Hoe Trafigura zijn straatje schoonveegt

Oliegigant Trafigura is in hoger beroep gegaan tegen zijn veroordeling voor de export van afval vanuit de haven van Amsterdam. Een maand voordat Trafigura die veroordeling van tafel probeert te vegen, verscheen een boek dat het standpunt van de multinational onderschrijft.

Lees hier meer over het hoger beroep dat Trafigura heeft gestart. 

‘Het gifschip’ van filosoof en polemist Jaffe Vink leest alsof het door de advocaten van het beruchte oliebedrijf zelf is geschreven. Het giftige afval dat het liet dumpen in het straatarme Ivoorkust rook niet zo fris, maar was ongevaarlijk, en Trafigura is het slachtoffer van een een-tweetje tussen Greenpeace en de Volkskrant, daar komt het kort gezegd op neer. Niet toevallig is de held van Vinks pamflet wetenschapsjournalist Karel Knip, werkzaam bij NRC Handelsblad. Sinds Trafigura in augustus 2006 Abidjan trakteerde op een lading gevaarlijke smurrie, is Knip de enige die volhoudt dat het slechts om een onaangenaam riekend goedje ging. Waar Knip en Vink hun standpunt op baseren? Onder andere op een aantal geheimgehouden rapporten van Trafigura, die niemand behalve Knip mocht inzien. En laat het nu diezelfde Knip zijn die heeft meegewerkt aan het manuscript van het boek van Vink.

Dat het afval giftig was, staat als een paal boven water. Toxicologen kunnen je vertellen dat een mengsel van nafta, natriumhydroxide, benzeen, sulfide, fenolaat en mercaptide met recht een giftige cocktail te noemen is. Door dit mengsel in Abidjan voor een spotprijs te laten afvoeren door een bedrijfje waarvan duidelijk was dat het niet de capaciteiten had om dat op een goede manier te doen, heeft Trafigura willens en wetens risico’s genomen met het milieu en met de gezondheid van vele Ivorianen. Vink en Knip schilderen dit bedrijf nu af als het slachtoffer van een mediahype.


Greenpeace blokkeerde de Probo Koala in 2006.

©GP/Aslund

 
Greenpeace zet de feiten op een rijtje.

 

Gif is gif

Het Nederlands Forensisch Instituut nam in 2006 monsters van de lading van de Probo Koala, het schip dat Trafigura gebruikte om het gevaarlijke afval te vervoeren. Het oliebedrijf probeerde destijds het afval kwijt te raken in de haven van Amsterdam. Er is geen enkele twijfel dat het afval dat uiteindelijk in Abidjan terechtkwam een gevaar vormde voor mens en milieu. In interne e-mails omschreef Trafigura het spul zelf als ‘toxic caustic’ en benadrukte het bedrijf de ‘hazardous nature’ van het goedje. De kapitein van de Probo Koala liet niet voor niets zijn bemanning zuurstofmaskers en beschermende pakken dragen toen het giftige afval ontstond tijdens het ontzwavelen van goedkope benzine, een omstreden proces dat plaatsvond op open zee.

Toen vorig jaar in de Amsterdamse rechtbank het vonnis werd gelezen, citeerde de rechter uit het onderzoeksverslag van het Nederlands Forensisch Instituut: ‘Vastgesteld is dat de slops brandbare, bijtende/corrosieve stoffen (respectievelijk nafta en natriumhydroxide) en schadelijke tot (zeer) giftige stoffen bevatten, naast stoffen waaruit onder bepaalde omstandigheden schadelijke tot (zeer) giftige stoffen vrij kunnen komen (sulfiden, mercaptiden)’ en dat ‘de conclusie gerechtvaardigd is dat het hier om zeer gevaarlijk afval gaat’.

Wel of geen zwavelwaterstof?

Zowel Vink als Knip richten zich vooral op de vraag of een enkel onderdeel van de mix, de sulfide, zou zijn vrijgekomen in de vorm van het zeer giftige zwavelwaterstof. Ze gaan voorbij aan alle andere schadelijke stoffen die in het afval aanwezig waren. Wat te denken van natriumhydroxide, een stof die zeer schadelijk is voor de huid, de ogen en de longen. Bij contact met de huid ontstaan direct blaren. In het afval zaten ook koolwaterstoffen uit minerale olie, zoals benzeen (kankerverwekkend) en tolueen (dat bij langdurige blootstelling schadeliijk is voor nieren, longen en lever). Ook kunnen mercaptides onder bepaalde omstandigheden ontsnappen aan het afval als mercaptanen die irritatie veroorzaken aan bijvoorbeeld ogen en de ademhalingswegen.

Terug naar de zwavelwaterstof: is dat giftige gas vrijgekomen in Abidjan? Het is niet bewezen maar kan ook niet worden uitgesloten. Anders dan Knip, Vink en Trafigura beweren, is het goed mogelijk dat zwavelwaterstof is vrijgekomen.

Lees hier wat wetenschappers Prof.dr. Jacob de Boer en Prof. dr. Lucas Reijnders daarover zeggen. Niemand weet of dit is ook daadwerkelijk is gebeurd en we zullen het waarschijnlijk nooit precies achterhalen. De stad verkeerde in chaos en pas na ruim drie weken werd er begonnen met de schoonmaak van de eerste dumpplekken.

Het duurde vele weken voordat alle achttien dumpplekken in kaart waren gebracht. En dat is nu juist een van de redenen waarom de export van gevaarlijk afval naar arme landen is verboden. Trafigura wist dat het zich in Ivoorkust op goedkope wijze van het afval kon ontdoen en nam daarbij de risico’s voor de volksgezondheid en het milieu op de koop toe. En dat is altijd de kern geweest voor Greenpeace.

Zestien doden

Zijn er dodelijke slachtoffers gevallen en hoeveel dan? Ook die vraag zullen we nooit met zekerheid kunnen beantwoorden. Volgens de Ivoriaanse overheid heeft de afvaldump aan zestien mensen het leven gekost. Meer dan 100.000 mensen meldden zich met gezondheidsklachten. Vink en Knip houden vol dat niemand kan zijn omgekomen of ernstig ziek zou zijn geworden na blootstelling aan het afval. Het ging slechts om een stankincident. In Ivoorkust ontbrak het echter niet alleen aan de faciliteiten om dergelijke zwaar vervuild afval te verwerken, maar ook aan de middelen om een grondig onderzoek in te stellen naar wat zich in augustus 2006 heeft afgespeeld. Onzekerheid over de vraag of er doden zijn gevallen en hoeveel dat er waren, en de precieze effecten van het afval doen echter niets af aan het feit dat Trafigura zich nooit op die manier van het gevaarlijke afval had mogen ontdoen, zeker niet in een ontwikkelingsland.

Complottheorieën

Knip en Vink doen het voorkomen alsof Trafigura weinig te verwijten valt. Maar het tweetal gaat nog verder. Ze beweren dat de strijd die Greenpeace levert om Trafigura ter verantwoording te roepen één groot complot is. Zo zou er sprake zijn van een ‘journalistencollectief’ dat zich rond Greenpeace vormde. Inderdaad hebben Greenpeace, Noorse, Nederlandse en Britse media, waaronder de BBC en The Guardian, in 2009 bronnen gedeeld, omdat er weinig informatie beschikbaar was als gevolg van het feit dat Trafigura zaken achterhield en probeerde kritische media het zwijgen op te leggen door te dreigen met juridische stappen. Om de puzzel compleet te krijgen hebben verschillende media en maatschappelijke organisaties, waaronder ook Amnesty International, informatie uitgewisseld. De journalisten in kwestie kregen in 2010 de Daniel Pearl Award voor hun onderzoek. Bepaald geen zaak om je voor te schamen.

Het is overigens merkwaardig dat dit verwijt aan het adres van Greenpeace juist van NRC-journalist Karel Knip komt. Knip heeft namelijk een behoorlijk nauwe band met Trafigura. Knip is de enige Nederlandse journalist die een selectie van geheime rapporten over de gifdump heeft mogen inzien. Twintig expertrapporten waarvan de helft namens Trafigura en de ander helft namens de slachtoffers zijn opgesteld in de Britse civiele zaak worden nog steeds geheim gehouden. Bij de schikking tussen de 30.000 slachtoffers en Trafigura zijn deze rapporten achter slot en grendel gegaan. Trafigura heeft kennelijk bedongen dat zij ze wel kan vrijgeven als ze dat wil. De conclusies die Knip trekt op basis van de rapporten waar Trafigura hem inzage in gaf zijn dus niet te controleren. Greenpeace heeft begrepen van Knip dat hij, omdat hij toegang wil houden tot bronnen van Trafigura, niet kritisch wil schrijven over het bedrijf. Bovendien vond hij dat ook niet nodig in zijn rol van wetenschappelijk redacteur. Opmerkelijk, voor een journalist van een respectabele krant die objectieve verslaggeving hoog in het vaandel heeft staan.

Ook de rechtbank merkte in de strafzaak tegen Trafigura Knips berichtgeving over het afval op. En zei dat Knip ‘naar de rechtbank moet aannemen met behulp van Trafigura- tijdens deze strafzaak en na het pleidooi van Trafigura nog eens komt met een artikel waarin de relatieve onschuld van de slops worden beschreven.’ Dagblad Trouw schreef vervolgens dat de rechter ervan uitging dat Knip met behulp van informatie van Trafigura onjuiste feiten had gepubliceerd. Knip diende een klacht in bij de Raad voor de Journalistiek. De rechtbank liet op verzoek van de Raad weten dat de weergave van Trouw correct was. Knip haalde bakzeil. Daarmee is de zaak echter niet af. Knip heeft aan Greenpeace verklaard dat Trafigura’s advocaten naar aanleiding van de uitleg die de rechtbank heeft gegeven aan de Raad voor Journalistiek nu een klacht voorbereidt bij de Hoge Raad tegen de rechtbank omdat het een nieuwe duiding van het vonnis in de strafzaak zou zijn. Een advocaat van Trafigura wil dit bericht noch ontkennen noch bevestigen.

Ook Jaffe Vink handelt volgens Greenpeace op een manier die niet van veel journalistieke mores getuigt. Zo heeft hij kennelijk voor zijn boek wel met Trafigura’s PR-bureau contact gehad, maar nooit om wederhoor gevraagd. Niet bij Greenpeace en evenmin bij de andere partijen die hij bekritiseert.

Stukprocederen

Als Trafigura inderdaad werk wil maken van de nieuwe duiding van het vonnis in de strafzaak, dan past dat in het beeld van een bedrijf dat aanvecht wat het kan aanvechten. Trafigura hanteert hierbij kennelijk een tactiek van afleiden, vertragen en procederen. In dit licht is de uitspraak van officier van justitie Rob de Rijck op 19 mei 2011 opvallend. Hij stelde dat dit de meest complexe milieuzaak is die het OM ooit heeft gedaan. Hij merkte op dat het OM in deze zaak werkelijk ‘alle procedures van het Wetboek van Strafvordering’ tegenkomt. Greenpeace maakt zich zorgen, dat dit zou betekenen dat machtige en schatrijke bedrijven zoals Trafigura hun straf kunnen ontlopen omdat veel overheden simpelweg de financiële middelen ontberen om een strafproces tot het einde te volbrengen. De jaarlijkse omzet van Trafigura in 2010 is 79 miljard dollar en is daarmee twee zo hoog als het bruto nationaal product van een land als bijvoorbeeld Ivoorkust.

Greenpeace hoopt dat het Hof in het hoger beroep het vonnis van de rechtbank overeind houdt, zodat ernstige milieudelicten zoals deze niet ongestraft blijven.

Terug naar de kern van de zaak

Een grote westerse multinational ontdoet zich van gevaarlijk afval in een land dat niet de middelen heeft om dergelijk afval te verwerken. Het afval bevatte giftige stoffen en onder bepaalde omstandigheden kunnen andere levensgevaarlijke gifstoffen zijn ontstaan. Trafigura heeft vorig jaar in Amsterdam verantwoording moeten afleggen voor de illegale export van het afval. Het bedrijf heeft zich echter nooit voor een rechter moeten verantwoorden voor de uiteindelijke dump van dat afval in Abidjan. Dat is een groot onrecht, waartegen Greenpeace zal blijven vechten.

Trafigura mag zich gelukkig prijzen met polemisten als Vink en Knip. Het hameren op nooit meer te achterhalen zaken als het precieze effect van het afval op mens en milieu leidt de aandacht af van de kern van de zaak, namelijk dat Trafigura het afval nooit in Ivoorkust had mogen achterlaten op de manier waarop ze dat gedaan heeft.

Links

 

Een toekomst zonder gif

Voor de productie van onze kleding, elektronica en cosmetica worden vaak giftige stoffen gebruikt. Stoffen die in de natuur terechtkomen bij de productie en op het moment van afdanken. Maar ook door lozingen van afvalwater door fabrieken die de producten maken. Terwijl er steeds meer schone alternatieven zijn.

Wat ons betreft komen er geen producten op de markt voordat is bewezen dat ze geproduceerd zijn zonder giftige stoffen. Zodat jij in de toekomst alles kunt kopen zonder je zorgen te maken. Lees meer >>