultaten worden geheimgehouden.
Ter herinnering: drie Franse kerncentrales liggen niet ver van de grens met België, met name in Gravelines, Chooz en Cattenom. Elk mankement in de beveiliging van de Franse centrales heeft dus ook gevolgen voor ons.
La Hague
Vandaag heeft Greenpeace ook een studie gepubliceerd van een Britse expert over de kwetsbaarheid van de Franse kerncentrales voor neerstortende vliegtuigen. De autoriteiten achten de kans klein en hebben er nooit rekening mee gehouden bij het bouwen of uitbaten van nucleaire installaties.
Greenpeace is hier niet aan zijn proefstuk toe. In november 2011 zijn we over de opwerkingsfabriek van La Hague gevlogen. Hier ligt meer dan 10.000 ton radioactief afval opgeslagen, net als 64 ton plutonium. Het hoogradioactieve materiaal wordt slechts beschermd door eenvoudige gebouwen zonder specifieke versteviging tegen de dreiging vanuit de lucht.