Actie in de Wetstraat: Greenpeace herinnert ministers aan kernuitstap

Persbericht - 14 december, 2017
Actievoerders van Greenpeace zijn vanochtend met een groot spandoek aanwezig aan de Brusselse Wetstraat, waar de ministers zich buigen over de energietoekomst van ons land. Met de boodschap “The End” herinneren we hen eraan dat 2025 het definitieve einde moet worden van kernenergie in België.

Drie jaar lang hebben de federale regering en gewesten gediscussieerd over hun energievisie, en onlangs zijn ze het eindelijk eens geraakt over een belangrijk Energiepact. Hierin wordt de kernuitstap tegen 2025 bevestigd en wordt sterk ingezet op hernieuwbare energie, twee zaken die de milieubeweging toejuicht.

Maar dat is buiten de N-VA gerekend. “De grootste partij wil enkele kerncentrales openhouden na 2025, en probeert het Energiepact alsnog te kelderen. De kracht van verandering geldt blijkbaar niet als het over onze energiebevoorrading gaat”, verklaart Jan Vande Putte, energie-expert bij Greenpeace België.   

Jan Vande Putte heeft een groot probleem met het langer openhouden van enkele kernreactoren. “Zo’n levensduurverlenging blokkeert de transitie naar 100% hernieuwbare energie. Paradoxaal genoeg brengt ze de bevoorradingszekerheid in het gedrang, en we dreigen afhankelijk te blijven van onbetrouwbare, verouderde kerncentrales. Daarom vinden we het belangrijk dat de federale regering vandaag vasthoudt aan het Energiepact.”  

Foto's zullen tegen 9u30 beschikbaar zijn via deze link

Tal van stakeholders hebben aangetoond dat we zeer dringend een energietransitie nodig hebben. Ook de recente en druk becommentarieerde studie van Elia toont geen significant economisch voordeel aan voor het langer openhouden van de kerncentrales. [1]

Zelfs premier Michel verklaarde eerder deze week dat het status-quo “op termijn leidt tot een black-out en tot een ongecontroleerde stijging van de facturen voor de gezinnen en de ondernemingen”. Hij kan en moet zijn leiderschap tonen op deze ministerraad.

Nota:
[1] In het Elia-scenario is het prijsverschil slechts 1% voor de huishoudens, een onbeduidend verschil zeker als rekening wordt gehouden met de oplopende kosten voor de levensduurverlenging van onze kerncentrales.