Een met uitsterven bedreigde Sumatraanse tijger is gestorven verleden maand nadat hij dagenlang niet kon eten of drinken. Het dier raakte verstrikt in een val in een concessie voor houtpulp van Asia Pulp and Paper (APP) van de groep Sinar Mas, één van de grootste papierproducenten ter wereld. De concessie waar de tijger werd aangetroffen, PT Arara Abadi, is ook één van de Indonesische plantageconcessies waar de voorbije jaren de meeste branden voorkwamen.
Ik teken
Het op grote schaal ontginnen van bos en het draineren van veengrond door de plantagesector zijn de belangrijkste oorzaken van de ongecontroleerde bosbranden in Indonesië die leiden tot een jaarlijks weerkerende gezondheidscrisis in de hele regio. Die kaalslag vernietigt de natuurlijke leefomgeving van de tijgers en daardoor zitten de dieren nu als het ware opgesloten in wat nog overblijft van het oerwoud waarin ze ooit veilig waren.
Door de snelle ontbossing en het verlies van habitat in landen met een rijke biodiversiteit komen wilde dieren zoals tijgers noodgedwongen nauwer in contact met mensen en worden ze uiteindelijk gedood. Nu ook de COVID-19-pandemie toont dat er vaak een verband bestaat tussen de uitbraak van verschillende besmettelijke ziekten en ontbossing, is het van vitaal belang om de verwoesting van het woud te stoppen. Zowel om ons klimaat, onze flora en fauna, onze gezondheid én onze toekomst te redden.
In de buurt van het dode tijgermannetje, dat vermoedelijk tussen één en twee jaar oud was, werd een karkas van een varken gevonden, wat erop wijst dat de tijger het doelwit was van stropers. Tot nu toe kwamen er dit jaar ook al minstens twee andere van de minder dan 600 in de vrije natuur overblijvende Sumatraanse tijgers in houtpulpconcessies in een val terecht. Eén daarvan kon op tijd worden gered en kreeg onmiddellijk medische verzorging.
APP nog altijd geassocieerd met het kappen van bossen
Ondanks beloften om de ontbossing te stoppen, wordt APP nog altijd geassocieerd met het kappen en platbranden van bossen die van kritiek belang zijn voor tijgers. Als we één van de meest symbolische diersoorten van Indonesië willen redden, moeten de weinige overblijvende tijgerhabitats volledig verboden terrein worden voor de industrie.
In 2013 beloofde APP dat het niet langer zou meewerken aan de ontbossing en maakte het bedrijf nieuwe verbintenissen voor het natuurbehoud bekend. Maar uit recent onderzoek van Greenpeace blijkt dat tussen 2015 en 2018 in een concessie die verbonden is met de groep, een gebied groter dan Singapore is afgebrand. De groep is nog altijd verantwoordelijk voor de vernieling van grote stukken woud en veengebied waar tijgers, olifanten en orang-oetans leven, en ook voor een groot aantal mensenrechtenschendingen in Sumatra. Vorige week lanceerden meer dan 90 lokale en internationale ngo’s een oproep aan de partners van APP om niet langer zaken te doen met het bedrijf tot de onderneming “drastische veranderingen” heeft doorgevoerd in al haar activiteiten.
De Sumatraanse tijger is ernstig bedreigd
De Sumatraanse tijger staat sinds 2008 opgenomen als ‘ernstig bedreigd’ op de Rode Lijst van de Internationale Unie voor het Natuurbehoud (IUCN), als gevolg van stroperij, verlies van habitat en conflicten tussen mens en natuur.
De Indonesische overheid moet nu meer dan ooit werk maken van een strengere regelgeving voor de bescherming van de bos- en veengebieden en tegelijk moeten bedrijven bewijzen dat hun toeleveringsketen vrij van ontbossing is. Als dat niet kan, moeten ze helemaal stoppen met het produceren van goederen die ontbossing blijven veroorzaken.
|
|
|
|
YouTube |
|