Het half maart geplande transport voor hoogradioactief afval van kerncentrale Borssele naar La Hague, Frankrijk, is in strijd met de Franse wet. 95 procent van het afval blijft in Frankrijk achter, terwijl het daar bij wet verboden is om buitenlands afval op te slaan. Greenpeace tekent daarom vandaag samen met negen andere milieuorganisaties bezwaar aan bij de Raad van State tegen de vergunning voor het transport.

Ike Teuling, campagneleider kernenergie bij Greenpeace: ‘Kernafval in het buitenland dumpen is de enige ‘oplossing’ die kerncentrale Borssele heeft voor het kernafvalprobleem. Met plannen voor een tweede kerncentrale kan minister Verhagen de groeiende bergen kernafval niet langer negeren. Hij zal moeten toegeven dat we ook in Nederland geen flauw idee hebben wat we met dit levensgevaarlijke materiaal aanmoeten. Er is maar één oplossing voor het kernafvalprobleem: stoppen met kernenergie.’

Opgeslagen of gedumpt

Nederlands kernafval wordt in Frankrijk verwerkt, waarna het meest radioactieve deel terugkomt naar Nederland en tijdelijk wordt opgeslagen naast de kerncentrale. 95 procent van het radioactieve afval blijft in Frankrijk achter, zogenaamd voor hergebruik als reactorbrandstof. In de praktijk wordt niet 95 maar slechts 12 procent van het in Frankrijk verwerkte materiaal daadwerkelijk tot nieuwe brandstof verwerkt. Het overige gedeelte van het kernafval ligt in Frankrijk opgeslagen of wordt in Rusland gedumpt. Dit werd onthuld door een Franse overheidscommissie.

Tien gevaarlijke transporten

Borssele wil de komende drie jaar tien transporten met hoogradioactief afval per trein naar Frankrijk sturen. Ieder transport bevat een hoeveelheid radioactief materiaal die vergelijkbaar is met het vrijgekomen materiaal bij de ramp in Tsjernobyl. Voor een tweede kerncentrale in Borssele zullen jaarlijks zes kernafvaltransporten nodig zijn om het kernafval af te voeren.