De landbouwcommissie van het Europees Parlement roept op tot een verbod in de EU op benamingen als groenteburger of sojaschnitzel. Dergelijke verwijzingen naar dierlijke producten zouden misleidend zijn voor consumenten. Dat viel dinsdag te lezen in verschillende media. En dat is maar een detail van wat er echt in het Europees parlement is gebeurd. Er werd daar namelijk gestemd over de toekomst van het Europese landbouwbeleid en de daarbij behorende landbouwsubsidies. Een enorme kans om  het voedselsysteem een impuls te geven richting een boervriendelijk systeem, dat ook klimaat en natuur spaart. Maar nee, de landbouwcommissie koos voor een stap achteruit in de noodzakelijke verduurzaming van de landbouw.

Discussie over vegaburgers in plaats van toekomst van ons voedsel

Maar hoe kan het dan dat we vooral lezen over die vegaburgers? Tussen de duizenden voorstellen en amendementen zat inderdaad een enkel voorstel over de benaming van vleesvervangers. De landbouwcommissie vindt blijkbaar dat consumenten die een vegetarische hap willen, niet weten dat het dus geen vlees is. Alsof iemand die vegetariër is, daar zelf niet bewust van is! En vond het dus nodig om ‘misleidende’ namen te verbieden. Het laat de houding van de commissie zien. Populistisch opkomen voor de belangen van de vee-industrie is belangrijker dan het besef dat het vastgelopen systeem dringend aan hervorming toe is.

Vee-industrie trekt wissel op klimaat en natuur

De vee-industrie in Nederland en elders in Europa trekt een grote wissel op het klimaat en de natuur. Uitstoot van methaan en andere broeikasgassen uit het vee en de mest zorgt ervoor dat deze sector naar schatting 12% van de gehele broeikasgasuitstoot van ons land voor zijn rekening neemt. Insecten en vogels verstikken in de grote hoeveelheden stikstof in de natuurgebieden. De graslanden zijn verworden tot saaie hyperproductieve monoculturen, met minder bloemen, vogels, vlinders en andere soorten. Kortom, het landbouwsysteem overschrijdt de ecologische grenzen al lange tijd, mede te wijten aan de manier waarop landbouwsubsidies niet zijn ingezet om te verduurzamen, maar om vast te houden aan het oude klimaatonvriendelijke systeem.

Minder dieren is een noodzaak

Wetenschappers wijzen erop dat de consumptie en productie van vlees en zuivel drastisch zal moeten verminderen om klimaatdoelen te halen. En dus, zeggen zij: minder dieren. En dan niet alleen in de landbouw maar ook op ons bord. Om een levensvatbaar klimaat op aarde te hebben, maar ook om onze dagelijkse maaltijd veel gezonder te maken is het eten van meer plantaardig en minder dierlijk onontkoombaar. Meer opties voor groenteburgers en sojaschnitzels dus! U leest: exact wat de landbouwcommissie ontmoedigt. Maar liefst zo’n 28 tot 32 miljard euro van het Europese landbouwbudget gaat op dit moment (indirect) naar de veehouderij. En 71% van het Europese landbouwareaal wordt nu ingezet voor begrazing of productie van veevoer. Dat moet anders.

Boeren sneuvelen

Ook boeren staan in de hoek waar de klappen vallen. Sinds het begin van deze eeuw is het aantal boerenbedrijven bijna gehalveerd. Wat overblijft zijn megastallen en andere grote agro industrie. In 2016 leefde 44% van de boeren onder de armoedegrens, terwijl ze vaak een miljoeneninvestering in hun bedrijf hebben gestopt. De meerderheid wil het roer omgooien naar duurzamere landbouw, maar staat met de rug tegen de muur. Ze zitten knel tussen de bank, de supermarkt die zo goedkoop mogelijk wil inkopen en een landbouwbeleid dat groot, groter, grootst stimuleert. Maar de huidige politiek frustreert hun toekomstperspectief. Zo gaat de afname van het aantal bedrijven en de groei van de megabedrijven verder. In het jaar 2000 waren er bijvoorbeeld 14.500 varkenshouders in ons land. Nu zijn er nog 4.300 over, de Rabobank voorspelt dat er in 2030 nog 1.000 over zullen zijn.

Viva la vegaburger

De financiering van het landbouwsysteem geeft een enorme duw richting meer intensivering en schaalvergroting. De Europese landbouwsubsidies, die ongeveer 40% van het totale EU budget uitmaken, moeten worden gebruikt voor de maatschappelijke doelen als natuur en klimaatbescherming. Europa moet ervoor zorgen dat boeren nu en in de toekomst een goede boterham kunnen verdienen en dat wij kunnen genieten van het moois dat zij voor ons maken. De landbouwcommissie van het parlement probeert deze noodzakelijke verandering van de landbouw nog even voor zich uit te duwen, zo blijkt uit de stemming. Gelukkig denkt de milieucommissie van het parlement er heel anders over – het laatste woord is gelukkig nog niet gesproken. Viva la vegaburger!

 

Herman van Bekkem, Campagneleider Landbouw Greenpeace Nederland