Op 12 juli 2018 heeft Greenpeace een WOB-verzoek ingediend bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. ‘WOB’ staat voor Wet Openbaarheid van Bestuur, en iedereen kan een beroep op deze wet doen om informatie van de overheid op te vragen. We hebben om openheid van zaken gevraagd over de gang van zaken rond het loslaten van het melkquotum en de veel latere invoering van het fosfaatrechtenstelsel. Al in aanloop naar het loslaten van het quotum was duidelijk dat meer melkproductie grote gevolgen zou hebben voor de hoeveelheid mest en fosfaat die er geproduceerd zou worden. Teveel fosfaat leidt tot watervervuiling en natuurschade. In 2018 bleek dat veel boeren hierdoor financieel in de knel zijn gekomen omdat ze ten onrechte werden gestimuleerd om uit te breiden. Greenpeace wil achterhalen wat de rol van LTO, Rabobank, NZO, FrieslandCampina en Wageningen is geweest in dit schandaal. Ruim 5 maanden later hadden we nog steeds geen informatie ontvangen en daarom gingen we in beroep bij de rechtbank van Amsterdam. Op 20 december was de rechtszitting. Inmiddels is deel 1 van de opgevraagde documenten vrijgegeven.

Politieke discussie

Er is op dit moment veel discussie rond het mestoverschot, de fosfaatwetgeving en de uitzondering die Nederland al lange tijd krijgt van Europese mestafspraken – de zogenaamde ‘derogatie’. Veel boeren, zitten inmiddels in de knel doordat ze door het (in stapjes, tot het volledig) loslaten van het in 1984 ingestelde (Europese) melkquotum per 1 april 2015, hebben geïnvesteerd in grotere stallen en het kopen van land om het grotere aantal te houden koeien te rechtvaardigen, en vlak daarna terug werden gefloten omdat de hoeveelheid mest die werd geproduceerd door het fosfaatplafond schoot. Schrijnend omdat de term die destijds werd gehanteerd ‘Bevrijdingsdag’ was. Maar al in 2010 lag er een rapport in anticipatie op het loslaten van het melkquotum, waarin werd geadviseerd dat het invoeren van een fosfaatrechtenstelsel voor de melkveehouderij de beste optie was om te voorkomen dat het  fosfaatplafond zou worden overschreden. Doordat melkveehouders werden gedwongen om minder dieren te gaan houden kwam de mestproductie in 2017 voor het eerst weer onder het fosfaatplafond.

Hele sector geraakt

Dit probleem raakt de hele sector: Volgens een uitspraak van minister Schouten tijdens het AO Fosfaatwetgeving van 27 juni jl. heeft 80% van de melkveehouders 15% van de balans geïnvesteerd in aanloop naar het loslaten van het melkquotum. De resterende boeren hebben zelfs tot 35% van de balans geïnvesteerd. Voorafgaand aan dit AO werd er geprotesteerd door de groep SOS Bioboeren, want ook biologische voorlopers zijn inmiddels het slachtoffer geworden van groei van de industriële veehouderij. De banken in de Tweede Kamer zaten vol en de gemoederen liepen hoog op. Minister Schouten stelde alle opties te hebben onderzocht en geen ruimte te hebben om knelgevallen te compenseren. Het was geen optie om een groep (opnieuw) te korten om een andere de ruimte te geven en ze deed vervolgens een beroep op de banken en private partijen om boeren die in de knel komen te ondersteunen. ‘Dit is een situatie die ik graag had voorkomen, maar het resultaat van een systeem waarvoor we hebben gekozen en ik wil geen valse hoop wekken’, stelde de minister. Ook tijdens het AO Mest van 13 december jl. bleek dat er geen ruimte is om de knelgevallen te helpen en nu, aan het eind van het jaar is het voor een groot aantal boeren misschien wel einde verhaal.

Melkquotum

Vanaf 1984 werd de omvang van de (koe)melkproductie in de Europese Unie begrensd door het Europese stelsel van melkquotering. Dit was een reactie op de enorme overproductie van melk die leidde tot de fameuze boterbergen en melkplassen. Deze overproductie was een direct gevolg van de productiesubsidies in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het stelsel van melkquota beperkte de melkproductie en daarmee tevens het aantal koeien dat door boeren werd gehouden. Indirect werd hiermee ook de mestproductie en daarmee de hoeveelheid fosfaat binnen de perken gehouden. Ook kregen de boeren een betere melkprijs doordat een overschot op de markt leidt tot lagere prijzen. Na lang lobbyen van de zuivelindustrie en boerenorganisaties zijn de productiequota in 2015 opgeheven. Overigens waren niet alle boeren voor deze maatregel. De Nederlandse Melkveehouders Vakbond heeft zich bijvoorbeeld hier sterk tegen verzet.

Boeren gestimuleerd om uit te breiden

De overheid, beleidsmakers, banken en boerenorganisaties hadden er bij de boeren op aangedrongen (na het opheffen van de quota) de productievolumes te verhogen. Er lagen voldoende markten open om de melk te exporteren, zo werd er beloofd. Veel boeren zijn hierdoor in een val getrapt. Met hulp van de banken werden grote investeringen gedaan met faillisementen tot gevolg. De vraag is dan ook welke rol LTO, NZO, Rabobank, FrieslandCampina en de WUR hebben gehad in dit proces. Juist zij hadden deze situatie kunnen voorkomen maar hebben dit niet gedaan. We zijn dan ook erg benieuwd naar welke informatie is uitgewisseld tussen deze partijen en het ministerie van landbouw.

UPDATE: Documenten deel 1 online

Op maandag 24 december deed de rechter de volgende uitspraak over het ingediende WOB-verzoek. Deel 1 van de opgevraagde documenten diende te worden geleverd op 31 december 2018 en deel 2 op 1 maart 2019. De rechter legde het ministerie een (maximale) dwangsom op van 250 euro voor elke dag waarmee de genoemde termijn is overschreden met een maximum van 37.500 euro. Op 30 januari kwam deel 1 van de opgevraagde documenten online.