Cruciale beslissingen voor ggo's. Kom in actie!

Nieuwsartikel - 13 maart, 2009
De komende maanden staat de Europese Unie voor een reeks cruciale beslissingen over de teelt van genetisch gemanipuleerde organismen (ggo's). De Europese akkers zijn nagenoeg ggo-vrij en in de supermarkten zijn nauwelijks producten met een ggo-etiket te vinden. Maar onder druk van de industrie probeert de Europese Commissie de markt open te breken en de EU-lidstaten en -burgers te dwingen ggo's te aanvaarden. Friends of the Earth, Save our Seeds en Greenpeace hebben een cyberactie opgezet om de EU-ministers te vragen tegen de voorstellen van de Europese Commissie te stemmen.

Greenpeace activisten hebben in de nacht van 8 augustus een vraagteken in een cirkel met een diameter van 61 meter aangebracht in een maïsveld in Abbotsford, Brits-Columbia (Canada).

Ggo-vrij Europa

Meer dan tien jaar nadat ggo's voor het eerst op de markt verschenen, is nog steeds 99 % van het Europese landbouwareaal ggo-vrij. Slechts één gewas wordt commercieel geteeld: de maïs MON810 van het Amerikaanse bedrijf Monsanto. De EU heeft de teelt van MON810 in 1998 toegelaten voor de duur van tien jaar. Die termijn is intussen verstreken, maar Monsanto heeft een aanvraag ingediend voor een nieuwe toelating. Zolang daarover geen beslissing is genomen, blijft de oude toelating van kracht en kan MON810 in Europa geteeld worden.

Gebrekkige toelatingsprocedure

Maar de toelatingsprocedure vertoont ernstige gebreken. De Europese Voedselveiligheidsautoriteit EFSA, die instaat voor de risicoanalyse van ggo's, baseert zich op de studies die worden aangereikt door de industrie. Ze houdt geen rekening met de langetermijnrisico's voor het milieu, nochtans een wettelijke verplichting. Op 4 december 2008 werden die gebreken nog eens bevestid door de Raad van Ministers van Leefmilieu. Volgens Greenpeace kan er geen sprake zijn van nieuwe toelatingen zolang de risicoanalyse niet beantwoordt aan de wetgeving.

Milieurisico's

MON810 is een zogenaamde Bt-maïs. Er werd een gen van de bacterie Bacillus thuringiensis (Bt) ingebouwd. Daardoor scheidt de plant een gif af dat de larven van bepaalde insecten doodt. Sinds de toelating van MON810 in 1998 zijn nieuwe wetenschappelijke studies verschenen die aantonen dat de effecten van Bt-maïs verre van voorspelbaar en potentieel schadelijk voor het milieu zijn. Daar  komt nog bij dat stuifmeel van ggo-maïs gangbare en biologische maïsplanten kan besmetten. Vier landen (Oostenrijk, Hongarije, Griekenland en Frankrijk) hebben het voorzorgsprincipe ingeroepen en de teelt van MON810 op hun grondgebied verboden.

Ggo's onder dwang

Onder druk van de industrie en de Wereldhandelsorganisatie (WTO) wil de Europese Commissie de lidstaten dwingen om hun nationaal verbod te laten vallen. Op 2 maart heeft de Europese Raad van Milieuministers met een overweldigende meerderheid de commissievoorstellen om het Oostenrijks en Hongaars verbod op te heffen, van tafel geveegd. Binnenkort moeten de ministers ook stemmen over de voortzetting van het Franse en Griekse verbod.

Nieuwe dreigingen

De Europese Commissie heeft bovendien voorgesteld om ook de teelt van twee andere genetisch gemanipuleerde maïsvariëteiten toe te laten: Bt 11 (Syngenta) en 1507 (Dupont/Pioneer). Als die toelating er komt, zou dat de eerste nieuwe toelating voor ggo-maïs in de EU zijn sinds 1998. Beide variëteiten zijn Bt-gewassen, die bovendien ook nog een gen bevatten dat hen bestand maakt tegen het herbicide glufosinaat. Volgens de Europese wetgeving inzake gewasbestrijdingsmiddelen moet dit herbicide over enkele jaren verboden wordt in de EU.

Mail de ministers!

In al deze gevallen kan alleen een gekwalificeerde meerderheid (255 op 345 stemmen - het aantal stemmen per lidstaat hangt af van de grootte van de bevolking) van de ministers van de 27 lidstaten het voorstel van de Commissie afwenden. Regeringen en ministers moeten beseffen dat hun burgers meekijken naar hun stemgedrag op Europees niveau.

Onderwerpen