Windenergie op land en op zee levert minimaal tien keer meer permanente werkgelegenheid op dan kolencentrales. Als de provincies Groningen en Friesland inzetten op de bouw van windmolenparken voor de Nederlandse en Duitse kust, kan het aantal extra groene banen oplopen tot 14.000.

Windenergie

Dit blijkt uit het rapport ‘Werkgelegenheidseffecten door wind en kolen in Eemshaven, Friesland en Groningen’, gepubliceerd door adviesbureau Ecofys in opdracht van Greenpeace. Vandaag neemt Gedeputeerde Moorlag van de provincie Groningen het rapport in ontvangst.

Groningen als centrum van duurzaamheid

Hans Altevogt, campagneleider klimaat en energie bij Greenpeace: ‘De keuze voor windenergie maakt van Groningen een centrum van duurzaamheid. Het levert ook groene werkgelegenheid op voor de regio. Voor provinciale bestuurders ligt hier een enorme uitdaging om Groningen en Friesland een belangrijke rol te geven in de ontwikkeling van windindustrie op land en in zee in dit deel van Europa.

Investeren in windparken

Groningen en Friesland zullen de vruchten plukken van de opkomende windenergiesector. Hiervoor is het wel noodzakelijk de investeringscondities voor windenergie te verbeteren. De overheid moet zorgen voor snelle en transparante procedures voor vergunningverlening van windparken en voorrang voor duurzame energie op het net.

Klimaatdoelstellingen

De groei van windindustrie in Nederland is onvermijdelijk. Europese doelstellingen verplichten Nederland om in 2020 ongeveer 35 tot 40 procent van het totale stroomverbruik uit hernieuwbare bronnen op te wekken (dat is nu 9 procent). Daarnaast speelt windindustrie een belangrijke rol om klimaatdoelstellingen te halen, onafhankelijker te worden van import van fossiele brandstoffen en lokale milieuverontreiniging tegen te gaan.

Rapport

Het rapport ‘Werkgelegenheidseffecten door wind en kolen in Eemshaven, Friesland en Groningen’ wordt dinsdag 25 januari om 16.00 uur aangeboden aan Gedeputeerde Moorlag in Huis ‘De Beurs’. Vertegenwoordigers uit politiek en bedrijfsleven gaan aansluitend in debat over de energietoekomst van Noord-Nederland.