Al enkele jaren wordt mijn thuisland Ghana geteisterd door een stille plaag: tweedehandskleding. Achter Ghana’s bloeiende cacao-industrie, bruisende cultuur en heerlijk eten, verschuilt zich een plaag die onze rivieren, onze oceaan en ons land vergiftigt. Waarom ik het een plaag noem? Omwille van de gigantische hoeveelheden van afgedankte fast fashion die het Westen exporteert.

Disclaimer: dit is een vertaling van een reeds geschreven artikel door Sam Quashie-Idun voor Greenpeace Afrika.

Al enkele jaren wordt mijn thuisland Ghana geteisterd door een stille plaag: tweedehandskleding. Achter Ghana’s bloeiende cacao-industrie, bruisende cultuur en heerlijk eten, verschuilt zich een plaag die onze rivieren, onze oceaan en ons land vergiftigt. Waarom ik het een plaag noem? Omwille van de gigantische hoeveelheden van afgedankte fast fashion die het Westen exporteert.

Ghana werd ooit uitgeroepen tot ‘s werelds grootste stortplaats voor elektronisch afval, door de tonnen elektronisch afval die er gedumpt werden. Toch hebben veel mensen geen idee van de zware lasten die rijke landen, vooral die in Europa en Noord-Amerika, op onze schouders leggen. 

Voor degenen die dit lezen en in het Westen wonen: sta je er wel eens bij stil wat er eigenlijk met je kleding gebeurt als je het doneert? Ga je er misschien van uit dat gedoneerde kleding in je eigen gemeente terechtkomt? Om die vraag te beantwoorden: een groot deel komt terecht in steden in Afrika, zoals Accra, Ghana’s hoofdstad. Gedoneerde kleding overspoelt onze rommelmarkten, verstikt onze rivieren en meren, vervuilt onze stranden en bedreigt het zeeleven in onze oceaan. Kortom, het komt terecht op plaatsen waar het helemaal niet thuishoort. 

Al geruime tijd speelt tweedehandskleding een belangrijke rol in de lokale economie van Ghana. De Kantamanto-markt in Accra, die opgericht werd in de jaren 1970, is een van de grootste tweedehandsmarkten ter wereld. Er werken meer dan 30.000 mensen om het textielafval uit het Noorden te wassen, repareren, upcyclen en verkopen. Door de toename van fast fashion sinds de jaren 2000, komen er steeds meer kledingstukken van lagere kwaliteit binnen. En de hoeveelheden zijn gigantisch. Ghana ontvangt nu jaarlijks ongeveer 152.600 ton aan tweedehandskleding. Die kleding wordt ook wel Oburoni Wawu genoemd, wat je letterlijk kan vertalen als “kleding van een witte dode man”. Elke week arriveren er ongeveer 100 containers van 12 meter lang, gevuld met meer dan 15 miljoen modeartikelen, in de haven van Tema. Dit is de grootste haven van Ghana, die zich ten oosten van Accra bevindt. Ongeveer 70% van die kleding belandt op de Kantamanto-markt.  

In oktober 2023 bundelden Greenpeace Afrika en ik onze krachten met onze collega’s van Greenpeace Duitsland. Samen gingen we op onderzoek uit om de situatie in Ghana te documenteren. Ons doel was eenvoudig: uitzoeken wat lokale bevolkingsgroepen vinden van de enorme hoeveelheden geïmporteerde tweedehandskleding en hoe dit hun leven beïnvloedt. Daarnaast was onze missie om een klein deel van die kleding terug te sturen naar Europa, waar het thuishoort.

Onze reis begon in Old Fadama, de grootste sloppenwijk in Accra waar meer dan 80.000 mensen wonen en waar zich een grote, groeiende vuilnisbelt bevindt. De bergen kleding waren gigantisch en de geur was niet te harden. Eenmaal op de top van zo een kledingberg, voelde het alsof ik op een monument van overconsumptie stond. Een pijnlijke herinnering aan de neokoloniale bijdrage van de mode-industrie tot de klimaatcrisis (neokolonialisme is de exploitatie door rijke landen t.a.v. vroegere koloniale gebieden).

© Greenpeace. Textiel- en plasticafval in de Korle lagune in Accra, Ghana. Een onderzoeksteam van Greenpeace Afrika en Greenpeace Duitsland onderzocht de impact van plastic- en textielafval in de Ghanese hoofdstad Accra. Het team verzamelt geïmporteerd textielafval afkomstig van de fast fashion-industrie. Greenpeace verscheept het ingezamelde textielafval naar Duitsland in een container die ontworpen is door Ghanese kunstenaars. Deze actie maakt deel uit van de ‘return-to-sender’-campagne. In het kader van die campagne neemt Greenpeace extra stalen van het synthetisch textiel. Het doel is om mensen bewust te maken van de destructieve kant van fast fashion en afvalkolonialisme.

Op de Kantamanto-markt vroegen we lokale verkopers om alle tweedehandskleding, lokaal “borla” genoemd, te verzamelen die niet verkocht kon worden. Redenen daarvoor zijn: slechte kwaliteit, niet geschikt voor het klimaat (vooral synthetische kleding) of geen geschikte stijlen of maten voor de mensen in Ghana. Wij zorgden ervoor dat die kleding naar onze zeecontainer werd gebracht.

Dit was geen gemakkelijke taak. De smalle voetpaden op en af lopen, bracht heel wat uitdagingen met zich mee. Kleding in echt slechte staat die marktkramers als dweil gebruikten, namen we niet mee, want we wilden niet dat de kleding tijdens de reis zou beschimmelen. In slechts één week tijd verzamelden we genoeg kleding om onze 12 meter lange zeecontainer te vullen. 

© McElvaney / Greenpeace. Foto van Kantamanto-markt.

We spraken met de markthouders die omgerekend ongeveer 256 euro betalen voor een zak geïmporteerde tweedehandskleding. De teleurstelling op hun gezichten was groot, toen ze ons lieten zien dat slechts de helft van de kleding bruikbaar was. Opnieuw een sterke herinnering aan het bedrog achter dit gebrekkige, oneerlijke en toxische handelssysteem.

Nadat we het vertrouwen van de markthouders op de Kantamanto-markt gewonnen hadden en ze het doel van onze missie begrepen, ontstond er een enorm gevoel van solidariteit en vertrouwen in het werk dat we wilden doen. Ze hielpen ons om op de markt de “borla” te verzamelen en in de container te stoppen. Het was een vermoeiende maar prachtige teamprestatie. We hadden een gevoel van samenhorigheid. Sommigen vertelden me dat ze zich sterker voelden en hoopten dat dit Westerse landen zou aanmoedigen om onze normen en ons milieu te respecteren. 

© McElvaney / Greenpeace. Mensen bij een van de ingangen van de Kantamanto-markt helpen Greenpeace om zakken met onverkochte gebruikte kleding in een daartoe bestemde container te laden. Het doel: “terug naar afzender”. De hashtag #OOTD staat voor #Outfit Of The Day. Die hashtag wordt vaak gebruikt door fast fashion merken als SHEIN en Temu om jongeren wijs te maken dat ze kleding maar één dag moeten dragen.

Nieuwe trend: kleding terugsturen

Dit deel van de missie maakte een diepe indruk, want gebruikte kleding die naar Ghana wordt gestuurd, keert vanzelfsprekend niet terug naar de afzender. Ghanese ambtenaren keken dan ook verbaasd op. De ingewikkelde douaneprocedures om onze container op een schip richting Europa te krijgen, namen veel tijd in beslag. Soortgelijke problemen deden zich ook voor bij aankomst van de kleding in Duitsland – ironisch als je bedenkt hoe vlot tweedehandskleding naar het mondiale Zuiden wordt gebracht. Begin januari konden we eindelijk van start gaan met ons kledingonderzoek. We analyseerden de soorten kledingstukken, de materialen waaruit ze bestaan, de merken die ze hebben gemaakt en wat ze ondraagbaar maakt.

In totaal hebben we ongeveer 19.000 kledingstukken geteld, goed voor een gewicht van 4,6 ton. Tot onze verbazing bleek uit onze infraroodanalyse dat de meeste kledingstukken gemaakt zijn van synthetische vezels. Dit zorgt voor een enorme toename van plastic afval in landen in het mondiale Zuiden, zoals Ghana.

Vervolgens plaatsten activisten van Greenpeace Duitsland, ter gelegenheid van de Berlijnse modeweek, de container voor de Brandenburger Tor. Zo ontstond een 3,5 meter hoge en 12 meter brede berg van textielafval. Hun oproep was duidelijk: de mode-industrie en regeringen moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor het gevaarlijke probleem waaraan zij hebben bijgedragen.  

© Paul Lovis Wagner / Greenpeace. Activisten van Greenpeace protesteren tegen de fast fashion-industrie voor de Brandenburger Tor aan het begin van de Berlijnse modeweek. De actie wordt gekenmerkt door een ongeveer 3,5 meter hoge en 12 meter brede berg van textielafval. Een spandoek met de tekst “FAST FASHION – KLEIDER MACHEN MÜLL” (Fast Fashion – Kleren Maken Afval) waarschuwt voor de gevolgen van de fast fashion-industrie. Het textiel van de kledingberg is afkomstig van de Kantamanto-markt in Accra, de grootste tweedehandsmarkt in Ghana.

Afrika is geen vuilnisbak

De bevolking van Ghana of eender welk land in het mondiale Zuiden hoort niet op te draaien voor de vervuiling veroorzaakt door de Westerse obsessie met fast fashion. [1] Dit afgedankte en schadelijke afval wordt verscheept zonder rekening te houden met wat de mensen in Ghana echt nodig hebben of willen. Landen zoals Ghana beschikken niet over de nodige lokale infrastructuur om “jouw probleem” het hoofd te bieden. Deze koloniale praktijken van het mondiale Noorden om afval te dumpen in het Zuiden, getuigen sterk van neokolonialisme.

De negatieve impact op Ghana is slechts een van de vele gevolgen van fast fashion. Grote merken gaan ook niet altijd zorgvuldig om met hun werkkrachten en middelen om fast fashion te produceren. Het merendeel van de vervuiling, uitstoot van broeikasgassen en uitbuiting van mensen vindt plaats in andere landen van het mondiale Zuiden. 

[2] Er is dringend nood aan wetgeving om het destructieve systeem van fast fashion uit de wereld te helpen. Daarom roept Greenpeace regeringen, de VN, het VN-agentschap voor het milieu en de EU op om te pleiten voor een doeltreffende Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV). Dit zorgt ervoor dat bedrijven hun verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun producten en dat vervuilers betalen voor de geleden schade. 

[3] Bovendien kan iedereen de normalisering van fast fashion tegengaan. Laat bijvoorbeeld je kleding herstellen, hergebruik het, geef het aan iemand anders of maak er iets nieuws van. Kiezen voor kleding van betere kwaliteit is ook een optie. Maar bovenal, stop met het kopen van fast fashion gemaakt van synthetische stoffen. Zo strijd je mee tegen de greenwashing van grote merken.

Hoog tijd om een einde te maken aan deze afschuwelijke situatie die zich voor onze ogen afspeelt in Ghana. Kleding hoort niet thuis op onze stranden of in de oceaan. Tijd voor verandering. Tijd om lokale mode en ontwerpers te steunen en om collectieve actie een nieuwe betekenis te geven. Maar vooral, om deze vorm van kolonialisme, dat geen respect of waardering toont voor de levens van Afrikanen en ons milieu, aan de kaak te stellen.  

Samen zetten we dingen in beweging

Wil jij ook jouw stem laten horen? Neem dan samen met Greenpeace deel aan de mars tegen racisme en discriminatie op zondag 24/03/2024.

Ik deel op Facebook Ik deel op Twitter Ik deel op Whatsapp