35 jaar geleden liep een test in de kerncentrale van Tsjernobyl verschrikkelijk uit de hand. Twee krachtige ontploffingen vernielden het reactorgebouw en de hevige brand die erop volgde spuwde radioactief materiaal over een groot gebied uit. 35 jaar later, terwijl de wetenschappers nog steeds aan het onderzoeken zijn wat de gevolgen zijn van de ramp van Tsjernobyl, leggen regeringen en bedrijven de basis voor nieuwe kernrampen.

Ik schrijf me in op de nieuwsbrief

De ramp in Tsjernobyl wordt beschouwd als de ergste kernramp tot op vandaag. Hoewel die een kwarteeuw voor Fukushima plaatsvond, zitten de autoriteiten nog steeds met de handen in het haar over hoe ze de gevolgen ervan kunnen aanpakken. Zo bestaat er nog geen technologie om de achtergebleven radioactieve brandstofe uit de reactor te verwijderen. In 2016 werd een nieuwe sarcofaag over de oude geplaatst, in een poging om wat tijd te winnen om nieuwe oplossingen te vinden.

Waarom is dit van belang? 

In Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland wonen nog circa vijf miljoen mensen in gebieden die officieel werden erkend als radiologisch verontreinigd. De mensen die hier leven worden continu blootgesteld aan nieuwe dosissen straling, zoals is gebleken uit het gezamenlijk onderzoek van Greenpeace en Oekraïense wetenschappers. Ofwel bestaan er geen methoden om deze verontreinigde zones te ontsmetten, ofwel bestaan er wel bruikbare technologieën maar beschikken de landen niet over de middelen om deze in te zetten.

Ondertussen herinnert Tsjernobyl ons er af en toe aan dat het gevaar nog niet geweken is. Met de klimaatverandering neemt dat gevaar alleen maar toe.

Vorig jaar woedden hevige bosbranden in de uitsluitingszone. Dat was niet de eerste keer. In de voorbije 35 jaar zijn al meer dan 1.500 bosbranden uitgebroken in de uitsluitingszone. Omwille van de ongewone droogte veroorzaakt door de klimaatverandering, was de brand van vorig jaar de ergste ooit sinds het instellen van de uitsluitingszone. De brand besloeg één derde van dit radioactieve gebied. Op een bepaald moment kwam de brand zelfs gevaarlijk dicht bij de nieuwe sarcofaag, tot op amper één kilometer.

Willen we een nieuw Tsjernobyl?

De rookpluimen reikten tientallen kilometers ver tot de hoofdstad Kiev, waar de vrees toesloeg voor hogere stralingswaarden omwille van de rookpartikels. Dit gebeurde gelukkig niet, de straling bleef buiten de uitsluitingszone op een veilig niveau. De brandweer moest echter wel de brand bestrijden in de meest verontreinigde gebieden van de zone.

Wat zeggen de wetenschappers? 

“Bosbranden vormen het grootste probleem, vooral omwille van de stralingsblootstelling van de brandweermannen. Het gevaar is het grootst voor hen. Het gevaarlijkste is het inademen van radioactieve deeltjes, omdat radionucliden zo tot in de longen doordringen.

Helaas beschikken wij over heel weinig informatie over het stralingsgevaar van bosbranden in radioactief verontreinigde gebieden”, zegt professor Valery Kashparov, hoofd van het Oekraïense Onderzoeksinstituut voor Landbouwradiologie. 

Wat dient te gebeuren? 

Brandweerlui moeten beschikken over volledige informatie over de stralingsrisico’s vóór zij de verontreinigde zone betreden. Het laatste onderzoek hierover dateert echter van 20 jaar geleden en sindsdien zijn de natuurlijke omstandigheden veranderd. De klimaatcrisis veroorzaakt steeds vaker droogte, de ecosystemen zijn veranderd en elke brand heeft een impact op het lokale milieu.  

Willen we een nieuw Tsjernobyl?

Als de weersomstandigheden het dit jaar toelaten, zal het Oekraïens Onderzoeksinstituut, met de steun van Greenpeace, een reeks parameters bestuderen die tijdens bosbranden een invloed hebben op de stralingsdosis.

“De voornaamste doelstelling van dit experiment is inschatten aan welke dosis straling de brandweermannen zich kunnen verwachten – dit is de meest kritieke groep die de meeste radioactieve deeltjes kan inademen tijdens een brand. Op basis hiervan zullen wij aanbevelingen formuleren om het risico te beperken”, zegt professor Kashparov.

Het grotere plaatje 

Het brandexperiment zal de nodige data aanleveren om het risico voor de brandweer te beoordelen. Dat is cruciaal om hen, hun gezinnen en hun collega’s te beschermen. Maar dit is slechts één van de gevaren in de nasleep van de kernramp van 35 jaar geleden. Wie weet hoeveel risico’s wetenschappers in de toekomst nog blootleggen.

Zelfs de landen die de verschrikkingen van deze ramp hebben meegemaakt op hun grondgebied, blijven zich hardnekkig vastklampen aan kernenergie. In Wit-Rusland wordt momenteel een nieuwe kerncentrale gebouwd. Rusland bouwt niet alleen nieuwe stationaire kerncentrales, maar heeft nu ook een drijvende kerncentrale in gebruik genomen, de ‘Akademik Lomonosov’ beheerd door Rosatom. Deze kreeg meteen de bijnaam ‘drijvend Tsjernobyl’. Meer dan 30 landen wereldwijd hebben nog steeds kerncentrales in bedrijf, waaronder uiteraard België.

Wat is er nodig, nu meteen?

Willen we een nieuw Tsjernobyl?

Wat de wereld echt nodig heeft, is dat regeringen en bedrijven stoppen met het introduceren van nieuwe kernrisico’s terwijl we nog niet eens opgewassen zijn tegen de bestaande. De enige manier om dit te doen is door de kernenergie af te bouwen en zo snel mogelijk over te stappen op hernieuwbare energie die niet alleen veel veiliger is, maar ook veel goedkoper en veel sneller kan gebouwd worden op grote schaal.

In ons land werd de kernuitstap al in 2003 wettelijk vastgelegd. Door gelobby vanuit de nucleaire sector en politiek twijfelen is sindsdien veel tijd verloren bij de uitbouw van duurzame alternatieven, met name hernieuwbare energie. Maar het is nog niet te laat. Er is dus geen enkele reden om nog langer uit te stellen: Doel en Tihange moeten volledig sluiten tegen 2025.

Ik schrijf me in op de nieuwsbrief Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp
Facebook Facebook Instagram Instagram Twitter Twitter YouTube YouTube Pinterest Pinterest