De Vlaamse regering moet morgen vrijdag 4 april beslissen over
een uitvoeringsbesluit op het elektriciteitsdecreet inzake de
distributie van groene stroom. Dat besluit werd nog voorgesteld
door Minister van Energie Steve Stevaert (inmiddels opgevolgd door
Bossuyt). Een van de maatregelen die in het besluit wordt voorzien,
is erop gericht om de regel aan te passen die voor groene stroom
gratis distributie voorziet. Op basis van het bestaande
elektriciteitsdecreet en de bestaande uitvoeringsbesluiten kreeg
alle groene stroom, ongeacht de oorsprong, vrijstelling van de
distributiekosten (die dan solidair gedragen werden door de
verbruikers van grijze stroom) Vermits het nieuwe akkoord de gratis
distributie beperkt tot stroom die direct geïnjecteerd wordt op het
distributienet, wordt de mogelijkheid om stroom te importeren om
het probleem van het beperkte aanbod van hernieuwbare energie in
Vlaanderen op te lossen sterk verminderd.
Volgens Greenpeace en BBL een enorme gemiste kans niet alleen om
de keuze voor de verbruiker te vergroten (zijn meest elementaire
recht in een vrije markt) maar ook om ernstig promotie te maken
voor groene stroom. Want op 1 juli riskeren de verbruikers de keuze
te hebben tussen grijze stroom en grijze stroom! Weg het voordeel
van de vrije markt voor de bescherming van het milieu.
Greenpeace, Bond Beter leefmilieu en de MiNa-Raad hebben hier
rond reeds hun bezorgdheid geuit bij de Minister. Vanaf de eerste
juli aan verbruikers die groene stroom wensen aan te kopen
vertellen dat er quasi geen aanbod is, lijkt ons op zijn minst
problematisch.
Dit is des te verwonderlijker vermits de overheden beweren
hernieuwbare energie te willen promoten en het probleem van de
klimaatsverandering ernstig te nemen. In de praktijk stellen wij
vast dat een aantal kansen gemist worden in het bijzonder wat
betreft het beperken van het aanbod aan groene stroom.
De milieuorganisaties wijzen er anderzijds op dat voor de
bevordering van hernieuwbare energie in Vlaanderen, andere
instrumenten ter beschikking staan, zoals het systeem van groene
stroomcertificaten. Een verdere ontwikkeling van Vlaamse
hernieuwbare energiebronnen moet niet gebeuren door discriminatie
van geïmporteerde groene stroom, maar door het wegwerken van een
aantal administratieve hinderpalen. De milieuorganisaties willen
zeker niet dat windmolens , waterhrachtcentrales of
biomassacentrales om het even waar zouden ingeplant worden, maar
vragen dat dringend een helder, coherent evaluatiekader wordt
opgezet in lijn met het beleid dat hernieuwbare energie wil
promoten.
Milieuorganisaties vragen in het bijzonder dat de omzendbrief
EME/2000.01 met betrekking tot de inplanting van windmolens
onmiddellijk wordt herzien. Deze omzendbrief bevat
voorbijgestreefde regels en incoherenties. Zo kunnen volgens de
omzendbrief slechts windmolens in agrarisch gebied worden
toegestaan voor zover ze minstens de helft van de geproduceerde
stroom afzetten in het landbouwbedrijf. Het spreekt vanzelf dat
zulke absurde voorwaarden voor de ruimtelijke inplanting van
windmolens moeten geschrapt worden, aldus Dirk Knapen,
beleidsmedewerker energie bij BBL.
"Het is trouwens interessant vast te stellen", volgens
Valéry Paternotte, verantwoordelijk voor de energiecampagne van
Greenpeace, "in de inleiding van de omzendbrief zelf, dat de
bespaarde externe kosten overeenkomen met de
distributiekost."
Anders gezegd, volgens de milieuorganisaties, het betreft niet
een voordeel toegekend aan hernieuwbare energie, maar een
verantwoorde correctie van de markt (die tot op vandaag de
hernieuwbare energie benadeelt).