Shell heeft het plan om delen van oude olieplatformen met daarin 11.000 ton olie achter te laten in het Britse deel van de Noordzee. Dit tegen het internationale OSPAR-verdrag in. De olie uit deze platformen zal vroeg of laat in de zee terechtkomen, met alle gevolgen van dien.

En dus kwamen we in actie. Greenpeace-activisten uit Nederland, Duitsland en Denemarken protesteerden van maandag 14 oktober tot dinsdag 15 oktober 24 uur lang op twee olieplatforms van Shell in het Brent olieveld. Klimmers, ondersteund door Greenpeace-schip de Rainbow Warrior, beklommen de Brent Alpha en Bravo en hingen spandoeken op met de teksten: ‘Shell, clean up your mess!’ en ‘Stop Ocean Pollution’. Ook schilderden ze de boodschap ‘TOXIC WASTE’ op een van de betonnen fundamenten.

Shell wil de fundamenten van vier, niet langer operatieve, Brent-olieplatforms in zee laten staan. Drie van die platformen hebben een betonnen fundatie met grote opslagtanks op de zeebodem. Daarin zit nog zo’n 640.000 kubieke meter oliehoudend water en 40.000 kubieke meter oliehoudend sediment. In totaal bevatten de platforms meer dan 11.000 ton olie en een onbekend aantal andere giftige stoffen.

Hoeveel andere giftige stoffen erin zitten, weet Shell niet. Uit onafhankelijk onderzoek uitgezet door zowel de Nederlandse als de Duitse overheid over deze kwestie, blijkt namelijk dat Shell onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar wat er exact in de opslagtanks zit. Maar wat we nu weten, is al een nachtmerrie. Die 11.000 ton olie mag niet in zee terecht komen. Olie is namelijk zeer schadelijk voor het milieu en (zee)leven.

Dat Shell de 11.000 ton wel degelijk kan opruimen is zeker. Dat blijkt uit zowel hun eigen rapporten als uit de onafhankelijke onderzoeken van de Nederlandse en Duitse overheid. Shell klaagt dat het ze tijd en geld kost. Laten we niet vergeten dat Shell miljarden heeft verdient aan dit olieveld. En dan is het wel zo netjes dat het bedrijf zijn rotzooi netjes opruimt.

Bovendien moeten we oppassen voor een giftig precedent. Als Shell de zee als een vuilnisbelt mag gebruiken, zullen anderen volgen.

Shell kan inmiddels wel omschreven worden als een bedrijf dat overal waar het komt een rotzooi achterlaat. Zie ‘de geschiedenis van Shell in 10 schandalen’.

In 1998 hebben alle leden van de OSPAR-commissie, waaronder Nederland, ingestemd met een verbod op het dumpen en achterlaten van installaties en platforms in de Noordoost-Atlantische oceaan, inclusief de Noordzee. Shell heeft echter de regering van het Verenigd Koninkrijk om vrijstelling verzocht voor deze vier Brent platforms.

Op 18 oktober kwam OSPAR, vanwege deze kwestie, in Londen bijeen. De Britse regering was voornemens akkoord gaan met de vrijstelling voor Shell. Maar verschillende landen, waaronder Nederland, kwamen tijdens de meeting met stevige bezwaren. Dat zorgde ervoor dat de Britse overheid zich nog eens achter de oren krabten en hun standpunt gaan heroverwegen. Het is onduidelijk wanneer het besluit zal vallen. Greenpeace houdt het in de gaten.

Het was niet de eerste keer dat Greenpeace actie voerde in het Brent olieveld. In 1995 kwam Greenpeace in actie tegen het dumpen van de Brent Spar in de Noordoost-Atlantische Oceaan. Onder publieke druk heeft Shell toen uiteindelijk besloten het platform op land te ontmantelen. Deze campagne zorgde ervoor dat OSPAR in 1998 het eerder genoemde verbod instelde op het dumpen en achterlaten van installaties en platforms in de Noordoost-Atlantische oceaan.

Meer weten? Kijk hieronder de aflevering van EenVandaag over dit onderwerp terug, waar Greenpeace uitgebreid aan het woord komt.

Bescherm samen met ons de planeet

Doneer aan Greenpeace! Wij zijn 100% afhankelijk van particuliere donaties zoals die van jou, want wij nemen geen geld aan van overheden en bedrijven. 

Doe mee