Vlaamse leeuw in watersnood.
Om vooruitgang te boeken in de strijd
tegen het broeikaseffect, moet de lastenverdeling er nu komen.
Terwijl er in onze buurlanden wel werk gemaakt wordt van de
concrete invulling van de Kyoto-engagementen, riskeert het
eindeloze Belgische getalm flink wat schade te berokkenen aan onze
ondernemingen. Die hebben nood aan duidelijkheid. Bovendien worden
ze nu onvoldoende aangespoord om hun energieconsumptie te
herzien.
Eerste prioriteit: de inspanningen
verdelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
De federale en deelstaatregeringen moeten dringend een akkoord
bereiken over de verdeling van de Belgische bijdrage om de eerste
fase van het Kyoto-protocol uit te voeren (1). Op 21 januari jl.
stond een voorstel van de federale minister van Leefmilieu op de
agenda van de vergadering van de Nationale Klimaatcommissie.
Volgens dit voorstel zou Vlaanderen zijn uitstoot van
broeikasgassen maar met 5,2% moeten verminderen, in plaats van de
voorziene 7,5%. De federale staat zou de rest op zich nemen. Onder
druk van de VLD werd het voorstel afgewezen door de Vlaamse
regering. Nochtans kwam het voorstel van minister Van den Bossche
al tegemoet aan de Vlaamse eis om de Kyoto-inspanningen te
beperken. Sinds deze impasse hebben de Vlaamse liberalen nog geen
enkel aanvaardbaar tegenvoorstel gedaan om de Kyoto-doelstellingen
te realiseren.
"Niets doen - zoals de VLD nu verkiest - wijst op een gebrek aan
langetermijnvisie", benadrukt Jean-François Fauconnier van
Greenpeace. "Niet alleen brengen we de ecologische modernisering
van onze economie in gevaar; maar hoe eerder je de Europese markt
opgaat van verhandelbare emissierechten, hoe beter je bediend zult
worden. Zonder precieze verdeling van de Kyoto-inspanningen kunnen
de Gewesten niet concreet aan de slag gaan. Op lange termijn
riskeert de struisvogelpolitiek van de VLD en de Vlaamse regering
contraproductief te zijn voor de ondernemingen", verduidelijkt
Fauconnier. "Onze industrie heeft een duidelijk kader nodig om haar
toekomstige energiebevoorradingsbeleid uit te bouwen. In plaats van
enkel 'vervuilingsrechten' te kopen in Rusland, zoals de VLD
verkiest, zijn er investeringen nodig om onze industrie aan te
passen aan de verregaande uitstootbeperkingen in het kader van het
Kyoto-protocol. Hoe langer men wacht met die investeringen, hoe
hoger de kosten zullen oplopen. De VLD beweert de belangen van de
ondernemingen te verdedigen, maar in de praktijk draagt de partij
bij aan de onzekerheden waarmee de Vlaamse industrie wordt
geconfronteerd!"
Concreet moeten de EU-lidstaten, in het kader van de toekomstige
Europese markt van emissierechten, eind maart 2004 een Nationaal
Allocatieplan voorleggen aan de Europese Commissie. In dat plan
moeten concrete afspraken gemaakt worden over de realisatie van de
broeikasgasreductie. Het moet vooraf worden voorgelegd aan het
publiek. Hoe zal België nog tijdig deze 'formaliteit' kunnen
vervullen?
Toch zijn de gevraagde inspanningen
niet onoverkomelijk
De houding van de VLD is des te onbegrijpelijker als men weet
dat België zijn internationale engagementen zonder problemen kan
nakomen. Alleen al op het gebied van efficiënt energiebeheer kan
België makkelijk de eerste fase van Kyoto realiseren, zonder
toevlucht te moeten zoeken tot 'flexibele mechanismen' en zonder de
industrie te benadelen. Inspiratie daarvoor kan gehaald worden bij
onze buurlanden, die al een stuk verder staan. Een meer
vooruitziend beleid zou nog grotere uitstootreducties mogelijk
maken, daarbij rekening houdend met de nucleaire uitstap vanaf 2015
(2). Samen met de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen
kunnen deze maatregelen ook veel arbeidsplaatsen creëren. Alleen al
in die laatste sector wordt op Europees niveau tegen 2020 een
aangroei met 2 miljoen banen verwacht (3).
Onze buurlanden schieten ons
voorbij
Begin 2003 publiceerde de regering van het Verenigd Koninkrijk
een 'Witboek over Energie' met aanbevelingen voor een koolstofarme
economie en de vermindering van de uitstoot van CO2 met 60% tegen
2050. Het Verenigd Koninkrijk heeft overigens recent aangekondigd
verder te willen gaan dan de Kyoto-doelstellingen (4), en tegen
2010 zijn CO2-uitstoot te verminderen met 20%. Duitsland, Nederland
en Frankrijk hebben zich ook al uitgesproken over serieuze
verminderingen van de uitstoot (5). Op die manier wordt er een
duidelijk signaal gegeven aan de ondernemingen, die een omlijnd
kader nodig hebben voor de nodige investeringen qua efficiëntie en
energiebevoorrading op lange termijn. In België is het omgekeerde
aan de gang: hier kiest men voor 'flou artistique'. Zo brengt men
de ecologische modernisering van onze economie in gevaar.
Kyoto is geen bedreiging, wel een kans
die we moeten grijpen
Ons land hangt momenteel voor bijna 100% af van de invoer van
uitputbare brandstoffen zoals petroleum, gas, kolen en uranium.
Deze afhankelijkheid maakt onze industrie bijzonder gevoelig voor
schommelingen in brandstofprijzen op de wereldmarkt en voor de
politieke instabiliteit in bepaalde regio's. Hoe meer we talmen met
het realiseren van de Kyoto-engagementen, hoe groter die handicap
wordt. De financiële impact van de gevolgen van de
klimaatverandering is ook mogelijk veel groter dan die van de
maatregelen om het ergste te vermijden (6).
Greenpeace spoort de Vlaamse regering aan om uit zijn ivoren
toren te komen en dringend werk te maken van een akkoord tussen de
federale regering en de twee deelregeringen, gebaseerd op
binnenlandse maatregelen om Kyoto te realiseren. België hangt aan
de staart van het Europese peloton. Het voorbeeld van de Verenigde
Staten verdient geen navolging. We moeten ons eerder laten
inspireren door onze buurlanden, tevens onze belangrijkste
handelspartners. Zij ontwikkelen wel een langetermijnvisie op een
klimaatbeleid. Laat ons vooral niet vergeten dat het uiteindelijke
streefdoel een vermindering is van onze uitstoot van broeikasgassen
met 80% tegen 2050.
Voetnoten:
(1) Een vermindering van onze uitstoot van broeikasgassen met
7,5% tegen 2008-2012 (in verhouding tot 1990). Zonder
beleidswijziging zal België zijn Kyoto-doelstellingen met bijna 23%
overschrijden (mededeling Europese Commissie dd 2 december
2003).
(2) Studie 'Beheer van de energievraag in het raam van de door
België te leveren inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te
verminderen', Fraunhofer Institute for Systems and Innovation
Research, 31 mei 2003.
(3) "Renewable Energy Target for Europe - 20% by 2020", European
Renewable Energy Council, 21 januari 2004.
(4) 12,5 % vermindering in uitstoot broeikasgassen tegen
2008-2012 (in verhouding tot 1990).
(5) In Duitsland stemde het parlement voor een vermindering van
uitstoot met 40% tegen 2020. Nederland stelde zich tot doel de
uitstoot van CO2 met 40 à 60% te verminderen tegen 2030. In
Frankrijk voorziet het nieuwe wetsvoorstel over het energiebeleid
een vermindering van uitstoot met 75% tegen 2050.
(6) Het Intergovernmental Panel On Climate Change (IPCC) van de
Verenigde Naties voorziet dat de nodige maatregelen om de
CO2-concentratie te stabiliseren op maximum 550ppm, ongeveer 1% van
het BNP van de ontwikkelde landen zullen kosten in 2050. Het IPCC
benadrukt dat dit cijfer meer dan gecompenseerd zal worden door het
verminderen van de risico's verbonden aan de gevolgen van de
klimaatverandering, zoals bijvoorbeeld overstromingen.