Leeuwarder Courant, BN De Stem e.a., 07 juli 2012

De vissende supertrawler Margiris is deze week toch uitgevaren richting Australië. Greenpeace actievoerders blokkeerden de drijvende visfabriek een week lang, tot de politie afgelopen dinsdag de boel ontruimde. De naar eigen zeggen onafhankelijke visserijbioloog Ad Corten meldde aan het Noordhollands Dagblad dat Greenpeace het juist zou moeten toejuichen dat de Margiris naar Australië gaat: “De Australiërs zijn namelijk nog een stuk milieubewuster dan wij.” Deze visserijbioloog suggereerde verder dat het goed zou zijn om Greenpeace een dwangsom op te leggen vanwege die blokkade.

Maar de komst van de Margiris is echt bad news in Australië. Het schip is één van de tientallen schepen van de Nederlandse Pelagic Freezer-trawler Association. De supertrawler heeft al een omstreden tocht achter de rug. Omdat er door de overbevissing nog maar beperkte vangsten in Europa worden toegestaan, kon de honger van dit schip niet dichtbij huis worden gestild. Dankzij een Europees visserijverdrag met Mauritanië konden de Margiris en haar zusterschepen de afgelopen zestien jaar al grote hoeveelheden vis uit de Afrikaanse wateren weghalen. Dit ging ten koste van Afrikaanse lokale vissers en de natuur, maar werd wel voor miljoenen euro’s gespekt met ons belastinggeld. Door de overbevissing in de regio lijkt deze visgrond nu ook uitgeput te zijn. Daarom stortte de Margiris zich in gezelschap van een massale vloot van internationale supertrawlers de laatste vijf jaar ook op de horsmakreel in de Zuidelijke Stille Oceaan. Gevolg: ook daar is het visbestand compleet ingestort. Er is nog slechts 10 procent over. De strooptocht van de Margiris gaat maar verder, ditmaal down under.

Lokale politici, vissers en milieuorganisaties verzetten zich in Australië tegen de komst van de trawler. De Europese schepen als deze zijn namelijk grote efficiënte machines die enorme hoeveelheden vis kunnen vangen en verwerken, met tot gevolg dat visbestanden snel achteruitgaan zodra super-trawlers deelnemen aan de visserij. Een dergelijk groot schip maakt veel kosten en moet dus ook enorme vangsten blijven realiseren om winst te maken. Marien bioloog Remment ter Hofstede heeft in het verleden voor onderzoeksinstituut IMARES aan boord van de schepen onderzoek gedaan naar de visserij met deze supertrawlers voor de kust van West Afrika. Hij geeft aan dat niemand kan ontkennen dat de Nederlandse supertrawlers bijdragen aan de achteruitgang van de visbestanden. Voor de kust van Mauritanië liepen de visbestanden gestaag terug en volgens de vissers zelf werden de gevangen vissen ook kleiner van stuk, een duidelijk gevolg van hoge visserijdruk.

De PFA claimt dat alles in lijn is met de regelgeving en dat de Margiris de lokale economie in Australië stimuleert, onder andere door het creëren van werkgelegenheid. Ter Hofstede geeft ook aan dat de quota die toegewezen worden aan de supertrawlers ten koste kunnen gaan van kleinschaligere visserij. De Nederlandse trawlers zoals de Margiris hebben relatief minder bemanningsleden nodig dan op kleinere vistrawlers gebruikelijk is. De visvangst van een supertrawler is echter een veelvoud van die van kleinere trawlers. Als je de vangst van één zo’n schip zou verdelen over een hele vloot kleinere vissersboten, dan zou de werkgelegenheid daarmee aanzienlijk toenemen. Kortom, super-trawlers leiden in wezen tot een verlaging van de lokale werkgelegenheid.

Nog belangrijker is dat je kleine vissersboten beter flexibel kun afstemmen op de vangstmogelijkheden in de zee, een voordeel ten opzichte van de grote trawlers. Dus die zogenaamd ‘economische meerwaarde’ van de drijvende visfabriek heeft een donkere schaduwzijde. De enigen die er echt beter van worden zijn de Nederlandse reders van de PFA.  Die prijken met vier familienamen op het lijstje van de Quote 500: Van der Zwan, Parlevliet, Van der Plas en Vrolijk met vermogens tussen de 95 en 145 miljoen. Om er warmpjes bij te blijven zitten is het bereiken van nieuwe visserijgronden noodzakelijk en dus rijst bij Greenpeace al snel de vraag: What’s next na Australië?

De Europese vissersvloot is met rond de 85.000 schepen veel te groot en kan twee tot drie keer meer vangen dan verantwoord is. De visserijministers praten over vangstbeperkingen voor de Europese wateren, maar daarmee los je het probleem van de overcapaciteit niet op.

De enige echte oplossing voor het te veel aan schepen is snijden in de Europese vloot. Deze schepen moeten een andere bestemming krijgen of worden gesloopt. Hoe lang nog houden politici als staatssecretaris Henk Bleker dit soort schadelijke schepen nog de hand boven het hoofd? Europa exporteert haar probleem van overbevissing schaamteloos naar andere gebieden, zie het aanstaande vertrek van de Margiris naar Australië. Henk Bleker staat erbij en kijkt ernaar.

Femke Nagel
Campagneleider oceanen Greenpeace